donderdag 25 april 2024

Sayamanda Sayamanda Sayamanda, ring the bell


Af en toe heb ik een bloedneus, meestal op momenten dat het heel slecht uitkomt. 

Onlangs in Wenen bijvoorbeeld, toen ik 's avonds bij het concert van Alexandre Desplat vandaan kwam en naar de tram liep. Een vrouw die op de tram stond te wachten vroeg ik of ze papieren zakdoekjes had. Ze schrok, ik zal er raar uit hebben gezien, maar ik kreeg ze wel.

Een paar andere staaltjes staan hier op dit weblog. Je gaat er niet dood aan, vervelend is het wel. De huisartsassistente tipte een keer dat je vaseline in je neusgaat moet smeren, voor een afsluitend laagje.  ,,Waarom laat je het niet gewoon dichtbranden?'', zei Jeroen laatst, een tip die ik vaker krijg. 

Woensdagavond trad de weergaloze zangeres Jeanine de Bique op in de Grote Kerk, met Holland Baroque. Ik had griep, maar wilde er toch heen. Jeanine de Bique gaf eerder een verpletterend optreden in de Harmonie, ik heb er een gesigneerde cd aan overgehouden. ,,Nice hat!'', zei ze toen. ,,Thank you'', zei ik. Dat was ons hele gesprek. 

Hier bestond het programma uit barok- en Caraïbische muziek; het was geweldig en vrolijk; maar door de lange nagalm in de kerk kwam het niet altijd tot zijn recht als je vrij ver achterin zat, zoals ik. Toch had ik het niet willen missen, aan het eind liet ze de zaal meezingen met een lied dat Sayamanda heet. ,,You can also dance'', nodigde ze uit, maar dat was voor het publiek in de Grote Kerk een stap te ver.

Vlak voor de pauze voelde ik het ineens: een bloedneus. En niet gering ook. 

Ik snelde in de pauze naar het toilet, rood-doorweekte zakdoekjes tegen mijn neus, waar ik de wasbak zo goed en kwaad als het ging probeerde vrij te houden van bloedspetters. Wat niet simpel is. Links en rechts boden mensen me papieren zakdoekjes aan, hele pakjes vol. 

,,Gaat het allemaal goed?'', vroeg organisator Stephan Brekelmans. Hij  riep de koster erbij. 

Intussen ging ik op een stoel zitten en deed wat ik vroeger had geleerd, hoofd achterover, neus dichtknijpen. ,,Niet achterover zitten!'', zei de koster meteen.  ,,Voorover juist.'' Hij had een EHBO-doos bij zich. We maakten een prop van verband om daarmee het neusgat te dichten. 

Met die prop en nog wat zakdoekjes om die op zijn plek te houden ging ik alvast weer in de kerk zitten.

,,Het is minder erg dan het lijkt hoor'', zei ik tegen de mensen die me aankeken. Zoals de man die voor me zat, met grijs haar en een bril. ,,Ja, ik zie het, het is een bloedneus'', stelde die op rustige toon vast. ,,Je moet hem een kwartier dichtknijpen, maar niet zo hoog als je nu doet. Dan zou het op moeten houden. Maar het beste is als je een keer bij me langskomt, dan maken we er voor eens en altijd een eind aan.''

Ik keek verbaasd. ,,Ik ben KNO-arts in het MCL'', legde hij uit. ,,Van den Berghe. Kom je maar een keer melden, dan gaan we ermee aan de gang. Maar dan moet je wel je hoed ophouden, anders weet ik niet meer wie je bent.''

,,Dit kan toch geen toeval zijn'', zei een andere bezoeker die mee had geluisterd.

Dus: binnenkort gaat het gebeuren, er is geen ontkomen meer aan.

(De foto is van Stephan Brekelmans)


woensdag 24 april 2024

Rectificatie: De Bosatlas

Met mijn visite wandelde ik door de Leeuwarder binnenstad. ,,Dit was de Joodse School'', wees ik. ,,Niet zo lang geleden was het gebouw nog als school in gebruik, maar nu niet meer. Ik heb ergens gelezen dat er appartementen in komen.''

De deur stond open, binnen waren mensen aan het schoonmaken. Een man die me had gehoord kwam naar buiten. 

,,Er komen helemaal geen appartementen in'', verbeterde hij. ,,We gaan hier een plek voor evenementen, huwelijken en zo van maken.''

Hij bleek de eigenaar van het pand te zijn, Gerard Cohen. ,,Van het Leeuwarder metaalconstructiebedrijf'', voegde hij toe.

Er schoot me iets te binnen. Als leerling van de RSG in Leeuwarden zat ik op huiswerkinstituut Speckmann, net als mijn broer Waling overigens. Het instituut, een ruimte vol kleine tafeltjes met stoelen, was op de zolderverdieping van een groot huis aan de Emmakade.

Bij de andere leerlingen op dat instituut was een - in mijn herinnering - klein jongetje met kort haar en een bril. Die heette ook Cohen. 

Ik haalde het in 2021 aan in de column hieronder.


,,Dat was ik'', zei Gerard Cohen toen ik het hem vertelde. ,,Ik heb nog altijd contact met mevrouw Speckmann. Maar het was geen Bosatlas hoor, het was zo'n agenda waar Speckmann alles in noteerde.''

zaterdag 20 april 2024

En klaar is de Romeinse wijzerplaat


De Oldehove heeft het een tijdlang zonder wijzers, wijzerplaat en de assen om de klok te luiden moeten doen. Ze hoopten dat alles voor 4 mei hersteld zou zijn, maar dat lukt niet, want er zijn gifstoffen (chroom 6, dat deskundigen chroom(VI)oxide noemen) in het hout van de ophanging ontdekt. Het duurt dus langer. Bij de aanstaande dodenherdenking nemen de klokken van de Dominicuskerk en de Bonifatius het over.

Het werk gaat door, deze week is de steiger bij de Oldehove weggehaald. Vanuit de Grote Kerkstraat heb je nu alweer vol zicht op de herplaatste wijzerplaat, die er als nieuw uitziet. De Romeinse cijfers fonkelen je tegemoet.

Het boeiende van zulke wijzerplaten vind ik de IIII. Overal ter wereld waar ik een klok zie kijk ik ernaar. Want het getal 4, leerde ik op school, schreven de Romeinen als IV. Een lager cijfer dat voor een hoger cijfer staat wordt van dat hogere cijfer afgetrokken. I (1) is lager dan V (5), dus IV is 5 min 1. 

Handig is dat talstelsel niet, wel sjiek, daarom gebruiken veel torenklokken en horloges het. Gek genoeg schrijven die bijna allemaal IIII (behalve de Big Ben in Londen, die als een van de zeer weinigen IV doet). Een I dus met drie keer I erachter. Je zou verwachten dat ze de 8 ook schrijven als een V met drie keer III erachter, wel zo consequent, maar de 8 staat er dan weer als IIX op.

Waarom klokkenmakers die gewoonte hebben is niet duidelijk. 

Het is wel mooi evenwichtig op de wijzerplaat, want te beginnen met 1 uur zijn er eerst vier getallen met I erin, dan zijn er vier met V erin en vervolgens vier met X erin. Zo bekeken is het net iets uit Sesamstraat: twintig keer een I, vier keer een V, vier keer een X en klaar is de Romeinse wijzerplaat.

maandag 15 april 2024

Vlechten en vrijheid


Een keer per jaar tref ik meneer Samsom van de Willemskade. Dat is bij het hijsen van de vlag van Leeuwarden en een van de Royal Canadian Dragoons op 15 april, naast het Stadhuis.

Op 15 april 1945 werd Leeuwarden bevrijd door die dragoons, ze reden vanaf de Groningerstraatweg de stad in. Daar was meneer  Samsom als zesjarige niet bij, hij zag ze later pas, samen met zijn even oude vriendje David van Kampen. Hij slaat deze plechtigheid nooit over, ook vandaag niet.

Het is maar een kleine ceremonie, er wordt weinig ruchtbaarheid aan gegeven. Er is een groep leerlingen van de Kinderkoepel bij, de kinderburgemeester, een paar militairen en een handjevol belangstellenden. Na afloop is er koffie met oranjekoek. Het is een boeiende gedachte dat ongeveer tegelijkertijd bij de Royal Dragoons in Canada een Leeuwarder vlag gehesen wordt.

Burgemeester Sybrand Buma hield - onversterkt - een praatje, waarvoor we wat dichter om hem heen kwamen staan (dichter dan op de foto), omdat vlakbij een vrachtwagen van Hanos brulde, de chauffeur had haast en wilde hem niet uitzetten. Ook dat is vrijheid, denken we dan maar.

,,Ik heb het nog meegemaakt dat de Canadese soldaten hier binnenreden'', vertelde meneer Samsom aan een paar leerlingen. Een jongetje probeerde dat te bevatten: ,,Hoe oud bent u dan?'', vroeg hij. ,,Ik ben 84'', antwoordde hij. Dat maakte zichtbaar indruk. Geen wonder, als dat jongetje die leeftijd bereikt is het bijna 2100.

Meneer Samsom was van iets anders onder de indruk. Toen de schoolklas al was vertrokken zei hij: ,,Zag je de vlechtjes van dat ene meisje? Ik heb kleindochters en kan ook haar vlechten, maar zij had er tientallen!''

Daarna vertrok hij. ,,Tot volgend jaar'', zei hij.

zaterdag 13 april 2024

De dagboeken van Eleanor

Op mijn verjaardag in 1980 kreeg ik van Ina en Renée Notes van Eleanor Coppola, dat in het jaar ervoor was verschenen. 

De gevers schreven op het titelblad: ,,You smell that? Nothing in the world smells like...'' Het boek ruikt inmiddels naar tweedehands boekhandels. 

Eleanor is de vrouw van filmer Francis Ford Coppola. Actrice Diane Keaton heeft wel eens gezegd dat ze haar rol als Kay, de vrouw van Michael Corleone in The Godfather, een beetje op Eleanor Coppola had gebaseerd.

De eerste regel van Notes, vertaald: ,,Op 1 maart 1976 ging ik naar de Filipijnen met mijn man, Francis Coppola, onze drie kinderen, Gio, Roman en Sofia, Francis' neef Marc, onze huisbewaarder, babysitter en Francis' operateur. We huurden een groot huis in Manila om in te wonen tijdens de vijf maanden die waren gepland voor de opnamen van Francis's film Apocalypse Now, een avontuur dat zich in Vietnam afspeelt.''

Wisten zij veel. De opnamen liepen eindeloos uit, acteur Martin Sheen kreeg een hartaanval, een storm verwoestte de set, Marlon Brando deed moeilijk, er moest voortdurend geld bij, Coppola kon geen passend eind voor zijn film verzinnen, het kostte haar bijna haar huwelijk. De laatste dag van haar notities is 8 november 1978 en dan is de film nog niet helemaal gemonteerd.

Stukken van haar boek en de achter-de-schermen-opnamen die Eleanor Coppola maakte komen terug in de documentaire Hearts of Darkness, die over het tot stand komen van de film gaat.

Vanmorgen las ik dat ze vrijdag is overleden,  op haar 87-ste. Het huwelijk heeft 61 jaar standgehouden. 


Binnenkort gaat Megalopolis in Cannes in première, Coppola's nieuwste, vaak uitgestelde film die moeizaam tot stand is gekomen, met hemzelf als financier. De eerste berichten erover zijn gemengd. ,,Precies zoals het veertig jaar geleden ging met Apocalypse Now'', zegt de maker.

Op dit moment is dat niet aan de orde, maar stilletjes hoop ik wel dat Eleanor ook hier een dagboek van heeft bijgehouden. 

woensdag 3 april 2024

Hoe word je pianostemmer



,,Hoe komt het eigenlijk dat je pianostemmer bent geworden'', vroeg ik pianostemmer Henk bij de koffie.

Henk stemt al jaren mijn piano, een Feurich uit 1925. Hij is steevast complimenteus over het geluid ervan. Vroeger zei hij dat hij de eerste wilde zijn als ik hem ooit zou verkopen. Maar hij is nu aan het afbouwen, hij handelt niet meer, de werkplaats is leeg en krijgt een andere bestemming. 

Henk blijft nog wel stemmen en hopelijk lang ook, want er komen amper jonge pianostemmers van de opleiding en de sector vergrijst in hoog tempo. 

Henk vertelde hoe hij als jongeman niet wist wat hij wilde. Allerlei baantjes had hij, hij was zelfs naar zee geweest. Eind jaren zeventig kampeerde hij, werkloos, op Terschelling. Hij gaf met zijn hand aan hoe ver zijn haar destijds over zijn schouders hing.

Daar zat hij voor zijn tent wat gitaar te spelen. Een eindje verderop zat ook iemand met een gitaar, en hoe gaat dat, je raakt aan de praat.

Die ander vertelde dat hij gitarist was van Flavium. Een band uit Apeldoorn waarvan de naam mij vaag bekend voorkwam. De Flaviumgitarist vertelde dat hij lekker in de ww bleef, en daar had aangegeven dat hij een opleiding tot pianostemmer wilde volgen.

Daar viel het kwartje, zei Henk. Ineens wist hij dat hij pianostemmer wilde worden.

Hij meldde het bij de sociale dienst en volgde een opleiding - die was toen ook, in het kader van de spreiding,  in het Noorden, ik meende dat hij Emmen zei. Inmiddels is hij het al meer dan 45 jaar. 

Ik ken de gitarist van Flavium niet, ik kan ook niet zomaar een hit van de groep noemen. Maar ik ben hem dankbaar voor zijn levensbepalende opmerking, zomaar op een Terschellinger camping.

Een honderdjarige: Marlon Brando


Als Marlon Brando nog zou leven, was hij vandaag honderd geworden. Gefeliciteerd! We moeten natuurlijk even onderstrepen dat er ook wat Nederlands aan hem is (via zijn moeder). 

De foto hierboven is uit The men, die ik nog nooit heb gezien... Wel natuurlijk The Godfather, On the Waterfront, Last Tango in Paris, Apocalypse Now, Superman, The Wild One. Een mooie oogst, maar ik heb nog veel in te halen. 

vrijdag 22 maart 2024

Een stille reiziger  

Voor me in de propvolle bus naar de Amelander pier stond zondag een man met een papagaai, die om zich heen keek (de papegaai, de man niet), af en toe zichzelf wat pikte of krabde met zijn snavel en verder kalm bleef zitten. 

Het dier zat niet op zijn schouder, zoals je op plaatjes van piraten vaak ziet, maar meer naar achter, op de rugzak. Een paar vage witte sporen op de jas leken erop te wijzen dat de papagaai nog niet helemaal zindelijk was. 

,,Hij vindt het volgens mij wel gezellig'', zei de vriendin van de man tegen hem. ,,Al die mensen.''

,,Ben je niet bang dat hij wegvliegt?'', vroeg ik. ,,Zometeen op de pier bijvoorbeeld? Dat lijkt me best eng.''

,,Hij zit aan een touwtje'', zei ze en liet het zien. ,,En hij is sowieso niet een wegvlieger.''

,,Maar het is wel een experiment, we doen dit voor het eerst zo. We zijn eigenlijk meer bang dat hij gaat krijsen, want dat is ontzettend luid.''

Het dier krijste niet maar bleef om zich heen kijken nar het geroezemoes van alle andere passagiers, dat hem op zijn gemak leek te stellen. Wel zei hij een keer ineens ,,Hallo'', maar dat hoort zo als je een papagaai bent. 


donderdag 21 maart 2024

Wie trekt er aan de touwtjes


Het weelderige Residentieslot van Dresden is zo groot, dat tussen alle pronk, praal en harnassen die er getoond worden ruimte over was om een balzaal vrijwel leeg te houden, op een klein marionettentheater na. 

Mit viel Zartgefühl dürft Ihr hier die Fäden ziehen stond er in sierlijke letters op, met veel tederheid mag u hier de touwtjes in handen nemen. Een los bordje verderop spoorde ook aan om ermee te spelen, maar niemand deed het.

Aan mij is zoiets wel besteed. Ik pakte de marionet die keurvorst August der Starke voorstelde en deed mijn best om hem zo echt mogelijk heen en weer te laten lopen. Dat is, ik weet het, behoorlijk moeilijk, het wordt meer schommelend schuiven dan overtuigend lopen. Maar het lukte me wel redelijk om hem te laten zitten, heen en weer te kijken en te zwaaien naar eventuele toeschouwers.

Een suppoost die van een afstand had toegekeken wees me op een slingertje aan de zijkant, waar een speeldoos aan vast zat. 

En omdat er juist een schoolklas werd rondgeleid had ik ook publiek. De kwaliteit van de voorstelling viel vast tegen, maar toen ik August der Starke naar de kinderen liet zwaaien, zwaaiden ze terug.

(Voor wie denkt dat ik nog steeds op reis ben: nee hoor. Maar gisteren kreeg ik deze foto's van Christien).

zondag 17 maart 2024

 G'schichten aus dem Wiener Stadbahn



In de trams van Wenen roepen ze vaak om: 'Bitte, seien Sie achtsam, andere brauchen Ihrer Platz vielleicht notwendiger' - vrij vertaald: opstaan voor andere passagiers is een goed idee.

In de tram richting Schloß Schönbrunn (foto) stapte een ouder echtpaar in. Een jonge vader stond voor de man op, die met een knikje ging zitten. Ik maakte aanstalten om voor de vrouw op te staan, maar ze zag me vragend kijken en zei: ,,Nein danke, lieb von Ihnen aber ich stehe immer.''

Terwijl de tram weer op gang kwam herhaalde ze: 'Aber sehr lieb, danke.''

En toen ze nog eens goed naar me had gekeken zei ze: 'Aber Sie sind doch auch nicht mehr so jung?'

De jonge vader schoot in de lach, ik ook, want ik wist niet wat voor reactie ik hierop moest geven.

Wat later vertelde ze dat haar man net tegen haar had gezegd dat je zoiets niet zomaar kunt zeggen. Ik antwoordde dat het best kon en dat ze bovendien gelijk had.

zaterdag 16 maart 2024

Walthaus im Pixelwald


In het Kunsthaus van Zürich is een sprookjesachtige installatie van Pipilotti Rist, die Pixelwald heet: grote, ijs-achtige plastic dingen hangen er, met gekleurd licht erin en zweverige muziek. Je loopt er doorheen - zoals lichtkunst die je in elke stad tegenkomt, maar intenser omdat het in een donker museumzaaltje is. 

Erg origineel is het niet om daar een filmpje van te maken, maar ik kon het niet laten. Op volledig scherm werkt het het best, al blijft zo'n opname minder hypnotisch dan het echte ding. 

De wat fellere gekleurde lichtjes aan het eind zitten in de hakken van de schoentjes van een meisje dat genoeg had van het Pixelwald. 

vrijdag 15 maart 2024

Met de Polybahn


Een rit met de Polybahn duurt nog geen twee minuten, het filmpje dat ik onderweg maakte dus ook niet. Het is zo'n mooi rood kabeltreintje, dat ik ineens boven de straat waar ik liep omhoog zag rijden. Daar kan een mens geen weerstand aan bieden.

Hij vertrekt uit een gebouw op de begane grond zullen we maar zeggen - er wonen gewoon mensen boven - naar een stationnetje hogerop, vlakbij de Eidgenossische Technische Hochschüle van Zürich, die vroeger Polytechnisch heette, vandaar dus Polybahn. 


Het ding is eigendom van een Zwitserse bank, het vervoersbedrijf had dit ding in de jaren zeventig al opgegeven, het is opgeknapt en gemoderniseerd. De passagiers: vooral studenten, had ik de indruk, die al lang aan dit treintie gewend zijn en dus niet meer naar buiten, maar op hun mobieltjes keken.


donderdag 14 maart 2024

 Iedereen was in Odeon


Café Odeon opende in 1911, naar Weens voorbeeld; een koffiehuis met spiegels aan de muur, glitterlampen, kleine marmeren tafeltjes en grote ramen, tikje Jugendstil. 

Blijkbaar (las ik later) was dit de eerste plek in Zürich waar je champagne per glas (in plaats van een hele fles) kon bestellen. Vroeger was het groter, begin jaren zeventig sloot het nadat de drugsscene van Zürich het tot trefpunt had gemaakt en er de boel kort en klein sloeg. Maar het staat onder monumentenzorg en  rolt weer sinds de jaren negentig. 

Ein guter Tag startet

mit Kaffee und endet

mit Champagner

Oder umgekehrt

staat in een van de spiegels gegraveerd. Op een andere staat dat hier geen Wifi is en je maar met elkaar moet praten. Wat de meesten ook doen, op een enkeling na die aan de bar de Neue Zürcher Zeitung zit te lezen.

Hier kwam iedereen, daar is een boek over geschreven maar Wikipedia somt de voornaamsten ook op: Somerset Maugham, Remarque, Einstein, Lenin, Mussolini, Klaus Mann, Toscanini, Furtwängler, James Joyce, Max Frisch, Friedrich Dürrenmatt. De Zwitserduitse versie van Wikipedia voegt er nog aan toe: Aageblich söll d Tänzeri Mata Hari im Cabaret vom Odeon uftrette sii - naar men zegt heeft Mata Hari hier gedanst.


En ik ben er nu ook geweest - een paar keer zelfs. Omdat het Wikipedia niet zal halen meld ik het hier.





zaterdag 9 maart 2024

 Over at the Frankenstein Place




Het Museum Lichtspiele in München staat in het Guinness Book of World Records. Niet omdat het de oudste nog bestaande bioscoop van de stad is (al is het dat wel), maar omdat er sinds 24 juni 1977 elk weekend The Rocky Horror Picture Show vertoond wordt, de moeder aller cultfilms.

Dat wil je niet missen, en omdat ik de film vrijwel geheel kan meezingen ging ik er gisteravond heen. Dan sla je in elk geval geen modderfiguur, want bij deze film gaat het om het meedoen. In Nederland is dat nooit zo aangeslagen, waarschijnlijk omdat het daarna zo'n bende in de zaal is, maar in de Verenigde Staten en Duitsland wel. 

Eind jaren zeventig maakte ik het een keer mee in Hamburg en ik kocht kort daarop de elpee. We hebben het met Cinema Ascona in Kûbaard een keer gedemonstreerd. Daar stond ik zelf het hardst te zingen en te smijten.

Hij draait hier in Kino 2, een zaaltje links van de foyer, dat in Rocky Horror-stijl is ingericht: zwartwitte Mona Lisa's aan de muur, een bloot beeld in een nis. 

Bij de toonbank in de foyer kun je niet alleen popcorn kopen, maar ook een zakje 'zum mitmachen', met ondermeer speelkaarten, een koekje, een rolfluitje, een feestmuts, een zakje rijst, een rubberen handschoen en natuurlijk lange slierten wc-papier. 

Een paar instructies (dat je als Janet in de film genoemd wordt je Slut! hoort te roepen en bij Brad Asshole!, wat ik nooit doe omdat het snel verveelt - hier doet niemand het, trouwens) staan op de zak gedrukt.

,,Wer hat es noch nie mitgemacht?'', vraagt een bioscoopmedewerker voor de film begint. Er gaan wat handen omhoog. 

Ik zit een beetje in het midden, tussen het gangpad en een groep dames uit Hamburg. De pret begon meteen, met het strooien van rijst als een pasgetrouwd bruidspaar de kerk uitkomt.

Ik denk dat de fanatiekste fans op de achterste rij zitten, maar qua fanatisme viel het hier vanavond wel mee. Zo ging er bijvoorbeeld niemand dansen bij de Time Warp. Ik zat er klaar voor, zo moeilijk is dat dansje immers niet, Charles Gray (,,Boring!'' roep je als die in beeld komt) legt het zelfs uit met een plaatje:

It's just a jump to the left
and then a step to the right
put your hands on your hips
you bring your knees in tight
But it's the pelvic thrust
that really drives you insane
Let's do the Time Warp again
Let's do the Time Warp again.

Maar ik was niet van plan dat als enige te doen. Bovendien zong ik alles al uit volle borst mee. Ik was volgens mij zelfs de enige die ''Say it!'' en ,,In Disneyland'' riep op het juiste moment. 

Een goed moment was de pech met de auto van Brad en Janet aan het begin. Ze proberen achteruit te rijden en krijgen een lekke band. Op dat moment moet je het papieren zakje waar net de rijst nog in zat opgeblazen en paraat hebben, om het stuk te slaan. 

Dat lukt niet iedereen tegelijk, zodat je wel twintig seconden achterelkaar om je heen Plop! Plop! Plop! hoort. Er is bij zoiets ook altijd iemand die helemaal achteraan nog eens met zijn of haar Plop! komt. 

Brad en Janet zijn dan al uitgestapt en rennen met een krant op het hoofd tegen de regen (de hele zaal heeft dan ook een krant op het hoofd) naar het kasteel van dr. Frank-n-Furter. Daar hebben ze immers licht zien branden en in de zaal zwaait iedereen met zijn lichtstaafjes.

Wat een plezier. Als zoiets in Leeuwarden zou bestaan ging ik er elke week heen. En ik wil na afloop best helpen met opruimen. 



woensdag 6 maart 2024

Een voetbalkenner aan het woord



Wat zitten er veel Italianen in dit hotel, dacht ik vanmorgen bij het ontbijt hier in München. Jonge mannen die elkaar begroetten zoals mensen elkaar in ontbijtzalen begroeten, ze scharrelen verdwaasd binnen, schrikken van de mevrouw die ineens verschijnt en hun kamernummer vraagt, verkennen de ruimte net zo lang tot ze hun bekenden zien. Heb je lekker geslapen, ja maar nu eerst koffie. 

Eentje droeg een zwart T-shirt met de rugtekst: I spent all my money on Lazio and beer.

Kort daarop liep ik de stad in en zag een sticker van Lazio op een voetgangersstoplicht geplakt. Misschien is er een wedstrijd, dacht ik.

Op het Marienplatz, voor het Rathaus, werd ik aangesproken door een man met een microfoon van Sky Sport. Verderop stond zijn collega met een camera op statief.

,,Mag ik u een paar vragen stellen over de wedstrijd van gisteren van Bayern-München tegen Lazio Roma?'', vroeg de man met de microfoon. ,,Voor de camera?'

,,Natuurlijk'', zei ik, want ik ben de kwaadste niet. ,,Maar heb weinig verstand van voetbal en ik heb de wedstrijd niet gezien. Dus wat was de eindstand?''

,,Drie-nul'', zei de man. Ik dacht dat hij nu wel op zoek zou gaan naar een ander, maar het gesprek ging toch door.

Wat dacht ik van de kansen voor Bayern-München? Waren die nu gekeerd nu ze in de kwartfinale zijn doorgedrongen?

,,Op basis van één wedstrijd kun je dat moeilijk zeggen'', zei ik diplomatiek. ,,Maar het kan een aansporing voor de spelers zijn.''

Dus ze maken wel een kans om te winnen, wilde de man weten.

,,Ik kom uit Nederland'', zei ik. ,,Net als Louis van Gaal. Die heeft hier toch gewerkt?'' De interviewer knikte. ,,Dat betekent dat Van Gaal in die club geloofde. En als hij erin gelooft doe ik het ook. Want dan kan er veel.''

Ik vond het tot dusver heel aardig gaan. Maar toen vroeg de man: ,,Waar denkt u over honderd dagen aan?''

,,Aan de zomer?'', probeerde ik. Maar ik had moeten denken aan het Fußball-Europameisterschaft dat deze zomer gehouden wordt. (In Duitsland, maar dat vond ik pas uit toen ik dit stukje tikte).

Ook hierdoor liet de interviewer zich niet uit het veld slaan. Gaat u kijken?

,,Ja vast'', zei ik. ,,Ik kijk meestal in het café.'' 

Toen de hamvraag: Maakt Duitsland een kans om Europees kampioen te worden.

Ik moest denken aan de legendarische en lollige quote van Gary Lineker (dat hij het heeft gezegd heb ik net opgezocht): 'Voetbal is een simpel spel waarin 22 mannen 90 minuten op een bal jagen en uiteindelijk winnen de Duitsers'. 

Maar dat zei ik niet, ik zei: ,,Daar kan ik geen uitspraak over doen, want dan mag ik mijn land niet meer in.''

Vermoedelijk hebben ze er niks van in de uitzending gebruikt en dat snap ik best.

dinsdag 5 maart 2024

 Een historische avond met Alexandre Desplat


Alexandre Desplat schreef muziek voor meer dan tweehonderd films en televisieprogramma's, waaronder het wonderschone begin van de film Birth van Jonathan Glazer, en de mooie van Ghost Writer en Venus in Furs van Roman Polański. 

Alle films van Wes Anderson van de laatste tijd deed hij, voor  The Grand Budapest Hotel kreeg hij een Oscar, net als voor The Shape of Water van Guillermo del Toro. Maar ook voor blockbusters als Godzilla, afleveringen van Harry Potter en de Starwarsfilm Rogue One draait hij zijn hand niet om. 

Hij mag als filmcomponist minder bekend zijn dan John Williams, maar die Alexandre Desplat bedoelen we. 

Hij was op 1 maart in de Goldene Saal van de Musikverein in Wenen om daar het Wiener Symphoniker te dirigeren met een keuze uit zijn eigen muziek. Theo Galama en ik hadden kaartjes. 

Met Theo ben ik in 2020 ook naar Wenen geweest, toen naar een programma met John Williams. 

Theo is een fan, zeker als het John Williams gaat. Die heeft hij in Boston, Milaan, Londen en Berlijn zien dirigeren. 

In Wenen stond hij destijds bij de artiesteningang, met een heleboel andere fans. Hij had de elpee van Jaws mee in de hoop dat Williams die zou willen signeren. Maar dat lukte niet. Wel heeft hij hem toe kunnen roepen: 'God bless you, mister Williams', waarop Williams zei: 'Thank you'.

Al heeft Theo minder met Desplat, hij had wel een elpee gekocht van The Shape of Water. Daarmee gewapend waren we een uur voor het concert al bij de artiesteningang van de Musikverein. 

Anders dan bij Williams was het daar nu niet druk. Wel was er een jong Pools stel. ,,Je hebt hem net gemist'', zei de jongen van dat stel. ,,Nog geen minuut geleden ging hij naar binnen.''

Theo snelde naar de artiesteningang, die grote ramen in de deur heeft. ,,Daar staat hij!'', riep hij. Hij hield de elpee omhoog tegen het glas, maar dat werkte niet. 

Doortastend trok hij de deur open en hield in het halletje de plaat weer omhoog. Desplat, die verderop stond met zijn vrouw, violiste Dominique Lemonnier, zag het, glimlachte en liep terug.


Dit leek me een historisch moment. Ik drukte mijn mobieltje tegen het glas van de deur en nam een reeks foto's. Hoe Desplat de plaat bekeek, hem signeerde met een witte stift (had Theo bij zich) en een hand gaf. Zijn vrouw (rechts op de foto) bekeek het geamuseerd  - alles duurde denk ik nog geen minuut.



Theo was, dat kunnen we gerust zo stellen, innig tevreden. ,,Wat een aardige man'', zei hij. ,,Hij was heel benaderbaar. Maar als we zonet niet een biertje hadden genomen bij het eten had ik dit nooit gedurfd.''


Ik stelde voor de kostbare elpee weer in het bubbeltjesplastic en de rugzak te doen, maar Theo bleef er wel tien minuten mee wapperen. Hij wilde er zeker van zijn dat de inkt echt droog was en niet per ongeluk weggeveegd kon worden. Er staat: Pour Theo, dan iets onleesbaars, dan de handtekening. 

Het concert was natuurlijk groots, Desplat wisselt vaardig van grote, dreigende monstermuziek naar hupse deuntjes, dansmuziek wisselt met thrillermuziek, hij liet een stuk horen van een Ravel-achtig fluitconcert met solist, er was een 21-koppig kinderkoor en 1 Wiener Sängerknabe voor een liedje uit Pinocchio, de bezienswaardige animatiefilm van Guillermo del Toro. En er was een reeks uit The Shape of Water - erg mooi, zeker nu. 

Muziek uit Birth, Ghost Writer of Venus in Furs zat er helaas niet bij, maar je kunt niet alles hebben. 

zondag 3 maart 2024

Auf Wiedersehen



1. Ich lebe so gerne!

Auf Wiedersehen staat er op sommige grafmonumenten van het Zentralfriedhof in Wenen. Simpel 'tot ziens',  dat heb ik in Nederland nog nooit op een grafsteen gelezen.

Ergens anders op deze reusachtige begraafplaats, met een kerk-achtig gebouw in het midden, las ik: 'Ich lebe so gerne! Ich glaube, ich lebe sogar noch gerne, wenn ich einmal gestorben bin.'

Nog weer ergens anders, bij een groot monument met treurend beeld en al (zulke beelden zie je hier heel veel), van een man die kennelijk nooit getrouwd is: 'Familienglück es war ihm nie beschieden / Er stand allein in diesem Welt / Nur treue wahlververwandte Seelen / Sie haben ihm sie aufgehellt'. Wahlverwandt, zo'n woord voor mensen met wie je je verwant voelt heeft het Nederlands niet.

Om een bezoek aan dit Friedhof extra aantrekkelijk te maken, zijn Ehrengräber voor beroemde mensen dicht bij elkaar gezet. Zo hoef je niet lang te zoeken om Beethoven, Mozart, Schubert (van links naar rechs op deze foto), Brahms, Von Suppé, György Ligeti en Hugo Wolf te vinden.

Mozart is - als graf - natuurlijk namaak: die is destijds anoniem in een armengraf beland, maar dit is meer een eerbetoon. 

Onder een kubusvormig rotsblok ligt componist Arnold Schönberg, van de twaalftoonsmuziek. Van wie bekend is dat hij triskaidekafobie had, angst voor het getal dertien. Hij overleed op vrijdag de dertiende. 

Opvallend ook is het graf van Udo Jürgens, een marmerblok dat een vleugel voorstelt met een doek erover, ervoor heel veel bloemen en van die rode kaarsenpotjes. 

Verder ontmoet: natuurkundige Ludwig Boltzmann, regisseur G.W. Pabst, actrice Hedy Lamarr, van wie altijd vermeld wordt dat ze de eerste actrice was die naakt in een film te zien was en die daarnaast een zelf-opgeleide uitvinder was, die in de Tweede Wereldoorlog een manier - voor de geallieerden - bedacht om het verstoren van radiosignalen te voorkomen, acteurs Theo Lingen, Curd Jürgens en Werner Krauss; die laatste omstreden vanwege zijn rol in de antisemitische nazifilm Jud Süss


2. Maar waar ligt Harry Lime?

Harry Lime is de bad guy uit The third man (1949), die in Wenen deels tussen de ruïnes is opgenomen. 


De film begint min of meer met zijn begrafenis, op dit Zentralfriedhof, maar (spoiler alert) een schoolkameraad van hem (Joseph Cotton) komt erachter dat het een fake-begrafenis is. Lime (gespeeld door Orson Welles) leeft nog - geheimzinnigheid alom.

Waar was dat graf? Op het plaatje uit de film zie je een hoge zwarte grafsteen met een kruis erop. Familie Elchinger staat erop. Ik vond een website van iemand die meldde dat die steen er in 2016 nog stond, en ook de plek op vak 43A precies aangaf, zodat ik nu weet dat die Elchinger-grafsteen inmiddels geruimd is. 


Die heeft pal rechts naast dit pad gestaan, met de achterkant naar die grijze lage steen. Dus het graf van Harry Lime hebben ze gefilmd boven dat paadje. 

Voor het Wener Zentralfriedhof zal zoiets te frivool zijn, maar als ik hier de baas was, stond er een bordje.


Nu ik toch bezig was ging ik meteen op zoek naar de laan.

Die lange laan van de laatste scène, een lange opname waarop Alida Valli naar de kijker toe loopt, of eigenlijk naar Joseph Cotton, en hem passeert of ze hem niet ziet. Alles met die legendarische muziek van Anton Karas.

Die was vlakbij vak 43A. Achterin die laan zie je een wit ding: dat is de obelisk voor de Russische soldaten die in 1945 bij de bevrijding van Wenen zijn omgekomen - dat was tijdens de filmopnamen nog maar drie jaar geleden. Tussen de bomen rechts staat nog iets hoogs wits, dat is een grafmonument dat er nog steeds is. 


Zo ziet her er nu uit, die bomen zijn inmiddels heel anders, maar ik had wel meteen het melodietje in mijn hoofd. 

Op een website vond ik ook het adres van de deur waar Harry Lime verstopt staat. Maar daar ga ik niet heen, want ik moet voorkomen dat lezers van dit blog denken dat ik een filmfreak ben.


3. En dan is er koffie



,,Ik zal u vertellen wat u wilt'', zei de kelner van Konditorei Oberlaa, bij de toegangspoort van de begraafplaats. ,,U wilt een Kännchen Kaffee.'' 

Ik schrok een beetje van hem want hij stond ineens bij me aan tafel. Hier in het restaurant zat verder bijna niemand, in een zaaltje ernaast zaten de mannen te praten die ik net nog een begrafenis had zien doen.

De kelner droeg een uniform, bij binnenkomst had ik hem voor een bewaker aangezien. Zijn haar was strak achterovergekamd. Hij had het goed geschoten, na alle indrukken was ik wel toe aan koffie. Het gebak waar hij ook nog op wees sloeg ik af. 

Toen ik even later met hem afrekende en vertrok zei hij: ,,Auf wiedersehen.'' 

Nu ik dat op zoveel stenen had gelezen vond ik dat heel anders klinken.

donderdag 29 februari 2024

Où est Leeuwarden?


Jaap van Zweden en ik waren deze week allebei voor het eerst in Dresden. 

Van mezelf wist ik het, van Jaap van Zweden werd het verteld vooraf aan het concert in het Kulturpalast, waar hij als chefdirigent met 'zijn' Hong Kong Philharmonic Orchestra optrad. ,,Das ist der erste Auftritt des herrn Van Zwedens hier in Dresden'', vertelde de gastheer en de zaal applaudisseerde. 

Na een kort, filmisch nieuw stuk (Asterismal Dance van Daniel Lo Ting-cheung) volgden het vierde pianoconcert van Beethoven en de negende symfonie van Sjostakovitsj, alles heel strak en precies gespeeld. 

Vooral de pianist, Alexandre Kantorow, maakte indruk, maar dat doet hij overal, al jaren. Hij kreeg een lang applaus en speelde nog een stuk van Brahms als toegift.

Na afloop stond hij in de hal achter een tafeltje te signeren. Heel druk was het daar niet, dus complimenteerde ik hem in mijn beste Frans en vroeg wanneer hij naar les Pays-Bas komt. ,,Al snel'', zei hij. ,,Ik kom met dit orkest naar Rotterdam, en volgend jaar naar het Concertgebouw in Amsterdam.'' (Dat van Rotterdam, las ik later, is zondag 3 maart al).

,,En Leeuwarden dan?'', vroeg ik.

,,Waar is dat?'' vroeg hij. 

,,Helemaal in het Noorden van Nederland'', zei ik. En om het aantrekkelijker te maken voegde ik toe: ,,Emanuel Ax en Arcadi Volodos hebben er ook gespeeld.''

Dat leek zijn belangstelling te wekken. ,,Vraiment?'', vroeg hij. 

Het zaadje is geplant, wil ik maar zeggen. Jaap van Zweden kwam ik in de foyer niet tegen.

(De foto is gemaakt door Christien)


maandag 26 februari 2024



Had ik nog, een filmpje vanuit de stadsbus (dubbeldekker) in Berlijn,  op 23 februari. 

vrijdag 23 februari 2024

Durchhalten und weiterarbeiten


Als je de StaBi in Berlijn binnenloopt, de StaatsBibliothek zu Berlin, en de imposante trap naar allerlei wijsheid rechts passeert, kom je bij een sjieke tentoonstelling van hoogtepunten uit de bibliotheek, in een paar verduisterde ruimtes achter elkaar. Het handjevol mensen dat hier is loopt zwijgend, of hooguit fluisterend rond.

Al in 1661 begon de toenmalige keurvorst met verzamelen, dat was de basis voor deze bibliotheek, dus ze hebben van alles. Hier liggen in vitrines tere Japanse prenten, een vroege druk van Kinder- und Hausmärchen van de gebroeders Grimm, afbeeldingen van plantjes uit Zuid-Amerika op basis van de enorme verzameling spullen die Von Humboldt meebracht, propagandamateriaal uit beide wereldoorlogen, bladen uit de Johannespassie van Bach, een afgietsel van de handen en het hoofd van dirigent Hans von Bülow, zelfs het dirigeerstokje van Claudio Abbado hangt er, dat volgens het bijschrift van ivoor en kurk is.


In een vitrine ligt Vorlesungen über Thermodynamik uit 1897 van Max Planck, ver voordat hij als grondlegger van de quantumechanica, Nobelprijswinnaar bekend zou worden, en als naamgever van indrukwekkende wetenschappelijke instituten. 

Planck was al een oude, maar dus beroemde, man toen de nazis aan de macht kwamen. Een nazi was hij niet, maar hij nam ook niet, zoals veel Joodse collega's, de benen. Durchhalten und weiterarbeiten was zijn motto. 

Anders was het met zijn zoon Erwin, die zich bij het verzet binnen Duitsland had aangesloten en betrokken was bij de mislukte aanslag op Hitler in 1944. Erwin Planck werd gearresteerd.

Zijn vader, inmiddels ver in de tachtig, schreef brieven aan Hitler en Himmler en gooide alles in de strijd om de doodstraf voor zijn zoon in elk geval omgezet te krijgen in een gevangenisstraf. Het hielp niet: Erwin Planck werd opgehangen. 



Het briefje waarin een adjudant namens Himmler laat weten dat genade er niet in zit ligt hier ook, naast een gedicht dat Dietrich Bonhoeffer in de gevangenis scheef. 

donderdag 22 februari 2024

Gegen die Wand; Unsterblichkeit



Franz Diener was een Duitse zwaargewicht-bokser, bijnaam Die Deutsche Eiche. Ik zou nooit van hem gehoord hebben als hij in de jaren vijftig niet van Oost-Berlijn naar het Westen zou zijn gevlucht en in West-Berlijn een café zou zijn begonnen, dat vroeger bij een rijstal (Tattersall - zo heet dat, naar een Engelsman uit de achttiende eeuw) had gehoord. 

Eerst kwamen er vooral andere boksers, maar ook snel Duitse acteurs en filmsterren. Vandaar dat Diener Tattersall tot an het plafon volhangt met acteursportretten, tot aan het plafond. 

Het is vlakbij mijn hotel in Berlijn en je kunt er eten, dus ik ging er maandag heen. Het is niet groot, twee aaneengesloten ruimtes met tafels, die allemaal vol zaten. 

,,Haben sie reserviert?'', vroeg de Innhaber. Nee, dat had ik niet. Hij wees me naar een ronde tafel in de hoek, waar al drie mensen zaten: daar kon ik wel aanschuiven.

Om me van mijn beste kant te laten zien, gaf ik ze alledrie een hand voor ik ging zitten, een oudere, verzorgde heer die af en toe verschrikkelijk moest hoesten, een vrouw die bij hem leek te horen en een man met een kaal hoofd en een montuur met ronde glazen. Ze reageerden wat verbaasd. ,,Ik kom uit Nederland'', zei ik als excuus. ,,Ik weet niet hoe het hoort bij het aanschuiven aan een tafel.''

,,Waar uit Nederland?'', wilde de man met de bril weten. ,,Ik woon in Leeuwarden'', zei ik en om het interessanter te laten klinken voegde ik toe: ,,Maar ik ben opgegroeid op een van de eilanden.'' Ah! Welk eiland, wilde de man weten, hij was wel eens op Schiermonnikoog geweest, maar kon dat niet uitspreken. 

Hij kende Nederland goed, hij was operacomponist en heeft in Amsterdam gewoond. Ik had zijn naam niet verstaan. Misschien was het Detlev Glanert, dacht ik achteraf, maar dan heeft hij een andere bril dan op alle foto's die er van hem zijn op internet - ik twijfel.

,,Bent u acteur?'', vroeg de oude heer me. Zelf was hij dat wel, en hij was al 88. ,,Dus je hebt twee keer je vrouw begraven?'', hoorde ik de vrouw hem vragen. Ja, dat had hij. ,,Toch niet in hetzelfde graf?'', ging ze door. Nee dat niet. ,,En woon je nu helemaal alleen in dat grote huis?'' Ja, dat woonde hij en hij vond het heerlijk. 

Op een foto vlakbij ons stond Harry Belafonte. Naast hem een andere man. ,,Dat is Norbert Schulze junior'', zei de oude acteur. ,,De zoon van Norbert Schulze senior, die Lili Marleen heeft geschreven.''

,,Wat moet je doen om hier te mogen hangen?'', vroeg ik de operacomponist. ,,Vermoedelijk dood zijn'', grinnikte hij. 

Maar dat klopte niet, want de oude acteur hing hier ook, hij wees me de foto aan, helemaal bovenaan, een jonge man met een baardje die totaal niet op hem leek. 

,,Het was een hele eer toen me gevraagd werd een foto van mezelf mee te nemen'', zei hij. ,,Maar toen was Diener er al niet meer. Toen waren twee mannen hier de baas, Lilo en Rolf. Daar hebben we mooie tijden mee beleefd, soms ging het hier door tot 's morgens vroeg.''

(Toen ik vertrok, maakte ik een foto van de acteur en de dame. De operacomponist was toen al weg. Norbert Schulze junior hangt pal links van de dame.)

vrijdag 9 februari 2024

Even uit de vergetelheid tevoorschijn 

Maandag is oud-minister Dries van Agt overleden, de man die bijbleef vanwege zijn statige taalgebruik. 

Ik kan me een tv-reportage herinneren waarin hij vogels voert en een gans hem in de vinger bijt. Meteen reageerde hij met een zin die begon met ,,Kom ik hier om deze onnozele dieren een bete broods te brengen...'' De rest weet ik niet meer, maar zo is het al prachtig, als ik eendjes voer denk ik altijd aan die bete broods.

Een keer heb ik hem gesproken, toen hij in 2015 te gast was bij NHL Stenden, samen met Hans Wiegel. Na afloop signeerde hij er een boek en daarna had hij wel even tijd voor me. 

Het leverde onderstaande column op, die op de ranglijst heeft gestaan voor het boekje columns, maar een meedenkende lezer ried het af. ,,Niemand weet meer wie Van Agt is'', was de redenering en misschien klopt dat. Maar voor wie dat nog wel weet: 


Overigens had ik hem eerder ook al eens in een column genoemd, over protestliederen en dat die eigenlijk niet meer gemaakt worden, want we hebben nu sociale media. Destijds was er wel eentje over Van Agt, die zelfs op de radio gedraaid werd. 

Dat liedje had er vooral te maken dat Van Agt en een groep procureurs-generaal midden jaren zeventig ingrepen tegen de vertoning van pornofilm Deep Throat in reguliere bioscopen. In seksbioscopen was die al te zien, ook (zie hiernaast) in de lektuurhal in Leeuwarden, de advertentie is uit 1976.

Maar de film was zo hip geworden dat hij ook in de gewone bios draaide. In Maastricht en Amsterdam werd hij in beslag genomen, onder de nieuwe regel dat deze films niet vertoond mochten worden in bioscopen met vijftig stoelen of meer. Dan bleef het beperkt tot seksbioscoopjes, of zoals Van Agt het omschreef: ,,kleine besmuikte instituten.''

Daar was even veel drukte over, want dit zedenmeestersgedrag stond lijnrecht tegenover de afschaffing van de filmkeuring, die op dat moment ook gebeurde. Bovendien, zo oordeelde de rechtbank in Amsterdam in 1977, zijn er geen duidelijke maatstaven voor wat aanstootgevend is voor de openbare eerbaarheid. 

Daar was niet iedereen het mee eens. Nog in 1981 werd in Sneek een 29-jarige lerares aangehouden, die met een paar anderen met spuitbussen leuzen op bioscoop Amicitia leuzen had gespoten tegen Deep Throat, die daar als nachtfilm draaide. Ze had ook een ketting met hangslot in de tas, waarmee ze de deur had willen afsluiten. Zou ze nog leven?

In de Leeuwarder Courant schreef hoofdredacteur Eddy Evenhuis: 'Er zijn redenen om de film Deep Throat een onsmakelijk, mal produkt te vinden en veel mensen met normale reacties zullen er eerder verveeld dan opgewonden door worden. Maar dat is het punt niet. Het gaat erom dat in ons land nog altijd autoriteiten fungeren, die menen dat andere volwassenen daar niet zelf over mogen en kunnen oordelen. (…) Het gaat in feite helemaal niet om pornofilms en pornografie.'

Die bui woei over, in de jaren tachtig en negentig verdwenen pornofilms naar de videotheek. We vertellen het hier maar even, want alle overzichten van dingen rondom Van Agt gaan alleen maar over nazi's en Molukkers.

donderdag 8 februari 2024

 De eenzame elektrische fietser



Baukje, een van de bezoekers van de boekpresentatie in Het Graauwe Paard, was op de fiets gekomen, vanuit Leeuwarden. ,,Wel elektrisch hoor'', relativeerde ze. Maar toch: de wegen van Het Bildt (tegenwoordig gemeente Waadhoeke) zijn duister en kronkelig, straatlantaarns vinden ze daar een teken van zwakte.

Auke van het Graauwe Paard zette ons in een achterzaal die ik zo mooi vond dat hij me de rest van het bedrijf ook meteen maar liet zien. De eetzaal/het café, daar was ik wel eens geweest, maar achterin is ook een grote toneelzaal, met podium, bar en al, om je vingers bij af te likken. ,,Het is een van de weinige in Friesland die er nog zijn'', wist kenner Ekko me later te vertellen. ,,En ook nog op de begane grond, vaak zijn ze op een bovenverdieping.''

Bij de bezoekers was een Friestalige mevrouw die toch heel goed in het niet-Friestalige Bildt had kunnen aarden, ze had er in het onderwijs gewerkt, Sabine was er, die een tijdlang met ons gezwommen heeft in de Prinsentuin en Sjoerd was mee, die toevallig die dag bij me op bezoek was. 

En voorstelde om daar dan ook meteen maar te blijven eten, samen met Rienk, de zoon van uitgever Louw, die zijn vader die dag verving. ,,Ik bin net sa'n lêzer'', had Rienk me al verteld. Zijn vader vertelde me later dat hij toch in het boekje met columns was begonnen. Nu maar hopen dat hij het einde heeft gehaald.


Er is veel vroeger in Café Bergsma


In een paar cafés bij de boekpresentatie (Marktzicht, natuurlijk) las ik de column voor die ik in oktober had geschreven over Drachten. Raadsleden en ambtenaren hadden daar in 1988 - ik werkte er destijds - een zwartboek samengesteld van 1,5 centimeter dik, van de wandaden die ze van burgemeester Bert Smallenbroek hadden meegemaakt. De burgemeester vond het allemaal maar roddels. 

Het geschrift kreeg de bijnaam 'Bruinboek', omdat het een bruin kaft zou hebben. Dat weet ik niet zeker, want ik heb het nooit gezien al heb ik daar wel alle moeite voor gedaan destijds. De column van oktober ging over mijn laatste poging. Want ik ben er nieuwsgierig naar gebleven, daarom stuurde ik nu nog, zoveel jaar later, een mail naar het gemeente-archief van Smallingerland. Helaas: het blijft nog tot 2040 achter slot en grendel.

Die column las ik ook voor in café Bergsma. Een van de bezoekers zei na afloop: ,,Ik heb het wel gelezen hoor.'' Ik had hem niet herkend, maar het was Jan, die indertijd bij de afdeling voorlichting van de gemeente werkte. Na afloop hadden we het er nog even over. ,,Wat stond er dan in?'', vroeg ik. ,,Van alles'', zei hij vaag maar trad niet in detail. 


Bij Bergsma, dat toch al de sfeer van vroeger ademt, kreeg ik wel andere dingen uit het verleden. Durk Pietersma en zijn man uit Leeuwarden - ik was een keer bij ze op bezoek om over afwaaiende hoeden te praten en wat je ertegen kunt doen - schonken me een afbeelding van de Oldehove, van Abe Gerlsma.


En Riemke van Keimpema uit Joure - bij haar was ik een keer vanwege haar verzameling Mens-Erger-Je-Niet-spellen - had een map meegebracht met ondermeer kopieën van foto's van het Kooihûs bij Nes op Ameland. Dat was vroeger een pension, van mijn pake. En die was weer de broer van haar pake. 

Met deze boekentoernee langs mooie cafés had ik best door willen gaan, uitgever Louw ook wel zei hij. Maar Bergsma was de laatste stop, het moet ook een keer ophouden. Maar misschien, áls er een tweede druk komt...