De Openbare Bibliotheek hield een avond over democratie, met ondermeer rapper/acteur Fresku als gast. Ik praatte de boel aan elkaar.
Fresco (papiamentu voor brutaal) is een aardige vent uit Eindhoven, die eigenlijk Roy Michael Reymound heet en onlangs vader werd van zijn tweede dochter. Dat weet ik omdat hij en zijn vriend en chauffeur Brian de parkeergarage niet konden vinden en me belden, zodat ik een eindje met ze ben meegereden.
Voor de avond begon kwam ik fotograaf Catrinus van der Veen tegen, die dit kwam vastleggen voor de Leeuwarder Courant. Hij had zijn zoon Gerrit bij zich, die een opleiding op D'Drive volgt en ook fotografeert. En goed ook, vertelde zijn trotse vader. Gerrit had laatst foto's van een concert gemaakt, en die waren uitstekend geweest.
Dat kan twee dingen betekenen, zei ik pesterig. Of Gerrit is goed, of fotograferen is gewoon niet zo moeilijk.
,,Fotograferen is ook niet moeilijk'', zei Catrinus meteen. ,,Je hoeft het alleen maar goed te zien.''
(De foto is van Catrinus. Die van Gerrit, die ik tijdens het gesprek op het balkon zag lopen, heb ik niet gezien)
zondag 11 december 2016
maandag 5 december 2016
De eerste lezer en de lateren
Dit weblog begon op 7 mei 2003 met een stukje over bloedneuzen. Het is geschreven in een internetcafe in Toronto, waar ik een lange reis door Canada en de VS begon.
Pa had een computer en nog niet lang internet, het leek me aardig om onderweg wat verhaaltjes te schrijven, leuker dan kaarten sturen. Hij was dus de eerste lezer van dit weblog. Het heette toen nog Een Heel Jaar, want zolang duurde mijn onbetaald verlof.
Na de terugkeer ging ik door, want het is lollig om te doen ook al heeft het de wereldvrede geen spat dichterbij gebracht. Omdat hier verder niks veranderd was, heette het voortaan Bij Het Oude.
Maandagmiddag 5 december is pa, mijn eerste lezer, overleden, om kwart over drie. Hij is 81 geworden en ik heb vroeger wel eens fors ruzie met hem gemaakt, maar ik hield veel van hem. Dat wilde ik de latere lezers even laten weten.
Sinterklaas en de gouden speedboot
Het verhaal bij de schoolkinderen van Ballum vanmorgen was als volgt: Sinterklaas kwam binnen zonder Zwarte Pieten. Waar waren die dan? Zaten nog met cadeautjes en al op de boot van Wagenborg.
,,Gebeurt dat wel eens vaker, dat de boot wat laat is?'', vroeg Sinterklaas in de kerk, waar de school van Ballum hem al drie jaar ontvangt.
,,Ja! Jaa! Ja!'', riepen alle kinderen, en als Sint goed heeft opgelet waren er ook ouders die meeriepen. ,,Tra-gen-borg! Tra-gen-borg!'' begonnen een paar jongetjes uit de hogere groep te scanderen. Dat zit diep.
,,Dan moet er misschien eens een andere boot komen'', zei Sinterklaas. ,,Wie kan me vertellen wat voor boot?''
Allemaal vingers omhoog. ,,Een speedboot!'' werd er geroepen en daar was iedereen het wel over eens. ,,Die moet roze worden'', opperde een meisje in een prinsessenjurkje.
,,Een roze speedboot'', herhaalde Sinterklaas nadenkend. ,,Heel bijzonder. Vinden jullie dat allemaal mooi?''
,,Een gouden speedboot'', zei iemand links en het was of de zaal ineens naar adem snakte. Een gouden speedboot! Dat is nog eens een goed idee.
Eerlijk gezegd spreekt het de Sint zelf ook wel aan. Nu maar hopen dat Wagenborg dit verlanglijstje leest.
(De foto is van Eveline Sinnema)
maandag 14 november 2016
Jonge levende acteur en oude dode zanger
Acteur en zanger Christy O'Donnell (21) was een van de gasten op het Noordelijk Film Festival, hij maakt zijn debuut als acteur in de film Moon Dogs. Twee Schotse halfbroers gaan van de Shetland Eilanden naar Glasgow, met een meisje dat ze onderweg oppikken.
O'Donnell is de stille van de twee, Thor, die iets doet met elektronische muziek en rare geluiden.
In werkelijkheid is hij juist onstuitbaar en vol verhalen. Over rare mensen die hij in huis heeft gehad, of over hoe hij zonet een upgrade bij elkaar heeft gezwetst in het WTC-hotel in Leeuwarden voor hemzelf en producente Kathy Speirs, die hier ook was. Hij maakte het baliepersoneel wijs dat Speirs arthritis heeft en dus niet zonder een bad kan.
Toen een van de bandjes die in de foyer optraden vrijdagavond niet kon, zei O'Donnell: ,,Als je een gitaar voor me regelt doe ik het wel.'' En zo gebeurde het ook, hij zong - best goed - een paar dingen van Ray Charles en van hemzelf.
Twee keer werd die film vertoond en beide keren deed ik de vragen na afloop. Dan zit je al gauw na afloop ook met ze een biertje te drinken.
,,Heb je gehoord dat Leonard Cohen dood is?'', vroeg hij vrijdag. Dat was me niet ontgaan.
,,Wat voor songs maakte die eigenlijk?'', vroeg O'Donnell vervolgens. Ik noemde wat titels op, Suzanne, So long Marianne, Hallelujah.
,,Oh ja, Hallelujah ken ik geloof ik wel'', zei hij en zocht hem op Spotify op.
Vandaar deze foto van een jonge, levende acteur die in het geroezemoes van de Harmonie luistert naar een oude, dode zanger. Op de achtergrond zit producente Speirs.
vrijdag 11 november 2016
There's a blaze of light in every word
In 2008 gingen Kirsten, Jaap en ik naar een openluchtconcert van Leonard Cohen in Amsterdam. Vooral uit nieuwsgierigheid naar zo'n oude heer die nog altijd optreedt. Het was een zeer grote verrassing, want het concert was super, ik denk er nog wel eens aan.
Ik zette er een stukje over op dit weblog, en we maakten iets voor in de krant. Dat staat hierbij.
Leonard Cohen is gisteren overleden, vandaar.
Ik zette er een stukje over op dit weblog, en we maakten iets voor in de krant. Dat staat hierbij.
Leonard Cohen is gisteren overleden, vandaar.
zaterdag 22 oktober 2016
Oefenen op een sinaasappel
Halsoverkop moest Jelle naar de huisarts, want hij was flauwgevallen onder de douche. Maar zijn vader zat in Amersfoort en zijn moeder nam de telefoon niet op. Zo kwam het dat ik met hem in de taxi naar de dokter ging.
Hij had last van zijn gebit - smak gemaakt, natuurlijk - en er zat een wond onder zijn kin, die bloedde. Dat depte hij voortdurend weg met een zakdoekje.
De dokter kwam met een verdovingsspuit en naaide toen de wond dicht met visdraad en twee tangetjes. Zoiets gaat zonder naald, hij buigt het begin van de draad tot een boogje en rijgt dat door de huid.
,,Er zit een knoop los aan mijn jas, kunt u die zo ook even doen?'', vroeg ik hem.
,,Alleen met verdoving'', zei de huisarts.
,,Eigenlijk moet ik hier klassieke muziek bij opzetten'', zei hij na een tijdje.
,,Waarom?'', vroeg ik. Ik dacht aan de plastische chirurgen uit Nip/Tuck, die tijdens operaties tangomuziek opzetten met veel bas.
,,Dat is rustgevend voor arts en patiënt'', zei hij.
,,Ik wil best iets voor u zingen'', bood ik aan. ,,Maar ik weet niet of het erg rustgevend gaat werken.''
Het was leuk om naar te kijken, hij deed het heel netjes.
,,Waar oefent u dit op tijdens uw studie?", wilde ik weten.
,,Eerst op een sinaasappel'', vertelde hij. ,,Maar al vrij snel op patiënten.''
Later kwam Jeroen, Jelle's vader, ons ophalen. ,,Ik denk dat het gewoon een vasovagale syncope is geweest'', zei de huisarts tegen hem.
We wisten niet wat een vasovagale syncope is, maar het klonk geruststellend.
zaterdag 15 oktober 2016
Een wijde smoking
In New York ben ik wat afgevallen, maar dat de smoking die ik eens per jaar draag nu zo wijd is, is wel een verrassing. Met mijn andere kleren is dat niet zo.
zondag 9 oktober 2016
Eschermomentje
Op een van de laatste dagen maakte ik toen ik langs de Bowery in New York liep, dit Eschermomentje mee. Doet een heel klein beetje aan die waterval van hem denken. Nou ja, vond ik dus, met die deur en die loopbrug en zo.
woensdag 5 oktober 2016
Strandsverschil
Een paar weken geleden liep ik op Rockaway Beach, een breed strand bij New York waar niet veel mensen waren want er zijn geen parkeerplaatsen naast.
Een man maakte een handstand voor zijn vriendin, ik maakte daar een foto van en ik raakte met ze aan de praat.
,,Waarom ga je hier naar het strand?'', vroeg de vriendin. Ze was wel eens in Zandvoort in Nederland geweest en daar vond ze het strand veel mooier. En in Frankrijk had je ook zulke mooie stranden, maar daar waren de borsten van de vrouwen weer kleiner dan in Nederland.
Daar had ik allemaal geen antwoord op. Ik was eenvoudigweg in New York en ik wilde naar het strand.
Zonet was ik op bij zonsondergang op het Zuidwest bij Hollum.
Waren ook niet veel mensen. Helemaal geen, eigenlijk, laat staan iemand die op zijn hoofd stond. Dus dan dit paaltje maar op de foto.
Slotsom: beide stranden zijn prettig. Het ligt er maar net aan, aan welke kant van de oceaan je zit.
Eten met een Nobelprijswinnaar
Ben Feringa is de vierde Nederlander die ooit de Nobelprijs voor scheikunde toegekend kreeg. Dat is mooi, want hij was de speciale gast van het tweede Café van de Kleine Wetenschap dat ik presenteerde in het Oranje Bierhuis, drie jaar geleden.
Hoewel het over nanotechnologie ging, dus het bouwen van hele kleine machientjes met moleculen, zat het propvol. Kijk maar op deze foto's van Jaap Spieker.
Feringa had filmpjes bij zich, gemaakt met een reuzenmicroscoop, zwart-wit, waar je een soort onscherpe luchtbelletjes rondjes zag draaien. Dat waren de machientjes. Het was op een science-fictionachtige manier indrukwekkend. The Diamond Age van Neal Stephenson anyone?
Van tevoren ga je uit eten met de sprekers van die bijeenkomsten. Tijdens het eten vertelde Feringa dat zijn vrouw uit Kubaard komt. Zulke dingen vertellen mensen als ze in Friesland zijn.
De vraag is dus: kan ik nu zeggen dat ik een keer met een Nobelprijswinnaar heb gedineerd?
donderdag 29 september 2016
Broome Street
Tweede verdieping, drie ramen waarvan twee achter de brandtrap: daar heb ik de afgelopen weken gewoond. Op Broome Street, middenin de wijk SoHo. Deze foto maakte ik in juli.
Als je in 1935 op de stoep voor de deur zou staan en naar rechts zou kijken, had je dit gezicht op Broome Street en dat markante hoge gebouw op Broadway.
Deze foto werd destijds gemaakt door Berenice Abbott, een fotografe die in de jaren dertig de veranderingen en de architectuur van New York vastlegde.
Dat gebouw staat er nog steeds en de andere gebouwen grotendeels ook. Het is, met al die brandtrappen en dat gietijzer, een soort beschermd stadsgezicht.
De auto's zijn wel veranderd.
maandag 26 september 2016
Pure bliss
Tussen twee nummers door, gisteravond in het Beacon Theater in New York, zei Brian Wilson tegen Al Jardine: ,,Hoeveel mensen passen er eigenlijk in het Beacon Theater?''
,,Vijfduizend misschien?'', gokte die.
,,Drieduizend'', wist een van de andere bandleden.
,,Drieduizend'', zei Brian Wilson. ,,Zullen we met zijn allen Row row row your boat zingen?''
En zo gebeurde het. Zaten we met de hele zaal tussen twee Beach-Boyssongs door zomaar te zingen:
Row row row your boatBrian Wilson, het genie achter de Beach Boys, de man die door drugs en aandoeningen steeds merkwaardiger werd en werd uitgebuit door zijn psycholoog (zie de prachtfilm Love and Mercy) reist dit jaar rond met een band van tien, bij sommige nummers zelfs elf man. Hijzelf en gitarist Al Jardine zijn de enige oorspronkelijke Beach Boys hier. Jardine's zoon Matt zong de hoge stukken. De hele band zong trouwens.
gently down the stream
merrily merrily merrily merrily
life is but a dream
De aanleiding: vijftig jaar geleden verscheen Pet Sounds, het album waarmee hij een andere richting op wilde en van alles uitprobeerde, tot hondengeblaf toe (zie nogmaals Love and Mercy).
Ik kwam er gistermiddag pas achter dat dit concert er was en kocht een van de allerlaatste kaartjes, een stoel pal achter het geluid. Een mooie plek, want hier klonk het natuurlijk het beste. En hoe kun je een zomer in New York beter afsluiten (nou ja, zowat) dan met nummers van de Beach Boys, die een en al zomer zijn en tegelijk weemoedig.
Naast me zat een jongen uit Hongkong, Derrick Wan, die communicatie studeert aan de New York University. Aan de andere kant zat een dikke veertiger, die de Beach Boys wel eens had gezien maar zonder Brian Wilson, en dit was het hoogtepunt, vond hij. ,,Je zit in de zaal met een legende.''
Hij trok een zakje cashewnoten met chocola open, bood me er een paar aan. ,,They really hit the spot, right?'', vroeg hij. Toen ik ja zei, kreeg ik het hele zakje. ,,Ik heb er nog een'', zei hij, en trok een nieuwe open.
Het concert was als het ware in drie delen: eerst hits van de Beach Boys, toen pauze, toen het album Pet Sounds (,,Dit wordt 37 minuten pure bliss'', voorspelde de man van de cashewnoten), weer pauze, en toen nog een reeks hits.
Ik keek Wilson bijna recht in het grote gezicht, dat als een bleke vlek boven de vleugel hing waar hij achter zat. Veel speelde hij daar niet op, zijn handen hingen vaak langs zijn zij, nog twee bleke vlekken. Soms zwaaide hij ze omhoog met de muziek, alsof hij herontdekte hoe mooi die was. Als hij zong klonk hij een beetje als Randy Newman.
Die pauzes had hij echt nodig: hij liep al van het podium tijdens de laatste nummers. De andere bandleden bekommerden zich om hem, soms vulden ze de zangtekst aan, een keer kreeg hij een schoudermassage.
,,This is the best song I ever wrote'', zei hij toen ze aan God Only Knows begonnen. En ik zal je vertellen, daar kwam het allemaal samen. Die oude stem van hem, de hoge van Matt Jardine, alle stemmen van de andere bandleden, de instrumenten, de zaal stroomde vol met geluid. Bliss, om mijn buurman te citeren.
Set
Na afloop vroeg die buurman de technicus om de setlist. Drie A4'tjes met de titels. Die kreeg hij, en hij gaf mij er een van de vellen.
,,Is dat de setlist?'', zei Derrick, die op zijn telefoontje verwoed bij had zitten houden hoe al die nummers heetten, voorzover hij het wist. ,,Mag ik er een foto van maken?''
,,Ik weet wat beters'', zei ik. ,,Je mag hem hebben, als ik een foto van jou mag maken.'' Kijk hem glunderen: nog meer bliss.
Hieronder de hele lijst
Our Prayer
Heroes and Villains
California Girls
Dance, Dance, Dance
I Get Around
Shut Down
Little Deuce Coupe
In My Room
Surfer Girl
Don't Worry Baby
Salt Lake City
Wake the World
Add Some Music to Your Day
California Saga: California
(Row Row Row Your Boat)
Darlin'
Sail Away
Wild Honey
Sail On, Sailor
pauze
Pet Sounds: Wouldn't It Be Nice
You Still Believe in Me
That's Not Me
Don't Talk (Put Your Head on My Shoulder)
I'm Waiting for the Day
Let's Go Away for Awhile
Sloop John B
God Only Knows
I Know There's an Answer
Here Today
(Nog een keer Row Row Row Your Boat, daar leek Wilson echt lol in te hebben)
I Just Wasn't Made for These Times
Pet Sounds
Caroline, No Play
pauze
Good Vibrations
Help Me, Rhonda
Barbara Ann
Surfin' U.S.A.
Fun, Fun, Fun
Love and Mercy
zaterdag 24 september 2016
De maagden van Stille Willie
Op de campus van Rutger's Universiteit in New Brunswick, New Jersey, staat een standbeeld van Willem van Oranje met zijn hondje Pompey, hetzelfde beeld als op het Plein in Den Haag.
As long as he lived he was the guiding star of a whole brave nation and when he died the little children cried, staat er op het voetstuk, tikje overdreven.
Absurd om dat hier te zien, want er is geen verband tussen Willem en deze universiteit. De universiteit is dit jaar 250 jaar oud en werd gesticht door Nederlandse dominee's, dat moet het verklaren. Maar toen was Willem de Zwijger al bijna twee eeuwen dood.
Het is een geschenk van de Holland Society of New York, een club mensen die afstammen van de eerste Nederlandse bewoners van Nieuw Amsterdam. Een lid van die club, een celbioloog die Turck heette en afstamde van de arts van Willem van Oranje, had het na de Eerste Wereldoorlog in Nederland op de kop getikt.
Maar het was nogal duur en hij was bang dat zijn vrouw erachter kwam, dus thuis in New York verstopte hij het beeld acht jaar lang in een kelder op Lafayette Straat. Via de Holland Society gaf hij het anoniem weg: het leek eerst in Central Park te zullen komen maar uiteindelijk werd het hier onthuld, in 1928.
Terwijl ik er een foto van maakte, kwam een professor - hij had tenminste zo'n vlinderstrikje en een hoornen bril - naast me staan. ,,Ik vind het bijzonder om William the Silent hier aan te treffen'', legde ik hem uit.
,,Kent u de gebruiken op Rutger's?'', vroeg hij. ,,Weet u dat de studenten een traditie bij dit beeld hebben? Het is William the Silent, maar, ze zeggen dat hij zal spreken bij de eerste maagd die afstudeert op Rutger's. Dan zullen we hem horen. Maar dat is nog niet gebeurd.''
(Op internet staat een soortgelijk verhaal, maar daar zou het beeld gaan fluiten zodra er een maagd langskomt. Ook dat is nog niet gebeurd.)
woensdag 21 september 2016
Een foto voor de bisschop
Terwijl ik in East Village een parodie-poster op de foto zette met Donald Trump en de tekst Make America Hate Again hoorde ik achter me een dun lachje, van een vrouw die met dik accent zei: ,,Ha, ha that is so funny.''
Ik keek om. Ze zag er oost-Europees uit, een witte jas, een petje van een oor- en oogkliniek, een sjaaltje met glitters waar ze steeds aan plukte, een wat bittere trek om de mond.
,,Bent u politiek?'', vroeg ze.
,,Ik mag hier niet stemmen, maar het zijn interessante verkiezingen'', zei ik.
Het was duidelijk dat ze over iets anders wilde beginnen. Vaak loopt dit soort gesprekken erop uit dat ergens geld voor nodig is, maar dat was dit keer niet zo.
,,Bent u religieus?'', vroeg ze na een tijdje.
,,Helemaal niet'', zei ik. Zij was het wel, ze kwam oorspronkelijk uit Polen, ergens uit de buurt van Krakow begreep ik. Dus: goed katholiek. Ze stelde zich voor als Helen.
Of ik misschien even mee wilde lopen naar de kerk een of twee blocks verderop. Want daar was iets heel ergs aan de hand: daar hebben ze een foto opgehangen van een filmster, een actrice. Dat kan toch niet? Een kerk is toch geen theater? Al pratend wond ze zich er ontzettend over op. Ze plukte met trillende vingers aan haar sjaaltje en sloot een zin vaak af met amen.
Wat wilt u met die foto, vroeg ik haar. Ze wil een brief aan de bisschop sturen, met hulp van landgenoten die zich er ook aan ergeren. Want dit is allemaal bekokstoofd door een priester, of zo, die er destijds geld voor heeft gekregen, dat allemaal in eigen zak heeft gestoken en nu niet eens meer bij die kerk werkt.
Ze wilde me betalen voor het maken van zo'n foto, maar dat hoefde ik niet. Ik waarschuwde haar dat ik geen echte fotograaf ben, en dat ik de foto alleen naar haar kan mailen, ze knikte en gebaarde van kom nou maar mee, het is praktisch om de hoek.
De kerk was inderdaad vlakbij, het was een Poolse kerk, St. Stanislaus Bishop and Martyr's Church. De dienst begon bijna, buiten stond iemand bezoekers te begroeten. Ssst! Sst! zei Helen tegen me, alsof we iets verbodens gingen doen.
,,De dienst is in het Engels'', zei de man bij de deur tegen ons, die ons voor Polen versleet. Ik liep achter hem aan naar binnen, bedenkend hoe ik in vredesnaam tijdens een dienst een foto van iets zou moeten maken, maar het portret hing gelukkig in het voorportaal. ,,Daar is het'', fluisterde Helen.
Even later waren we in de McDonalds om de hoek, waar ze haar mailadres voor me zou opschrijven.
Maar dat deed ze niet: eerst schreef ze een telefoonnummer op van een zekere Hauna. Dan van ene R. Toen haar eigen mobiele nummer, maar haar cellphone was erg slecht, vertelde ze. Tenslotte van ene Eva, een vertaalster die ik 100 procent kan vertrouwen. Voor de duidelijkheid schreef ze het achter het nummer: 100 %. Ik kreeg een briefje met een reeks telefoonnummers.
,,Ik heb echt een email-adres nodig'', zei ik, want ik had geen zin om met allerlei Polen in New York te bellen. Dat was ingewikkeld, begreep ik, maar de betrouwbare Eva heeft email.
Dus spraken we af dat ze mijn mailadres aan Eva geeft. Die stuurt mij dan een mail. De foto van het bord komt vervolgens retour en die kan, met een gepeperd smeekschrift, door naar de bisschop.
Ze trok een briefje van vijf dollar uit haar tas om me voor de foto te betalen. Dat wilde ik niet, zei ik. ,,God bless you'', zei ze. ,,Amen.''
(Dit is inmiddels een paar dagen geleden, ik heb niks meer gehoord. Wel vond ik uit dat het bord er al sinds 2009 hangt, ter gelegenheid van de honderdste sterfdag van Helena Modjeska, een Pools-Amerikaanse actrice. Zelfs al zou de foto bij hem belanden, ik betwijfel of de bisschop er werk van gaat maken.)
dinsdag 20 september 2016
To the loo
Hier zit ik op een gouden toiletpot in het Guggenheim Museum. Zo wil kunstenaar Maurizio Cattelan het graag, dat je participeert.
Alles werkt, al raakte het toilet afgelopen weekeinde al een keer verstopt. Het werk heet America.
Cattelan heeft een precieze kopie gemaakt van de wc's van het museum (van die Amerikaanse met zo'n grote plas water), van 18-karaats goud. Het is een mooi ding, alleen al door de combinatie van het dure materiaal en wat je op een wc doet. Een beetje Duchamp en een beetje Wim T Schippers.
De pot had in mei al klaar moeten zijn, maar is afgelopen vrijdag pas geplaatst. Gewoon in een wc-ruimte op de vijfde verdieping.
Wel staat er een bewaker naast de deur, terwijl een suppoost bij de lift permanent aan bezoekers uitlegt waarom hier zo'n rij staat. Hij laat ze een foto van de gouden pot zien. Soms kijken mensen met een blik van 'hou je me voor de gek?' Maar niemand barst in schaterlachen uit. Kunst is immers een ernstige zaak, zelfs van een macabere grappenmaker als Cattelan, met zijn in bomen opgehangen kinderen, opgezette paarden en knielende Hitlers.
Er staat een rij voor het toilet, die langzaam vooruit schuifelt. Mensen met hoge nood kunnen beter een gewoon toilet opzoeken. Een Braziliaans echtpaar kwam er na een uur achter dat dit alleen voor een gouden wc was. De gewone tentoonstelling kon je zo naar binnen lopen. Ook zo'n rij hoort erbij, je verwacht dat Cattelan ergens achter een monitor zit te grinniken.
Onderweg bedenk ik dat het nog raarder was geweest als ze die wc midden in het museum hadden gezet, met hooguit een schotje eromheen, zodat je echt midden tussen het publiek zit te ontlasten. Ook raar was geweest, maar wel symbolisch: met deze wc, die toch al America heet, naar de troepen in het Midden-Oosten.
Dit was mijn persoonlijke schema:
Hoewel er continu mensen op zitten (dat denk ik tenminste) is de wc koud. Hij voelt ook heel massief aan als je je handen tegen de pot houdt. Zelfs de spoelhendel en de buizen zijn van goud. Je zit in je blote kont op (naar schatting) 2,5 miljoen dollar aan goud.
En verder? Verder is het gewoon een wc. En de papieren handdoekjes waren op, dus ik liep met natte handen weer naar buiten.
Na mij kwamen twee Italiaanse vrouwen. De eerste ging erin en kwam er ook meteen weer uit. ,,Ik hou niet van Cattelan'', legde ze me uit. ,,Houdt u wel van moderne kunst?''
Alles werkt, al raakte het toilet afgelopen weekeinde al een keer verstopt. Het werk heet America.
Cattelan heeft een precieze kopie gemaakt van de wc's van het museum (van die Amerikaanse met zo'n grote plas water), van 18-karaats goud. Het is een mooi ding, alleen al door de combinatie van het dure materiaal en wat je op een wc doet. Een beetje Duchamp en een beetje Wim T Schippers.
De pot had in mei al klaar moeten zijn, maar is afgelopen vrijdag pas geplaatst. Gewoon in een wc-ruimte op de vijfde verdieping.
Wel staat er een bewaker naast de deur, terwijl een suppoost bij de lift permanent aan bezoekers uitlegt waarom hier zo'n rij staat. Hij laat ze een foto van de gouden pot zien. Soms kijken mensen met een blik van 'hou je me voor de gek?' Maar niemand barst in schaterlachen uit. Kunst is immers een ernstige zaak, zelfs van een macabere grappenmaker als Cattelan, met zijn in bomen opgehangen kinderen, opgezette paarden en knielende Hitlers.
Er staat een rij voor het toilet, die langzaam vooruit schuifelt. Mensen met hoge nood kunnen beter een gewoon toilet opzoeken. Een Braziliaans echtpaar kwam er na een uur achter dat dit alleen voor een gouden wc was. De gewone tentoonstelling kon je zo naar binnen lopen. Ook zo'n rij hoort erbij, je verwacht dat Cattelan ergens achter een monitor zit te grinniken.
Onderweg bedenk ik dat het nog raarder was geweest als ze die wc midden in het museum hadden gezet, met hooguit een schotje eromheen, zodat je echt midden tussen het publiek zit te ontlasten. Ook raar was geweest, maar wel symbolisch: met deze wc, die toch al America heet, naar de troepen in het Midden-Oosten.
Dit was mijn persoonlijke schema:
13.03 Museum inDe bril mag je dus niet optillen, maar dat doe ik wel, je wilt toch weten of zoiets zwaar is. En dat is hij - ik dacht eerst dat hij vastgelast zat. Bijna dertig kilo, zei de suppoost.
13.25 In de rij, die begint bij een bordje dat het vanaf hier zo'n drie uur duurt
13.44 Bij het bordje dat het vanaf hier nog zo'n twee uur duurt.
13.59 Bij het bordje dat het vanaf hier nog zo'n uur duurt.
14.49 Vooraan in de rij. Tas moet af. En ik mag de bril ook niet optillen.
14.55 In de wc
15.00 Klaar (ik hoefde niet eens echt, maar voor de kunst moet je wat over hebben)
Hoewel er continu mensen op zitten (dat denk ik tenminste) is de wc koud. Hij voelt ook heel massief aan als je je handen tegen de pot houdt. Zelfs de spoelhendel en de buizen zijn van goud. Je zit in je blote kont op (naar schatting) 2,5 miljoen dollar aan goud.
En verder? Verder is het gewoon een wc. En de papieren handdoekjes waren op, dus ik liep met natte handen weer naar buiten.
Na mij kwamen twee Italiaanse vrouwen. De eerste ging erin en kwam er ook meteen weer uit. ,,Ik hou niet van Cattelan'', legde ze me uit. ,,Houdt u wel van moderne kunst?''
maandag 19 september 2016
Op reportage
Pal naast het Flatiron Building was de 23-ste straat afgezet.
Aan deze kant van de dranghekken stonden een stuk of twintig camera's. Sommige ouderwets en enorm, met een cameraman erachter.
Andere camera's waren weinig meer dan een iPhone op een statief, die iemand aanzette en dan zelf het bericht insprak met de lege straat als achtergrond. Om de hoek stond een caravan reportagewagens met antenne's erop.
Af en toe schoven de politiemannen de dranghekken opzij om een auto langs te laten van - neem ik aan - een hoogwaardigheidsbekleder. Verder kwam niemand er langs. De straat was leeg.
Op lantaarnpalen waren posters geplakt met een telefoonnummer dat je kunt bellen als je iets gezien hebt. Een jongen aan de overkant hield een zelfgemaakt bord omhoog met 9-11 Inside Job.
Voor het overige was er niks te zien, want de ontploffing in een prullenbak op deze straat is al bijna anderhalve dag geleden. Door de wol geverfde tv-mensen hadden klapstoeltjes mee en zaten met elkaar te kletsen.
Toch ga je kijken, dan maar naar al die pers, de politie en die anchormen, die met een gewichtig gezicht herhalen dat burgemeester Bill de Blasio heeft gezegd dat het erop lijkt dat het opzet is geweest, maar geen terrorisme. Lijkt mij ook: een terrorist had het op een werkdag gedaan, want dan was het verkeer in de hele stad ontwricht. Nu is het bijna een uitje. Veel passanten maakten een selfie.
Even voor de goede orde en vanwege een paar ongeruste vragen: die ontploffing was in Chelsea, ik zit in Soho, een half uur lopen verderop.
Toch kreeg ik ook een waarschuwing via mijn telefoon, toen ze op de 27-ste Straat West een snelkookpan met plakband en een telefoon eraan hadden gevonden.
De boodschap (links): niet voor het raam staan. Twee uur later (rechts) mochten ze weer.
Bijzonder, om zulke berichten te krijgen. Je hebt het gevoel dat je er nu echt bijhoort.
vrijdag 16 september 2016
Het kampioenschap cannoli-eten
Cannoli zijn buisjes van koek, gevuld met dik, zoetig schuim op basis van ricotta. Het schuim gaat er pas vlak voor het opeten in, anders wordt het koekje zacht.
Ze zijn op Sicilië uitgevonden, maar in New York zijn ze er ook dol op. Op San Gennaro, de feestweek van Little Italy die gisteren is begonnen zie je ze overal, in allerlei formaten en smaken.
Als hoogtepunt was er zojuist de jaarlijkse Cannoli Eating Contest, op een podium op straat. Het was een wonderlijke vertoning, met een wedstrijd die maar acht minuten duurde.
Tien kandidaten (negen mannen, een vrouw) probeerden binnen die tijd een schaal met twintig cannoli leeg te eten. De schalen werden met enige bombarie binnengebracht door tien medewerkers van café Ferrara, die zich een weg door de toeschouwers baanden.
Een duo presentatoren had toen al de kandidaten voorgesteld. De ene was zo'n oude man die de hele tijd sjagrijning kijkt, Mort Berkowitz, de andere was een vlot ouwehoerende radiopresentator, Skeery Jones.
Een deelnemer, Andrew, kwam uit Australië, hij droeg de Australische vlag als mantel. ,,What the hell do Australians know about cannoli'', vroeg Mort. ,,I'm about to show you'', zei Andrew. Dat klopt want hij werd tweede: 100 dollar en de rest van de dag een opgeblazen gevoel.
Een andere deelnemer, Kyle, had in zijn woonplaats Pittsburgh een wedstrijd burgers eten gewonnen: 8 pond in vijf minuten. Weer een ander, Alex, vertelde dat hij hier vlakbij werkt in het courthouse. ,,Je nam even lunchpauze'', zei Mort. ,,Ze weten niet dat ik weg ben'', zei Alex.
,,Cannoli cream is gonna fly everywhere'', had Mort van tevoren gewaarschuwd, maar dat viel mee.
Wel was het een erg raar gezicht. Vooral deelnemer Wayne uit Queens, een dikkige jongen die ze in razend tempo naar binnen propte. ,,I've eaten lots of food my whole life'', had hij verteld.
Het schuim zat over zijn gezicht en over het flesje water waar hij nu en dan een haastige slok uit nam. Daar likte hij het schuim af. Presentator Skeery zag het en riep: ,,He's licking the bottle of water! Oh, the humanity!''
Wayne won met een forse voorsprong. Zijn dienblad was ruim binnen de tijd leeg, een van de koks legde er nog drie cannoli bij die Wayne ook opat.
En toen Skeery vroeg: ,,You want some more?'' liet Wayne zich het schuim rechtstreeks in de mond spuiten, tot verbijstering van deelnemer Billy, maar tot vermaak van de toeschouwers.
Wayne kreeg de hoofdprijs: 250 dollar en roem op allerlei lokale zenders.
,,Heb je nog honger?'', vroeg ik hem. ,,Ik ga straks wel weer wat eten'', zei Wayne. Hij verklapte dat hij vaker meedeed aan dit soort wedstrijden: in 2013 was hij ook op San Gennaro kampioen pizza-eten geworden.
Na afloop kreeg iedereen gratis cannoli. Ik heb er drie van gegeten, want ze zijn erg lekker, maar ik ben nu best wel vol.
Ze zijn op Sicilië uitgevonden, maar in New York zijn ze er ook dol op. Op San Gennaro, de feestweek van Little Italy die gisteren is begonnen zie je ze overal, in allerlei formaten en smaken.
Als hoogtepunt was er zojuist de jaarlijkse Cannoli Eating Contest, op een podium op straat. Het was een wonderlijke vertoning, met een wedstrijd die maar acht minuten duurde.
Tien kandidaten (negen mannen, een vrouw) probeerden binnen die tijd een schaal met twintig cannoli leeg te eten. De schalen werden met enige bombarie binnengebracht door tien medewerkers van café Ferrara, die zich een weg door de toeschouwers baanden.
Een duo presentatoren had toen al de kandidaten voorgesteld. De ene was zo'n oude man die de hele tijd sjagrijning kijkt, Mort Berkowitz, de andere was een vlot ouwehoerende radiopresentator, Skeery Jones.
Een deelnemer, Andrew, kwam uit Australië, hij droeg de Australische vlag als mantel. ,,What the hell do Australians know about cannoli'', vroeg Mort. ,,I'm about to show you'', zei Andrew. Dat klopt want hij werd tweede: 100 dollar en de rest van de dag een opgeblazen gevoel.
Een andere deelnemer, Kyle, had in zijn woonplaats Pittsburgh een wedstrijd burgers eten gewonnen: 8 pond in vijf minuten. Weer een ander, Alex, vertelde dat hij hier vlakbij werkt in het courthouse. ,,Je nam even lunchpauze'', zei Mort. ,,Ze weten niet dat ik weg ben'', zei Alex.
,,Cannoli cream is gonna fly everywhere'', had Mort van tevoren gewaarschuwd, maar dat viel mee.
Wel was het een erg raar gezicht. Vooral deelnemer Wayne uit Queens, een dikkige jongen die ze in razend tempo naar binnen propte. ,,I've eaten lots of food my whole life'', had hij verteld.
Het schuim zat over zijn gezicht en over het flesje water waar hij nu en dan een haastige slok uit nam. Daar likte hij het schuim af. Presentator Skeery zag het en riep: ,,He's licking the bottle of water! Oh, the humanity!''
Wayne won met een forse voorsprong. Zijn dienblad was ruim binnen de tijd leeg, een van de koks legde er nog drie cannoli bij die Wayne ook opat.
En toen Skeery vroeg: ,,You want some more?'' liet Wayne zich het schuim rechtstreeks in de mond spuiten, tot verbijstering van deelnemer Billy, maar tot vermaak van de toeschouwers.
Wayne kreeg de hoofdprijs: 250 dollar en roem op allerlei lokale zenders.
,,Heb je nog honger?'', vroeg ik hem. ,,Ik ga straks wel weer wat eten'', zei Wayne. Hij verklapte dat hij vaker meedeed aan dit soort wedstrijden: in 2013 was hij ook op San Gennaro kampioen pizza-eten geworden.
Na afloop kreeg iedereen gratis cannoli. Ik heb er drie van gegeten, want ze zijn erg lekker, maar ik ben nu best wel vol.
donderdag 15 september 2016
Een vleugel een een reliëf
Ik schreef een stukje over de 9/11-herdenking voor de Leeuwarder Courant en daar komen twee mannen in voor. Daarvoor had ik fotootjes meegestuurd, maar de ruimte ontbrak. Dus hier dan, als lezersservice, of zoiets.
De ene is kunstenaar Marcus Robinson, oorspronkelijk uit Belfast, een vriendelijke, wat zweverige figuur die een complete verdieping van World Trade Center-gebouw 4 mag gebruiken.
Van daaruit werkt hij aan een uitdijende film over de wederopbouw. Voor het camerawerk kreeg hij er al een Bafta-award voor, met een ceremonie hier op de bouwplaats.
Zijn verdieping, de 65-ste, was spartaans, vrijwel leeg, op wat grote schilderijen na en in de hoek een vleugel, waar hij 's morgens als hij begint jazz op speelt. Want die muziek hoort bij New York, vindt hij. Op mijn verzoek deed hij even een stukje.
Achter hem zie je de hoogste toren van het WTC, rechts is eentje in aanbouw, je kon hier alle kanten op naar buiten kijken. Het atelier met het mooiste uitzicht van de wereld.
De andere man is Joe Cantelmo, een van de rondleiders van het 9/11 Tribute Center. Dat is een klein museumpje, waar allerlei mensen bij betrokken zijn die de aanslag van 11 september 2001 hebben meegemaakt en erover vertellen.
Cantello werkte destijds in een van de twee gebouwen, maar hij is die ochtend amper binnen geweest, want een collega in de hal zei dat iedereen naar buiten moest. Hij zag het dus van een afstand gebeuren. Nou ja, dat verhaal stond wel in de krant van afgelopen zaterdag.
Hij geeft een rondleiding over het plein, we lopen achter hem aan met oortjes in, langs allerlei gedenkwaardige plekken.
Zoals een reliëf met brandweerlieden erop. En het getal 343, zoveel brandweerlieden zijn er omgekomen, dat staat hier werkelijk overal op. Joe zegt: fayafaytahs.
Aan het eind van de tocht ging hij er een beetje voor staan en vertelde dat hij op dit punt altijd John Lennon citeert.
Hij zei een stukje op uit Imagine (dat niet letterlijk klopt, maar dit is de moraal die Joe eraan wil verbinden):
,,Thank you, Joe'', zeiden we. ,,Have a good day'', zei Joe, en zamelde alle oortjes in.
De ene is kunstenaar Marcus Robinson, oorspronkelijk uit Belfast, een vriendelijke, wat zweverige figuur die een complete verdieping van World Trade Center-gebouw 4 mag gebruiken.
Van daaruit werkt hij aan een uitdijende film over de wederopbouw. Voor het camerawerk kreeg hij er al een Bafta-award voor, met een ceremonie hier op de bouwplaats.
Zijn verdieping, de 65-ste, was spartaans, vrijwel leeg, op wat grote schilderijen na en in de hoek een vleugel, waar hij 's morgens als hij begint jazz op speelt. Want die muziek hoort bij New York, vindt hij. Op mijn verzoek deed hij even een stukje.
Achter hem zie je de hoogste toren van het WTC, rechts is eentje in aanbouw, je kon hier alle kanten op naar buiten kijken. Het atelier met het mooiste uitzicht van de wereld.
De andere man is Joe Cantelmo, een van de rondleiders van het 9/11 Tribute Center. Dat is een klein museumpje, waar allerlei mensen bij betrokken zijn die de aanslag van 11 september 2001 hebben meegemaakt en erover vertellen.
Cantello werkte destijds in een van de twee gebouwen, maar hij is die ochtend amper binnen geweest, want een collega in de hal zei dat iedereen naar buiten moest. Hij zag het dus van een afstand gebeuren. Nou ja, dat verhaal stond wel in de krant van afgelopen zaterdag.
Hij geeft een rondleiding over het plein, we lopen achter hem aan met oortjes in, langs allerlei gedenkwaardige plekken.
Zoals een reliëf met brandweerlieden erop. En het getal 343, zoveel brandweerlieden zijn er omgekomen, dat staat hier werkelijk overal op. Joe zegt: fayafaytahs.
Aan het eind van de tocht ging hij er een beetje voor staan en vertelde dat hij op dit punt altijd John Lennon citeert.
Hij zei een stukje op uit Imagine (dat niet letterlijk klopt, maar dit is de moraal die Joe eraan wil verbinden):
Imagine there's no countries
I wonder if you can
Nothing to kill or die for
A brotherhood of man
,,Thank you, Joe'', zeiden we. ,,Have a good day'', zei Joe, en zamelde alle oortjes in.
zondag 11 september 2016
Namen voorlezen
De herdenking van 9/11 in New York is niet openbaar toegankelijk. Alleen familie en vrienden van de bijna drieduizend mensen die zijn omgekomen mogen het plein op, dat is afgezet met hekken. En natuurlijk beide presidentiële kandidaten en andere belangrijke mensen.
Hillary Clinton viel flauw van de warmte en vertrok na een uur of zo. Wat hier op het journaal een groot ding is. Het is niet raar om eerder te vertrekken, dat schijnen veel mensen te doen, het voorlezen van de namen en zes minuten stilte op de tijdstippen van de aanslagen en het instorten van de gebouwen duurt met elkaar vierenhalf uur.
Toch was ik erheen gelopen. Ik heb Manhattan nog niet zo rustig gezien als vanmorgen om kwart over acht. Op wat groepjes agenten na en een enkel gehaast iemand met een beker koffie was er niemand op straat. Het plein is zo afgezet, dat je de ceremonie niet eens op afstand kunt zien. Dus liep ik naar St Paul's Chapel, het kerkje vlakbij het World Trade Centre dat destijds bijna geen schade opliep en beroemd werd door de foto's van uitgeputte brandweerlui die op de kerkbankjes lagen te slapen.
Daar was een kleine ceremonie rond 8.46, het moment dat het eerste vliegtuig insloeg. (Die termen zijn al helemaal ingeburgerd: als iemand zegt when the first plane hit of the north tower weet iedereen meteen wat er bedoeld is. Net als destijds the Texas School book depository building of the grassy knoll.)
Een dominee luidde een klok, die buiten hangt. De Bell of Hope (staat op het bordje), die de kerk geschonken kreeg van Londen en die bij allerlei terroristische aanslagen geluid wordt.
Daarna zei hij het gebed op dat aan Sint Franciscus wordt toegeschreven, mensen mompelden het mee. ,,I say this prayer all the time'', zei een vrouw naast me, die het uit haar hoofd deed en mij daarom het briefje gaf dat uitgedeeld was met de tekst erop. Daarna werden we gezegend en was het hier buiten afgelopen.
Er waren veel agenten, van wie een paar moesten huilen, mensen met speurhonden, veel pers ook, en aardig wat gewone bezoekers. Maar het was niet zo overweldigend druk als je zou verwachten, hooguit tachtig man.
Thuis keek ik de rest op televisie, waar het voorlezen van de namen live te volgen was. Twee mensen - familieleden - lezen er steeds een stuk of wat voor, op alfabetische volgorde, en sluiten dan af met hun eigen vader, moeder, broer, zuster. Sommige voorlezers zijn zo jong, dat ze de gestorven niet eens hebben gekend, ,,but you will be always in my heart.''
Het is sentimenteel en een beetje stijf, maar af en toe ook ineens ontroerend.
zaterdag 10 september 2016
Shit voor de zomer
Voor me in de bus naar Rockaway Beach stapte een grote man in, die een geel Lakers-shirt droeg met nummer 34. Hij had een zonnebril om een lui oog te verbergen. Het viel me op toen ik naast hem stond.
Hij was druk aan het vertellen aan een man, die achter hem ging zitten en vrijwel niets zei.
,,It's the third summer I'm working with this shit'', zei de grote man. ,,This shit I'm using, you know? That shit for the summer. I bought that shit earlier for this summer.''
De ander knikte.
,,I spent twenty dollar for that shit, to use that shit for the summer, you know. But that shit fell apart. That shit just fell apart.''
Ik heb geen idee over wat voor shit hij het had. Maar het klinkt als een miskoop.
Hij was druk aan het vertellen aan een man, die achter hem ging zitten en vrijwel niets zei.
,,It's the third summer I'm working with this shit'', zei de grote man. ,,This shit I'm using, you know? That shit for the summer. I bought that shit earlier for this summer.''
De ander knikte.
,,I spent twenty dollar for that shit, to use that shit for the summer, you know. But that shit fell apart. That shit just fell apart.''
Ik heb geen idee over wat voor shit hij het had. Maar het klinkt als een miskoop.
dinsdag 6 september 2016
Schudden met die billen
,,How can I get over this fence?'', riep een jongen die vanmiddag naast me stond te kijken naar de West Indian Day Parade, een bonte, zeer luide carnavalsparade op Labor Day met heel veel schaars geklede meiden. Ik gaf hem een hand als steun en hij sprong over het dranghek.
Nog geen halve minuut later stond hij tussen drie vrouwen te twerken - de vrouwen dansen met hun kont, waar je hier sterke staaltjes van ziet, en hij maakt de bijbehorende beweging als u begrijpt wat ik bedoel en dat begrijpt u best.
Labor Day is een vrije dag op de eerste maandag van september, die aan het eind van de negentiende eeuw is afgedwongen door de vakbonden. De bonden hebben zelf ook een Labor Day Parade, maar die is niet op Labor Day, want dan is iedereen immers vrij. Die is dus pas aanstaande zaterdag.
Daarom is hét grote evenement de West Indian Day Parade langs de Eastern Parkway in Brooklyn, waar volgens officiële schattingen een miljoen mensen op afkomen.
Het begon al goed, want voor die parade is er een soort Koninginnenach, J'Ouvert, waar altijd gedoe is met schietpartijen. Dit jaar ook, er werden vier mensen neergeschoten, twee zijn er dood.
Juist om dat in de hand te houden hadden ze dit jaar 3400 politiemensen ingezet. Dat hoor ik net op het journaal en ik geloof het ook meteen want ik heb nog nooit zoveel politie bij een evenement gezien.
Bij een punt waar een zijstraat op de route uitkomt telde ik 25 cops, en er waren een heleboel van zulke punten.
Af en toe gebeurde er blijkbaar iets, want dan kwam ineens een massa mensen aanrennen, ging iedereen opzij en verdween de massa in een zijstraat.
Verder was het een optocht die de hele middag doorging, met trucks met muziek en dansers eromheen. Sommige van die trucks waren van - bijvoorbeeld - Haïti, Jamaica, Grenada of Trinidad. Mensen zwaaiden met vlaggen van die Caribische eilanden, of van landen als Honduras, Guyana en Belize. Andere trucks waren van clubs.
Het was zoiets als de Love Parade, maar dat was een totaal blanke aangelegenheid, en dit juist totaal kleurlingen, zowel bij de deelnemers als toeschouwers. Hoe verder ik de route afliep, hoe meer minderheid ik werd. En ook weer niet: een MC van een van de wagens riep: ,,No matter what island you are from, we are all together!''
Sommige dansers hadden een bonte constructie achter hun kostuum hangen, als menselijke pauwen zeg maar, met wieltjes eronder. Hier zijn een paar plaatjes, gewoon, omdat het zo leuk was.
Maar het leukste was misschien nog wel het verdwaalde groepje dat ik na afloop in de subway tegenkwam. Want in zo'n straat vol kijk je er na een tijdje niet meer van op.
,,You must be exhausted'', zei ik tegen haar, want die parade duurt urenlang en het gaat heel langzaam vooruit. ,,Not at all'', zei ze. Eilanders he. Weten niet van ophouden.
Nog geen halve minuut later stond hij tussen drie vrouwen te twerken - de vrouwen dansen met hun kont, waar je hier sterke staaltjes van ziet, en hij maakt de bijbehorende beweging als u begrijpt wat ik bedoel en dat begrijpt u best.
Labor Day is een vrije dag op de eerste maandag van september, die aan het eind van de negentiende eeuw is afgedwongen door de vakbonden. De bonden hebben zelf ook een Labor Day Parade, maar die is niet op Labor Day, want dan is iedereen immers vrij. Die is dus pas aanstaande zaterdag.
Daarom is hét grote evenement de West Indian Day Parade langs de Eastern Parkway in Brooklyn, waar volgens officiële schattingen een miljoen mensen op afkomen.
Schietpartij
Het begon al goed, want voor die parade is er een soort Koninginnenach, J'Ouvert, waar altijd gedoe is met schietpartijen. Dit jaar ook, er werden vier mensen neergeschoten, twee zijn er dood.
Juist om dat in de hand te houden hadden ze dit jaar 3400 politiemensen ingezet. Dat hoor ik net op het journaal en ik geloof het ook meteen want ik heb nog nooit zoveel politie bij een evenement gezien.
Bij een punt waar een zijstraat op de route uitkomt telde ik 25 cops, en er waren een heleboel van zulke punten.
Af en toe gebeurde er blijkbaar iets, want dan kwam ineens een massa mensen aanrennen, ging iedereen opzij en verdween de massa in een zijstraat.
Verder was het een optocht die de hele middag doorging, met trucks met muziek en dansers eromheen. Sommige van die trucks waren van - bijvoorbeeld - Haïti, Jamaica, Grenada of Trinidad. Mensen zwaaiden met vlaggen van die Caribische eilanden, of van landen als Honduras, Guyana en Belize. Andere trucks waren van clubs.
What island you are from
Het was zoiets als de Love Parade, maar dat was een totaal blanke aangelegenheid, en dit juist totaal kleurlingen, zowel bij de deelnemers als toeschouwers. Hoe verder ik de route afliep, hoe meer minderheid ik werd. En ook weer niet: een MC van een van de wagens riep: ,,No matter what island you are from, we are all together!''
Sommige dansers hadden een bonte constructie achter hun kostuum hangen, als menselijke pauwen zeg maar, met wieltjes eronder. Hier zijn een paar plaatjes, gewoon, omdat het zo leuk was.
Maar het leukste was misschien nog wel het verdwaalde groepje dat ik na afloop in de subway tegenkwam. Want in zo'n straat vol kijk je er na een tijdje niet meer van op.
,,You must be exhausted'', zei ik tegen haar, want die parade duurt urenlang en het gaat heel langzaam vooruit. ,,Not at all'', zei ze. Eilanders he. Weten niet van ophouden.
maandag 29 augustus 2016
George Washington, de vogels en ik
1: Generaal Washington
George Washington, de eerste president van de Verenigde Staten, overleed al in 1731 en ik ben er nog steeds, maar dat hoeft een gezamenlijk kiekje niet in de weg te staan.Hij was zondag bij de herdenking van de Battle of Long Island, ook wel de Battle of Brooklyn, 240 jaar eerder. De inkt op de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring van 4 juli 1776 was amper droog of de Britten kwamen verhaal halen. Een enorme vloot verzamelde zich bij New York, zodat in augustus dik 32.000 Britse soldaten klaar stonden om de opstandige kolonialen een lesje te leren.
Het leger van Washington was wel de helft kleiner, en nogal ongeorganiseerd. Het werd dan ook door de Britten in de pan gehakt. Zodat Washington besloot om er met het restant bij nacht, onder dekking van dichte mist, vandoor te gaan. Had hij dat niet gedaan, dan was het heel anders afgelopen.
Dat herdenken ze elk jaar op de prachtige, heuvelachtige Green-Wood begraafplaats in Brooklyn, waar het voor een deel ook echt is gebeurd en waar als herdenking een beeld staat van Pallas Athene. Dat kijkt recht naar het Vrijheidsbeeld, dat je in de verte tussen de bomen door kunt zien. Vanwege die twee beelden mag er tussenin niks hoogs gebouwd worden.
Er is een uitje voor het hele gezin van gemaakt, met acteurs in ouderwetse uniformen. Eentje liet me zijn enorme geweer met laadstok vasthouden: die dingen zijn best zwaar.
Er waren ook Engelsen te paard, in rode jassen. ,,No taxation without representation!'', riep een Amerikaan met een iPhone naar een van hen. Die had zich goed ingewerkt in zijn rol, want die legde uit hoe ze pas nog de Ieren op hun nummer hadden gezet, die ook zo dwars waren.
Op een afgezet veldje spelen ze met een man of twintig de slag na, de geweren doen het echt en het kanon ook, zodat overal baby's begonnen te huilen. Toen de eerste Engelsman neerviel, ging er een gejuich op, net voetbal. Ik hoopte dat het kleine jongetje, dat een Britse drummerboy voorstelde, eraan zou gaan, want ik was benieuwd of ze dan ook zouden juichen, maar zo dramatisch werd het allemaal niet.
Nadat de opstandige Amerikanen waren verslagen (toch een beetje gek, een slag herdenken die je hebt verloren) ging het in optocht achter een militair corps aan naar Battle Hill.
Daar werden vlaggen geplant, een historicus hield een verhaal, daarna een dominee, en we zongen met zijn allen het Amerikaanse volkslied. Ook beloofden we trouw aan de Amerikaanse vlag and all that it stands for. Het publiek applaudisseerde voor alle veteranen die er zaten.
Daarna was de herdenking afgelopen en kon ik met generaal Washington op de kiek. ,,Good luck with the rest of the battle, sir'', wenste ik hem toe, want hij had nog een paar jaar voor de boeg en zijn land heeft het nu ook niet makkelijk.
2: De parkieten
Meer geschiedenis:In 1967 of 1968 werd er op Kennedy Airport een groot krat opengebroken (als we de film Goodfellas mogen geloven was dat in die tijd lopende-bandwerk voor de georganiseerde misdaad) waarin wijn uit Argentinië zou zitten. Maar er zaten parkieten in, bestemd voor dierenwinkels.
Die vlogen ervandoor en trokken naar een paar parken. Er zijn pogingen gedaan om ze uit te roeien, maar op Green-Wood zitten er nog honderden in de bomen. Je hoort en ziet ze overal, het zijn vrij grote dieren, beetje grijzig. Vaders wijzen hun kinderen er voortdurend op. Ze eten besjes en stukken pizza, naar het schijnt.
Op de grote foto is het niet goed te zien, maar in het middelste torentje van het poortgebouw zit een reusachtig nest, het lijkt een klont van stokjes.
,,They are like condo's'', zei de man die mij erop wees. ,,They are all built on top of eachother.''
Abonneren op:
Posts (Atom)