vrijdag 26 juli 2024

Muziek en meubels

,,Soms is het gewoon werk'', zegt Jack White in de muziekdocumentaire Under Great White Northern Lights. ,,Je doet het en uiteindelijk ziet het er best goed uit. Je moet jezelf dwingen.''

 ,,Van deadlines word je creatief'', vindt hij. ,,Als je jezelf vertelt dat je alle tijd hebt, dat je kunt kiezen uit alle kleuren, alles wat je maar wilt - daarmee vermoord je de creativiteit.''

Hij is musicus en tegelijk professioneel meubelmaker: dus hij heeft het zowel over meubels als over muziek.

Een fragment uit die documentaire was woensdag in Beeldspraak, de talkshow-met-film in Slieker, met Eva van Netten van Welcome to the Village en Queer Factory als gast. Achteraf bekeken ging het zowel over de noodzaak van regels en beperkingen als over de noodzaak van het doorbreken ervan. 

Ze is minder bekend dan Sybrand Buma, er waren minder bezoekers dan toen hij er vorige week was, maar tot mijn plezier waren er wel een paar die er toen ook bij waren. ,,Je moet wel een slotwoord doen en de gast bedanken'', zei een van hen. Dat had hij vorige week gemist - het was al in de pauze gebeurd zonder dat iemand het had gezien. ,,Anders zakt het allemaal als een plumpudding in elkaar.''

Vandaar dat ik na de film - Control van Anton Corbijn, over Joy Divisonzanger Ian Curtis - tijdens de aftiteling opstond. De ervaring leert immers dat de meeste bezoekers tijdens de titels al hun jas aantrekken en verdwijnen, helemaal als de zaallichten aangaan.

De microfoons waren er niet meer en achter de titels op het doek klonk luid Temptation van Joy Division. Zulke beperkingen, had ik net geleerd van Jack White, daar word je creatief van. Ik schreeuwde het bedankje uit volle borst over de muziek heen. De man van de plumpudding stak zijn duim op.

(De foto is van Kirsten van Santen)

vrijdag 19 juli 2024

Eet smakelijk! Tot ziens!


Sybrand Buma kreeg als kind, vertelde hij gisteravond tijdens Beeldspraak in Slieker, een 'negentiende-eeuwse' opvoeding.  

Beeldspraak is een experimentje van de Leeuwarder Courant en het filmhuis: gesprekken met mensen aan de hand van film- en tv-fragmenten, en tenslotte een complete film die ze de moeite waard vinden. 

Het ging over godsdienst, politiek, bureaucratie, de inhuldiging van zijn vader (in 1970) als burgemeester van Sneek, met een filmpje waar hijzelf als jongetje op te zien is. En over Trump; een mooi fragment uit 2016, waarin Michael Moore uitlegt waarom Trump de verkiezingen gaat winnen leidde tot een gesprek over onvrede, politiek en het 'verdrietige' nieuwe Nederlandse kabinet.

En dus ook over die negentiende-eeuwse opvoeding. Die hield ondermeer in dat je nooit eet smakelijk zegt aan het begin van een maaltijd. En ook nooit tot ziens bij een afscheid of een vertrek. 

Dat boeide me, want wat is er mis met 'eet smakelijk'? Toen ik maaltijden serveerde in De Zwaan moet ik het honderden keren gezegd hebben.  

Uitleggen waarom het was kon hij niet. Hij gokte dat het ermee te maken had dat iemand zelf wel uitmaakt of iets smaakt of niet, maar dat geldt eigenlijk ook voor 'goedemorgen', en dat zeiden ze bij de Buma's thuis wel weer. Nee, dat soort taal was meer een code, legde hij uit, waaraan mensen uit een bepaalde laag elkaar konden herkennen. 

Het eerste fragment kwam uit Lucky TV, waar hij zelf in geparodieerd werd. ,,Daar keken we in Den Haag elke ochtend voor de vergadering naar'', vertelde hij. ,,Kijken wie er nu weer in zijn hemd werd gezet.'' 

Het was een onderhoudend uurtje (van de beppe van Buma mocht je het woord 'leuk' ook niet gebruiken, en daar had ze groot gelijk in, want het betekent even weinig als 'interessant'), vonden ook de bezoekers die me daarna een appje stuurden. Er komen er nog twee van zulke avonden, met Eva van Netten en Wouter van Geffen.

Na afloop zei ik 'Tot ziens' tegen Buma. Hij is eraan gewend, hij knipperde niet eens met de ogen. Het is tenslotte alweer de eenentwintigste eeuw. 

(De foto is van Jan-Theo IJnsen)

dinsdag 16 juli 2024

Pruimtabak en minachting


In de western Horizon, An American Saga Part 1 

(eigenlijk een mini-serie in de bioscoop, zo vol verhalen zit-ie) 

(wel lekker ouderwets, alles komt erin voor, indianen, huifkarren, de cavalerie, hoeren, een vrolijke dansavond met viool, chinezen die aan het spoor werken, kijk maar naar de foto) 

(ik kijk nu al uit naar deel 2) 

in Horizon dus komt een man voor die nu en dan spuugt, liefst pal voor de voeten van iemand die hij niet hoog heeft zitten. We zien het een paar keer gebeuren.

Vermoedelijk kauwt hij op pruimtabak, maar de kleur van de fluim kun je zo snel niet zien. Bovendien ben je afgeleid door hoe belabberd hij spuugt, niet met het krachtige boogje zoals je dat voetballers soms ziet doen. Een keer lijkt het erop dat er een beetje in zijn baard blijft hangen.

In de Zwaan verkochten we een tijdje pruimtabak, van het merk Drachtster Kei. Vaste klant Dirk de Boer kocht dat. Omdat hij de enige afnemer was, sloeg mijn vader het niet meer in toen de voorraad op was. 

Voortaan redde Dirk de Boer zich door een Agio-sigaar - die verkochten we los - doormidden te breken, de helft ervan in zijn mond te steken en de andere helft in zijn jaszak.

Maar: hem heb ik nooit zien spugen. We hadden ook geen kwispedoor in het café, zo'n vaas voor pruimtabakkauwers. Je ziet ze in westerns wel eens in saloons staan. Niet in Horizon, overigens. 

Als ik me goed herinner had Dirk altijd een boerenzakdoek bij zich en veegde er nu en dan mee langs zijn mond. Misschien dat hij het daarin deed. 

Als hij een paar borrels had gehad, drupte het een beetje uit zijn mondhoeken. Dan zeiden we: ,,Dirk, het wordt je tijd, je moet naar huis.'' Vaak probeerde hij er dan nog een te bestellen, maar we waren genadeloos. Getergd riep hij: ,,Ik kom hier nooit weer!'' De volgende dag zat hij op dezelfde plek aan de bar.

Dirk had een paar vaste anekdotes, enkele daarvan over boeren, een mensensoort waar hij niet van hield. Hij had vroeger als knecht bij een boer gewerkt die hem slecht had behandeld. Op een nacht werd Dirk wakker en hij zag dat er vlammen uit het dak van de schuur kwamen. Net goed, dacht hij, en draaide zich nog eens om. De volgende dag was de schuur volkomen platgebrand. Dirk had er zoveel jaren later bij het vertellen nog plezier om. 

Dat was vergelijkbaar met spugen voor de voeten van iemand die je niet hoog hebt zitten.

maandag 15 juli 2024

De Friese sleutel


In de serie Het Vuur van de Friezen, prettig wegkijkende maar ook rommelige televisie van Omroep Max, vertelt Huub Stapel op een boot naar Engeland dat veel Friese en Engelse woorden overeenkomen. Bread en brea, cheese en tsiis

Hij verontschuldigt zich als Limburger voor zijn uitspraak. Maar toch, zoveel Fries hebben we hem niet meer horen spreken sinds hij een politie-inspecteur speelde in De Dream van Pieter Verhoeff.

De deur naar zijn hut doet hij open met een elektronische sleutel: nog zo'n woord. Key in het Engels, kaai in het Fries.

Nu wankelt het woord kaai al jaren op het randje van de vergetelheid. Mijn pake wond zich er al over op als hij weer eens iemand in het Fries sleutel hoorde zeggen. 

Vorige week hoorde ik een verhaal over Bertus Jans Postma, de begin vorig jaar overleden bewaker van het zuivere Fries. Ik had een band met Postma, hij schreef me steevast als ik in een column weer eens de Nederlandse versie van een plaatsnaam had gebruikt (Dronrijp) in plaats van de Friese (Dronryp).

,,In oare sûnde fan jo, Dokkumer Ee, heucht my as de dei fan earjuster'', schreef hij een keer. Ik leerde het ook nooit, ik had Dokkumer Ie moeten schrijven! Gelukkig kreeg ik ook wel eens waarderende mail van hem.

Die Bertus Jans Postma woonde tot op hoge leeftijd nog thuis in Bitgummole (Beetgumermolen zeggen de Hollanders). Op een dag, zo werd me vorige week verteld, was hij van de trap gevallen en lag onmachtig in de hal, uit zichzelf kon hij niet overeind komen. Een ellendige boel.

Gelukkig wist hij de aandacht te trekken van de postbode, die hem door de brievenbus toesprak. ,,Is der ek in buorman dy't in sleutel hat?'', vroeg die behulpzaam. ,,Dan kin ik iependwaen.''

,,Dat hjit net sleutel, dat hjit kaai'', corrigeerde Postma. ,,Kaai!''

(Als hij nog zou hebben geleefd, wat zou Bertus Jans Postma dan van Het vuur van de Friezen gevonden hebben? Daar had hij zeker naar gekeken en dan was hij gestruikeld over bread/brea - want brea is roggebrood, gewoon brood heet in het Fries bôle. Overal loert de sûnde.)

donderdag 11 juli 2024

KDK 12 calling KDK 1


Om de stem van Shelley Duvall als Wendy Torrance in The Shining te kunnen horen, hoef ik alleen maar aan scènes te denken. En niet per se de meest opvallende, maar bijvoorbeeld die waar ze vanuit het afgelegen, ingesneeuwde Overlook Hotel de sheriff verderop oproept.

 ,,This is KDK 12 calling KDK 1'', zegt ze. Klein beetje schor, beetje meisjesachtig, alsof ze er niet helemaal zeker van is dat dit apparaat wel werkt. Met apparaten en instrumenten heeft Wendy de hele tijd ruzie immers, of dat nu het slotje van de koelcel is, het doucheraampje dat ze net ver genoeg open krijgt, zelfs het grote mes dat ze defensief vasthoudt.

En toch is ze sterker dan je verwacht, dat erkent zelfs de ober Delbert Grady die in het hotel rondspookt. Het is makkelijk haar te onderschatten. Dat deed ook Stephen King, die The Shining schreef. Die vond haar helemaal misplaatst in de rol van de echtgenote van een bezeten man. 

Ik niet - ik kan me de film niet anders voorstellen dan met haar. Helemaal als je weet wat een spanningen er achter de schermen zijn geweest tussen haar en Stanley Kubrick, ook een bezeten man. 

Net als Wendy Torrance moet je Shelley Duvall (ze overleed donderdag, 75 jaar) niet onderschatten. Ook al is ze zomaar als actrice in de film terechtgekomen, kwam het haar blijkbaar allemaal aanwaaien en ziet ze er niet als een filmster uit. 

Want ze heeft een paar heel sterke rollen gespeeld. Niet alleen in The Shining, maar ook in films van haar ontdekker Robert Altman, als Nashville en Thieves like us. Hopelijk wordt nu weer ergens Altmans 3 Women vertoond. Jaren geleden draaide die op het Noordelijk Film Festival draaide met twee aktes omgedraaid, waar de film nog raadselachtiger van werd. Hoog tijd om dat goed te maken.

Hobbels met Herman


De man achter het loket gaf ons kaartje terug.

,,Kijk maar eens even goed naar de datum'', zei hij belerend.

We stonden met een huurbusje op de pier van Holwert. Achter het stuur Jan Dijkstra, wethouder van de gemeente Waadhoeke. Hij reed, want hij is in het verleden wel een jaar of twintig vrachtwagenchauffeur geweest.

In de laadruimte lagen 11 schilderijen van Herman Buijtenhuijs, die voor hij naar zijn droomland Ierland verhuisde in aan de Westerlaan in Hollum heeft gewoond. En daarvoor in Minnertsga, maar toen kwam hij ook al veel op Ameland. 

Uit die tijd komen deze elf schilderijen ook, die in de gekoelde kelder lagen van de gemeente Waadhoeke, tussen dik 200 andere schilderijen die de gemeente heeft geërfd van de gemeenten waaruit Waadhoeke is samengesteld. 

Omdat de gemeente wil opruimen ('ontzamelen' heet dat in cultuurkringen) en Margaret, die zich daarmee bezig houdt, zich herinnerde dat ik Herman heb gekend, en omdat elk landschappen op Ameland zijn gemaakt, vroeg ze of ik er niet een goede bestemming voor wist. 


Zodoende hebben we een tijdje geleden in de gekoelde kelder van het gemeentehuis in Franeker alle schilderijen van Waadhoeke door de vingers gehad, er stickers opgeplakt en ze een beetje systematischer teruggezet in de kasten. De Amelander landschappen van Herman visten we eruit voor de Stichting Amelander Musea; grote doeken zijn het, maar zwaar zijn ze niet. 

Nu stonden we in dit busje op de pier, klaar voor de plechtige overdracht. Maar: ons kaartje bleek voor 3 juli geboekt te zijn. En vandaag was het 10 juli. Vandaag stonden bij Museum Swartwoude in Buren stonden intussen de directeur en personeelsleden van de Stichting Amelander Musea en Amelander wethouder Piet IJnsen op ons en deze kunstschatten te wachten

,,Klopt niet he?'', zei de man achter het loket. 

,,Jo kinne dat wis wol regele'', zei Dijkstra (hij is van de FNP en spreekt bij voorkeur Fries), met al het gezag dat een wethouder van nature heeft. De man keek hem eens aan, begon op zijn toetsenbord te tikken terwijl hij fronsend zijn beeldscherm in de gaten hield.

Het was niet de eerste hobbel vandaag. Niemand op het gemeentehuis wist vanmorgen iets van een gehuurd busje, dat er om 10 uur zou zijn. Nergens waren sleutels, er stond geen busje op het parkeerterrein en degene die het geregeld had was vrij. De verhuurder gebeld: die was het ontschoten. Hij kwam het busje dadelijk brengen.

Herman moest eens weten hoe we met zijn werk in de weer zijn geweest - had hij zeker vermakelijk gevonden. 

,,U hebt geluk'', zei de man achter het loket. ,,U kunt zometeen met de boot mee. En vanavond weer mee terug. En het kost u niks extra allemaal. Dat heb je bij andere bedrijven niet, bij de KLM hoef je op zoiets niet te rekenen. Wij doen dat wel. Maar dat duurt niet lang meer.''

Dat laatste klonk waarschuwend, zo van: volgende keer beter opletten, want dan ben ik niet meer zo genadig. We knikten, bedankten de man en reden de boot op.

,,Wat hy sei klopte net'', zei wethouder Dijkstra toen we op de boot zaten. Hij had het zelf bij de KLM wel eens meegemaakt, dat hij kosteloos werd overgeboekt op een andere vlucht naar de Verenigde Staten.

Ik was blij dat hij er niet over in discussie was gegaan met de man achter het loket. Zoiets win je nooit.

(De staatsiefoto, die ik heb nabewerkt want eigenlijk zijn het er twee aan elkaar geplakt, is van Margaret Beckers. Beide wethouders staan erop, tussen hen in William Beijaard van de Amelander Musea. Mathilda loopt net weg met twee mandjes Amelander producten. Op de achtergrond hou ik een van Hermans schilderijen omhoog, die benen zijn dus van mij)



vrijdag 5 juli 2024

De schriftjes van Wim Hazeu


,,Hij lijkt goed'', oordeelde Wim Hazeu, nadat hij het doek voor de plaquette van Slauerhoff op Vlieland had weggetrokken. ,,Veel beter dan die in Leeuwarden, want die lijkt helemaal niet.'' Ben van der Geest, de maker van zowel het beeld in Leeuwarden als deze op Vlieland, stond ernaast.

Ik weet nog dat ik de zondag van die onthulling, in 1998, veel te vroeg op Vlieland was. Hazeu, de biograaf van Slauerhoff, was ook te vroeg, dus hebben we wat op en neer gelopen over de Waddendijk. Heel genoeglijk. 

Niet zo heel lang erna kwam van Hazeu een biografie van Escher uit, die ik in de krant ,,de haastklus van een routinier'' noemde. De schrijver reageerde in - als ik me goed herinner - de VARA-gids, waarin hij aankondigde dat hij mij een mep zou verkopen als hij me tegenkwam.

Dat heeft hij nooit gedaan. Hij begon er niet eens over toen ik twintig jaar later bij hem in Baarn was, om te praten over de Slauerhoff-biografie die hij nog eens onder handen had genomen, en meer zaken. Tussen alle dingen in zijn volle werkkamer ontdekte ik ook een beeldje van Kuifje, die rennend zijn jas aantrekt - zoiets neemt je meteen voor iemand in.

Hazeu vertelde me over zijn schrijfmethode. Voordat hij met een biografie begint gaat hij naar Parijs, en koopt schriftjes bij boekhandel Gibert Jeune. Schriftjes met een rood kaft en een ringbandje, het moeten precies die zijn anders gaat het niet.  ,,Het is bijgeloof'', zei hij er zelf bij. 

In die schriftjes zet hij dan op elke pagina een jaartal uit het leven van de persoon van wie hij een levensbeschrijving gaat maken. Op die pagina noteert hij wat hij allemaal weet over dat jaar, of wat hij erover heeft. Voor Vestdijk was een forse stapel schriftjes nodig geweest, Slauerhoff, die maar kort leefde, kon met minder toe. 

Wim Hazeu is op 2 juli overleden. Ik hoop dat zijn schriftjes bewaard worden. 

dinsdag 2 juli 2024

De kappende apen van IJlst (een bijdrage van pake)


Mijn pake was in en na de oorlog veel bij zijn zwager en schoonzus in IJlst op de boerderij, want hij was in die tijd directeur van de HBS in Sneek. Hij woonde eigenlijk in Leeuwarden, aan de Schrans, en fietste voortdurend heen en weer.

Dat weet ik uit zijn dagboeken, waar ik een doos vol van heb en die ik door zit te nemen.

Op 12 januari 1945, dus tijdens de strenge hongerwinter, schreef hij het onderstaande. In het Fries, maar ik heb het vertaald en een beetje bewerkt. Een stuk van pake op mijn weblog, wie had dat gedacht.

[In IJlst] stond alles in het teken van crisis, vanwege de mooie lindebomen namelijk. Gedreven door de nood zaagden de inwoners van alles af of ze stalen stukken boom van elkaar. Daar hebben sommige IJlsters geen problemen mee. Twee zitten er al in de bak omdat ze elk 's nachts een boom van het kerkhof hebben omgezaagd.

Dinsdag waren alle lindebomen van een nummer voorzien - een veeg teken: het vonnis was uitgesproken - en de dag erop zouden de wijzen van de raad van de stad bij elkaar komen om te bepalen wie, voor de somma van 15 gulden, een dikke boom, sinds jaren het sieraad van deze stad, om mag kappen.

Het was een verschrikking en ook in IJlst gingen stemmen op van mensen die zich tegen deze doem wilde verzetten en de bomen wilden sparen. Er was niks tegen te doen. Donderdagochtend 20 januari (nadat woensdag na inspectie van de brandvoorraden van de mensen bomen waren toegewezen) toen ik om half negen weer naar Sneek fietste, was IJlst in rep en roer. 

Langs de hele stadsgracht zaten mannen en opgeschoten jongens in de takken. Niet  om zoals in de jonge jaren van Jan Alderts de lui die ze niet mochten en vooral de politie vanaf hun schuilplek tussen de takken op het hoofd te pissen, maar om, gewapend met grote en kleine zagen, een verwoede aanval op de vroeger zo zorgzaam gesnoeide lindeboomkruinen te doen. Het deed me denken aan de bomen in de Zoo van Frankfort aan de Main, die altijd propvol apen zaten. 

De eerste slachtoffers lagen al tegen de grond. Alle IJlsters lijken door een razernij bevangen, de vrouwen en kinderen staan naar het ruige gedoe van de mannen te kijken. Alles moet omver, en zo gauw als het maar kan, het ging met als met iemand die ziet dat er een paar ramen van een huis kapot zijn: dan moeten ze er allemaal aan! Verwoed werd er gekapt en gezaagd - wat een strijd op de grijze winterochtend...

Toen ik 's avonds weer naar IJlst fietste lag de helft van de bomen al om. Wat een ruïne. Het enige voordeel is dat sommige aardige geveltjes nu duidelijker tegen de grijze lucht en de sneeuwbedekte grond laten uitkomen hoe mooi ze zijn, net als dat van Messingklopper.

Vrijdag, vandaag, staan er nog maar een paar bomen, maar die zijn ook al beschadigd omdat de toppen al verdwenen zijn. Hoe sneller deze nu ook verdwijnen, hoe beter. Als er nu maar mooie nieuwe bomen voor in de plaats komen kan het meevallen. Sommigen wilden ook meteen maar de hele gracht dempen! Gelukkig is er geen terp in de buurt te vinden om modder vandaan te halen. We hoeven maar naar Workum te kijken om te zien wat je dan voor wanstaltigs krijgt. 

zondag 30 juni 2024

Echt Hema


Voor een man of veertig (dat wil zeggen: drie mannen, de rest vrouwen) die voor de Hema in Leeuwarden aan de Nieuwestad en in Bilgaard werkten mocht ik een pubquiz doen, in het Oranje Bierhuis. De voorbespreking met Cobi en Paula maakte duidelijk: het moest een beetje over de Hema gaan,  liefst ook wat over Leeuwarden en Friesland en daarnaast ook over van alles - zoals het hoort in een pubquiz. 

Het was ook voor mij leerzaam. Je komt er bijvoorbeeld achter hoe veel mensen de Oldehove te hoog schatten. Die is 39 meter (48 als je die enorme vlaggenmast meerekent), bijna alle antwoorden zaten daarboven.


De Hema op de Nieuwestad is op 14 juli 1954 geopend door burgemeester Van der Meulen. 

Alles zat toen nog op de begane grond, las ik in de advertentie die op 13 juli 1954 in de Leeuwarder Courant heeft gestaan. Het was een eenrichtingsstraat: ingang aan de Nieuwestad, uitgang aan het Ruiterskwartier. En: De chef en de verkoopsters kunnen u vanzelfsprekend in vloeiend Fries te woord staan; het stond er nadrukkelijk bij.


Wat die letters HEMA betekenen, dat wist iedereen wel.

Maar dan: Hoeveel Hema's zijn er in Friesland?

En: Waar staat de grootste Hema, in vloeroppervlak?

En: Waarom twitterde Geert Wilders in 2014 dat hij niet meer bij de HEMA zou shoppen? (,,Net of die man zelf gaat winkelen'', riep een van de bezoeksters. Waarschijnlijk had ze gelijk, al weet je het maar nooit.)

En tussendoor waren er ook vragen over hun eigen koopwaar, als:

Hoeveel kost een HEMA-tompouce (had iedereen goed, natuurlijk)

Hoeveel kost een warme halve HEMA-worst 

,,Die verkopen wij niet'', protesteerde de man van de Hema in Bilgaard. ,,Hoe moeten wij dat dan weten.'' Ik verkoop ze ook niet, zei ik terug, maar ik weet het toch. Hoe dan ook, daar zat nog wel eens iemand naast.

En als klap op de vuurpijlHoeveel kost de satisfyer pro 2 air pulse stimulator

Bij een van de teams zat iemand die dat tot twee cijfers achter de komma precies wist, ook al kun je die vibrator zo te zien alleen via de website van de Hema kopen.













(De antwoorden: De letters staan voor Hollandsche Eenheidsprijzen Maatschappij Amsterdam; er zijn 22 Hema's in Friesland; de grootste Hema staat in Groningen en Geert Wilders reageerde op het bericht dat de Hema op zou houden met Zwarte Piet. Een tompouce is 0,95, een warme worst 3 euro en die vibrator is 44,99. En wie denkt: die foto bovenin, daar is iets raars mee: dat klopt. Het zijn er twee, naast elkaar gezet)


zaterdag 22 juni 2024

Opdat wij niets vergeten


De auto van Jaap moest voor een grote beurt naar Hans Peugeot. Altijd gezellig, naar Hans, dus ging ik mee.

Terwijl de auto onder handen genomen werd, gingen wij met een leenauto van Hans en met twee honden in de bossen bij herinneringscentrum Westerbork wandelen. 

Ik was er nog nooit geweest - ook de indrukwekkende radiotelescoop kende ik alleen van plaatjes. Die blijkt verrassend dicht bij het kamp te staan. Gekke combinatie: een venster op de kosmos pal naast het voorportaal van de concentratiekampen. 

Om de Melkweg dichterbij te brengen staan naast het wandelpad erheen informatieborden, elk over een van de planeten. Pluto is er ook bij, die 76 jaar als echte planeet meedraaide, maar in 2006 op een congres in Praag is gedegradeerd tot 'dwergplaneet'. Het bord is aangepast maar mocht blijven, waarmee Pluto de enige dwergplaneet is - er zijn er veel meer, meldt het bord - die er eentje heeft. 

Terug op de parkeerplaats was het een karwei om hond Snoopy - die is van Hans - terug achterin de leenauto te krijgen. Die had daar geen zin in. Het lukte me toch. Direct daarop was ik de autosleutel kwijt, terwijl ik er net de achterdeur mee had geopend. Hij was niet op de auto, niet eronder, niet bij de hond achterin, niet in mijn zak.

,,Haal je zakken leeg'', commandeerde Jaap, die alles wat ik meedroeg in ontvangst nam. ,,Zit er niks in de voering van je jas?''

Het is wonderlijk, als je iets kwijt bent dat je net nog in je hand had. Mensen uit de auto ernaast gingen zich er ook mee bemoeien. Weer die zakken, weer op, onder en in de auto. De hond was er al lang weer uit en ik begon aan mezelf te twijfelen. Zou dit het begin zijn? Ik was toch niet gek?

Natuurlijk vonden we hem uiteindelijk. De sleutel was blijkbaar uit mijn hand geslingerd toen ik met Snoopy bezig was en voorin de laadruimte tussen het gereedschap geland.

Opluchting! Tijd voor een gehaktbal bij Hofsteenge in Grolloo.

Na de lunch stelde Jaap vast: ,,Ik ben mijn pet kwijt.'' Een mooie stoffen pet was het, hij had hem tijdens de wandeling gedragen.

Terug naar het restaurant, waar de pet niet lag. Terug naar de parkeerplaats, waar hij ook niet was. En toen, met beide honden, het pad teruggelopen. Er zat niks anders op. Weer langs de planeten en dwergplaneet, nu in omgekeerde volgorde, richting de zon. 



Onderweg had iemand de pet gevonden en hen opvallend in een denneboompje gehangen. Het was vlakbij Pluto, de dwergplaneet.

Herinneringscentrum, inderdaad.

vrijdag 21 juni 2024

Iedereen zijn Donald Sutherland



Uit de New York Times, over Donald Sutherland: 

He often recalled that while growing up in eastern Canada, he once asked his mother if he was good-looking, only to be told, “No, but your face has a lot of character.” He recounted how he was once rejected for a film role by a producer who said: “This part calls for a guy-next-door type. You don’t look like you’ve lived next door to anyone.”

,,Wat was ook weer die film waarin Donald Sutherland een Duitse spion was die iemand een mes in zijn buik stak'', mailde Jan.

Ik wist het niet, maar hij had het even later al gevonden: Eye of the needle.

Zo heeft iedereen zijn eigen Donald Sutherland-ding, die vandaag allemaal bovenkomen omdat hij gisteren is overleden. 

Ik kan me herinneren dat Peter de Feyter verzot was op Kelly's heroes, met hippie-soldaat Oddball: ,,Why don't you knock it off with them negative waves.''

En iedereen die Novecento heeft gezien zal zich de scène met de kat herinneren. Of de vrijscène uit Don't look now. Of die passieve, vriendelijke vader uit Ordinary people. En de volgens mij ondergewaardeerde Casanova van Fellini, die ik lang geleden met Waling heb gezien, waarvan me die reusachtige kroonluchters zijn bijgebleven en de sprookjesachtig mooie muziek. 


vrijdag 7 juni 2024

Gejaagd door de wind




Er zijn 2550 investeerders in Windpark Fryslân. Woensdagmiddag mocht een aantal van hen meevaren op de Regina Andrea, om de wentelende gevaartes onder de Afsluitdijk van dichtbij te bekijken. Aan boord waren hapjes en drankjes. Ik heb er niet in geïnvesteerd, maar was met een van die 2550 mee. 

Van tevoren was er een praatje van directeur Symen de Boer, die in 2008 begonnen is en nog steeds een enthousiaste indruk maakt. Hij overdonderde de investeerders met cijfers: 89 molens, zoveel GWh per jaar, genoeg voor meer huishoudens dan Friesland heeft, ze staan in een zeshoek, in doorsnee 600 meter uit elkaar, en niet recht achter elkaar maar in een bocht, zodat ze elkaar de wind niet uit de wieken nemen. Net als kerstlampjes zijn ze in strengen verdeeld (zes), elk verbonden door een kabel.

En hoewel ze eerst van die rode lichtjes bovenop hadden, voor het vliegverkeer, staan die sinds kort uit. Ze gaan pas aan als er werkelijk vliegverkeer in de buurt is. Wel zo rustig. Ik kan me herinneren dat je ze vanaf de boerderij in Kûbaard kon zien.

,,Zijn er vragen'', sloot Symen de Boer af. 

Voor me staken twee kritische aandeelhouders de hand op.

,,Hoe zit het met de vogels'', vroeg de ene. ,,Daarvoor zijn die draaiende wieken een gehaktmolen. Terwijl er is uitgezocht dat als je een wiek zwart verft, er minder vogels doodgaan.''

,,Het woord gehaktmolen gebruiken we niet'', zei Symen. ,,Dat is overdreven.'' Deze windmolens zijn gemaakt in de tijd dat dat onderzoek nog moest gebeuren en zo'n wiek verf je niet zo makkelijk in een ander kleurtje. Bovendien is onduidelijk wat het voor effect zou hebben, bijvoorbeeld als de felle zon erop staat.

Haar buurman zei: ,,In 2045 moeten de wieken vervangen worden. En ze zijn van composiet. Wat gaat daarmee gebeuren?''

Composiet is nu een probleem, erkende Symen. Maar het is nog geen 2045 en er wordt veel onderzoek naar gedaan - wie weet wordt daar in de tussentijd iets op gevonden. Verder waren er geen vragen. 



Toen we tussen de zoevende molens doorvoeren - er stond een stevige bries, het water spatte over het dek - en zwaaiden naar een monteur op een van de 89 balkonnetjes bedacht ik dat je de 267 wieken (rotorbladen, zegt Symen) tegen die tijd ook zou kunnen verloten onder de aandeelhouders. Die kunnen hem als surfplank voor het hele gezin gebruiken, als brug over een brede sloot leggen of gewoon als bijzonder object in de tuin.

,,Dank je de koekoek'', zei een man aan wie ik het voorstelde. ,,Kijk zelf maar, die dingen zijn 65 meter lang. Daar kun je echt niks mee.'' 

donderdag 6 juni 2024

Theaternummer


Een van de personages in Fanfare - niet de film ditmaal, maar de lokatievoorstelling van Tryater, in Easterlittens - heet John-Douwe, is klusser, vrij driftig en hij rijdt rond in een wit busje. 

Dat busje stond na afloop bij de uitgang van het speelterrein en pas dan zie je hoe er in de hang naar realisme zelfs een leus voor zijn klusbedrijf is bedacht: John Douwe Kin it bouwe. (Best aardig, maar hij haalt het niet bij die van Eduard Visser die ik eens hoorde: Eduard Visser, u belt hem en hij is er.)

Er staat op dit busje ook een 06-nummer. Aan zoiets kan ik geen weerstand bieden, dus ik belde het.

Zouden ze bij Tryater zo ver gaan dat je iets kunt inspreken? Krijg je acteur Lourens van den Akker aan de lijn? Kun je iets winnen? Is er een nietsvermoedend iemand, wiens nummer dit blijkt te zijn? 

Of hoor je een muzikale opname, net als bij het - niet meer bestaande - Hotel Pennsylvania in New York, dat je aan de lijn kreeg als je Pennsylvania 6-5000 (212-736-5000) belde, beroemd geworden door het nummer van het Glenn Miller Orchestra

Niets van dat al. Enkel de melding dat dit nummer niet beschikbaar is. Net de echte wereld: probeer maar eens een timmerman aan de telefoon te krijgen.

woensdag 5 juni 2024

Het hoogtepunt van Jan Mol junior


Jan Mol junior uit Giethoorn was twaalf, toen Bert Haanstra hem vroeg voor een bijrol in de film Fanfare. Inmiddels is Mol wat ouder, en was hij dinsdagavond bij een feestelijke vertoning van de film - in 1958 gemaakt - in Slieker in Leeuwarden. 

Het feestelijke eraan was de presentatie van een boek vol weetjes over Fanfare, van meteoroloog Ronald van de Vate, liefhebber van de films van Haanstra. Dat boek was er al langer, in het Nederlands, maar het is er nu in het Fries - best wonderlijk eigenlijk. Van de Vate schreef ook een wandelboek langs plekken waar Haanstra gefilmd heeft, en een boek over diens film Glas. En hij werkt op het ogenblik aan zo'n boek over Alleman.

Terwijl ik Van der Vate voor de zaal stond te interviewen werd duidelijk dat Jan Mol junior ook in de zaal zat. Hij speelt Henkie in de film, zoon van cafébaas Krijns (Bernard Droog). Jan Mol was uitgenodigd, hij kreeg het eerste exemplaar van die Friese vertaling. 

Dus hem haalden we naar voren en de anekdotes stroomden er zo uit. 

Dat hij destijds op de HBS in Steenwijk zat en Haanstra en zijn vader naar de rector waren geweest om vrij te vragen. Dat hij geen familie is van Albert Mol, die ook in de film speelt. Dat hij Fanfare wel tien keer of meer heeft gezien; ,,Vaker dan u'', zei hij beslist. Wat absoluut het geval is.

En of hij erna nog wel eens in films heeft gespeeld?

,,Je moet op je hoogtepunt stoppen'', was zijn motto.

(Op de foto sta ik naast hem, rechts naast hem Van de Vate  en daarnaast kunstenaar Henni Haselaar, die een aquarel maakte voor de omslag van het boek. Zij kreeg ook een eerste exemplaar. De foto is van Irene Overduin)

donderdag 30 mei 2024

Hoe het leven in elkaar steekt



Een jeugdvriendin van Jellie had een lijst gemaakt van de dingen, die ze als kind van Jellies moeder had geleerd. De jeugdvriendin had pas later, als volwassene, beseft dat Jellies moeder voor haar een van die mensen was ,,die weten hoe het leven in elkaar steekt''. Haar lijst werd deze week door de dominee voorgelezen, tijdens de afscheidsdienst van Jellies moeder. 

Het kan zo als gedicht worden gepubliceerd, vond ik toen ik het hoorde.


Dat je op tijd komt


Dat je je bord leeg eet

en geen stukjes ei op de grond mikt


Dat je mag kiezen: havermout of griesmeel

en als je dat niet wilt dan mag je ook niet blijven eten


Dat je twee keer je haar wast

één keer voor de viezigheid

en één keer voor de glans


(en dat doe ik nog)


Dat we alleen op woensdagmiddag in de voorkamer mochten 

met een glaasje limonade

een dropje

en een koekje


Dat mijn eerste handdoek voor het zwembad

een groenig badlaken was -

want dat hoorde zo:

een écht badlaken voor het zwembad


(van haar gekregen)


Dat we op zaterdag dikke pannekoeken aten 

met spek of krenten

of macaroni

en op zondag zelfgemaakte tompoucen


En:


Dat je het afgewaste kopje op de kop zet

om het water eruit te laten druipen


Maar eenmaal afgedroogd moet het juist andersom

want dan kan de hitte eraf


Want heet moet het afwaswater zijn

anders wordt het niet schoon


vrijdag 24 mei 2024

Verantwoord toiletbezoek



In het Natuurmuseum van Ameland mocht ik donderdagavond de Canon van Ameland presenteren, die een trio van geschiedenisliefhebbende eilanders heeft samengesteld op basis van een brainstorm vier jaar geleden. 

Maar eerst moest ik plassen. 

Op ooghoogte boven het urinoir hing een bijzondere sticker, een oproep in drie talen om de voeten niet in het toilet of in de wasbak te wassen. Hij hing hier overal, zag ik nu, ook op de toegangsdeur van het herentoilet.

Terug in de ontvangstruimte liet ik de foto ervan zien aan Mathilda, van de Amelander musea. ,,Dit heb ik nog nooit eerder op een herentoilet gezien'', zei ik. Ik heb mijn voeten nog nooit in een toilet gewassen en daar ook nooit de aandrang toe gevoeld.

,,Het hangt ook bij de dames hoor'', zei ze. ,,Het is vanwege het blotevoetenpad.'' Op de website van het museum wordt dat een 'belevingsroute' genoemd 'met diverse ondergronden en uitdagingen die maken dat je Ameland op heel bijzondere wijze kunt ervaren'. 

Dat pad eindigt bij het museum en daar is ook een spoelbak voor iedereen die zojuist Ameland op bijzondere wijze heeft ervaren. Maar blijkbaar steken mensen hun voeten net zo lief in de plee. De regels worden hier met voeten getreden, kun je zeggen.


maandag 20 mei 2024

Oud-fietsers en het pepermuntje voor Van Agt


Voor het eerst voerde de jaarlijkse fiets-elfstedentocht door de Grote Kerkstraat. Deelnemers kwamen vanaf de Eewal bij de Beijerstraat de terp op en dan door de Kerkstraat richting Oldehove, waar gestempeld werd. 

Vlakbij. Vandaar dat ik even ging kijken. Of even... het is als met een aquarium of een tv die aanstaat in een café zonder geluid. Je blijft ernaar kijken omdat er steeds iets gebeurt. 

Op de verkeerstechnisch ingewikkelde hoek van de Pijlsteeg met de Grote Kerkstraat wees een vrijwilliger met een oranje hesje de fietsers de weg en voorkwam dat wandelaars zomaar het parcours overstaken. 

Verderop zaten de bewoners van de huizen van het Sint Anthoon met klapstoeltjes op de smalle stoep. Nu en dan juichten ze de fietsers toe, zoals die ene met een vélocipède - enorm voorwiel, klein achterwiel - die de terp alleen steppend opkwam.

De meeste fietsers reageerden niet op de ommestanders, tot Omrop Fryslân een tijd op ons hoekje stond. Toen werd er naar de camera gezwaaid, geroepen en er werden volop duimen opgestoken. 

Een echtpaar fietste omhoog, de man grijnsde, riep iets en reed door, de vrouw stopte bij de vrijwilliger. ,,Hoe gaat het'', vroeg die. ,,Goed hoor'', zei ze. ,,Maar ik moet verder, anders ben ik die man straks weer kwijt.'' Het waren zijn ouders, zei de vrijwilliger.

Veel van de toeschouwers op onze hoek hadden de tocht ook, en meer dan eens, gereden. Ze vertelden dat ongevraagd.

,,Je moet je elk jaar opnieuw inschrijven'', zei een vrouw. ,,Na zeven keer mag je automatisch meedoen. Maar toen ben ik gestopt. Eén keer reed ik hem op een gewone fiets. Dat is wel fijn hoor, dan zit je lekker rechtop.''

,,Ik reed hem twintig keer'', vertelde een man. ,,In Leeuwarden moesten we altijd over de Groeneweg, daar was de stempelpost ook. Dit is mooier zo.''

,,Ik heb hem dertig keer gereden'', vertelde een oud-collega. ,,De grootste verandering? In die tijd had je nog geen helmen, nu zijn ze verplicht. Een keer deed Van Agt ook mee. Mijn moeder heeft hem nog een pepermuntje gegeven.''


vrijdag 17 mei 2024

Zes volle aanhangers

Niet eerder had ik op de Amelander veerboot een filmpremière meegemaakt, deze week was het zover met Ameland, de wal en het schip. Dat is een documentaire van Herman Zeilstra, waarvan de titel meteen de samenvatting is. 

Geen rode loper, wel twee grote schermen in de benedensalon, een wethouder, twee oud-kapiteins, mensen van Rijkswaterstaat, Wagenborg, de Waddenvereniging en van Fryslân Dok, onder wie Annet Huisman (op de foto, Herman op de achtergrond). Zaterdag en zondag is hij op televisie

Hij gaat, natuurlijk, over de veerverbinding, het baggeren, de plannen en alle voors en tegens. Zeilstra zet in een half uur de ingewikkelde zaak echt helder uiteen, met tussendoor mooie plaatjes van de boten en het Wad. 

De opmerking die het meest bleef hangen - na afloop had iedereen het erover - maakt Ernst Lofvers van Rijkswaterstaat. Hij vertelt over de hoeveelheid slib die er voortdurend uit de vaargeul gebaggerd moet worden: ,,zes aanhangers vol per passagier''. Zoiets onthou je. 

Net als de opmerking van oud-kapitein Gertjan Verbeek: ,,Holwert is gewoon gebeurd''. Met andere woorden: wat ze ook doen, andere boten, verkeersstromen scheiden, mateloos baggeren, over een paar jaar zit de boel daar dicht. 

Ook goed om te weten: daar waar gebaggerd wordt, is het leven weg. Er is 35 hectare Wad (van de 300.000) ,,doodgebaggerd''.

Na de vertoning werd er door de bezoekers gestemd over de mogelijke oplossingen, zoals blijven doormodderen of een nieuwe, langere pier maken bij Ferwert. Die laatste kreeg een grote meerderheid van stemmen. 

Tenslotte ging bijna iedereen weer terug naar de vaste wal. Ieder van ons sleepte in gedachten zes aanhangers vol waddenslib achter zich aan. 

woensdag 15 mei 2024

Kijk, daar loopt Esmée van Eeghen



1: foto's

In het Fries Verzetsmuseum werden woensdag verzetsvrouwen Wieke Bosch (1882-1945) en Esmée van Eeghen (1918-1944) in het monument voor het verzet opgenomen. Een grote sprong voorwaarts, want op dat monument staan amper vrouwen.

Nou is het met Esmée van Eeghen zo: als er over haar geschreven wordt, komt dezelfde - mooie - filmsterrenfoto erbij. Veel foto's lijken er niet van haar te zijn.

Tot nu. Want bij de onthulling waren Catherine en Nicholas, geboren in Canada. Hun vader Sander was een halfbroer van Esmée (zelfde moeder, maar zijn achternaam is Schimmelpenninck Van der Oye) en die vertelde vaak en graag over zijn grote zus. Ze kwam uit zijn verhalen naar voren als een moderne vrouw, die met broer David naar jazzconcerten ging en in de oorlog heldendaden verrichtte. 

Sander is een jaar of acht geleden overleden en sindsdien hebben zij het album met allemaal foto's van tante Esmée. ,,Goed nieuws'', zei ik na afloop tegen neef Nicholas. ,,Want er is in heel Nederland maar één foto van haar.'' 

,,Wacht'', zei hij en riep zijn zus erbij. ,,Catherine heeft ze op haar telefoon.''

,,Het zijn maar kiekjes van foto's hoor'', zei ze. ,,Ik moet ze nog inscannen.'' 

Het waren er tientallen. Esmée als kleuter, Esmée als jong meisje. ,,Ik vind zelf die met haar vriendinnen op straat het mooist. Kijk eens hoe lang ze is en hoe trots ze kijkt'', zei Catherine.

Hier zijn er nog twee:


2: lipstick, poeder, aansteker



Nicholas en Catharina waren er via via achter gekomen dat de rol van hun tante Esmée een dingetje was in Nederland. ,,Onze vader had het vaak over haar, but we didn't know she was such a big deal over here'', zei Catharine. 

,,It was new to me'', beaamde Nicholas.

Vandaar dat hun dochter Sophie naar voren kwam met een zilveren aansteker, een lipstickhouder en een poederdoos, die nog van Esmée zijn geweest. Cadeautje voor het museum. 

,,Als je de poederdoos open doet kun je haar nog een beetje ruiken'', zei Catherine. Maar dat deed Marre Sloots van het Verzetsmuseum niet - dat zou bijna heiligschennis zijn. ,,Ik ben hier een beetje beduusd van'', zei ze. ,,Dit had ik niet aan zien komen.''

3. Op reis met Esmée

Net voordat haar portretje onthuld werd vroeg een mevrouw met een witte trui het woord. ,,Ik ben gered door Esmée'', vertelde ze. ,,Aan haar heb ik te danken dat ik hier sta.''

Ze was als klein joods meisje door haar moeder meegegeven vanuit aan Esmée van Eeghen en bracht de oorlogsjaren bij nieuwe pleegouders in Oosternijkerk door. Haar eigen ouders werden vermoord in de kampen.

,,Toen ik in Friesland woonde heette ik Mientje Holwerda'', vertelde ze me na afloop. Haar echte naam was Simone van der Linde.

,,Weet u het nog, hoe u met haar op reis bent geweest?'', vroeg ik.

,,Lieve schat, ik was twee jaar oud! Ik ben nu 85!'', zei ze. 


zondag 12 mei 2024

Het fantoom van de Koepelkerk



Organist Vincent Hensen - de man die elke vrijdag het carillon van het Leeuwarder stadhuis bespeelt - leverde zaterdag een marathonprestatie door in de Koepelkerk The Phantom of the Opera, een zwijgende film uit 1925, op het grote orgel in die voormalige kerk te begeleiden. 

Anderhalf uur muziek, vaak spannend en dreigend maar ook met grapjes, als de Marseillaise en Zoetjes gaan de paardenvoetjes

De film gaat over een mismaakte man die zich in de gewelven van de Parijse Opera schuilhoudt en verliefd is op een zangeres. 

Dat 'spook van de opera' wordt gespeeld door Lon Chaney, die zijn gezicht enorm raar kon vervormen en schminken: the man of a thousand faces, zeiden ze. 

Hoewel het er voor de leek best uitziet als de Opera van Parijs is het allemaal in de Amerikaanse studio's nagebouwd. Net als een paar jaar daarvoor de Notre Dame, voor The Hunchback of Notre Dame (de klokkenluider van de Notre Dame - wat is dat met die Parijse monumenten?), waar Lon Chaney ook de titelrol in heeft gespeeld.

Omdat kwart over acht de zon nog volop door de glas-in-loodramen van de Koepelkerk scheen (zie foto boven) had Hensen een voorprogramma met beroemde filmmelodieën. ,,Raad maar wat ze zijn'', zei hij voor hij in inwendige van het kerkorgel verdween. ,,Een prijs is er niet, maar u krijgt wel de eer.''

Hij begon - ik wist hem! - met When you wish upon a star, uit de Disneytekenfilm Pinocchio. Toen kwam iets swingends dat ik niet kon thuisbrengen. ,,Jungle Book!'', riep een man in een vrolijk shirt achter me. Oh, ja, natuurlijk.

Daarna weer iets dat ik niet wist. Dit ging niet best. ,,Aladdin'', zei een man rechts. ,,Hij wist dat'', voegde hij toe en wees op een jongere bezoeker. De volgende kwam eveneens uit Aladdin, A whole new world.

Vervolgens klonk Smile. ,,Nat King Cole!'', zei de man in het vrolijke shirt. ,,Op zich klopt dat'', zei ik betweterig. ,,Maar het is van Charlie Chaplin, voor zijn film Modern Times.'' 

Daarna Stardust. ,,Ook Nat King Cole!'', zei de man met het vrolijke shirt. En tenslotte Somewhere over the rainbow, waarvan iedereen weet dat het uit The Wizard of Oz komt.

In de pauze kwam de man met het vrolijke shirt een praatje maken. Hij heet Ivo, had in het Westen als predikant gewerkt en is nu weer terug in zijn geboortestad Leeuwarden. ,,Mijn vader floot altijd liedjes van Nat King Cole, ook als hij aan het werk was'', legde hij uit. ,,Vandaar dat ik dat herken. Mijn vader was vertegenwoordiger in verkeersborden.''

maandag 29 april 2024

Zo kan dat gaan



Tussen alle oude foto's vond ik een vrolijk zwartwit-kiekje van twee jonge meiden die sterk op elkaar leken en identieke jurken droegen. Ik dacht dat ik de linker herkende.

,,Kan dit jouw moeder zijn?'', mailde ik André uit Hollum. 

,,Ik weet het wel zeker'', schreef hij terug. ,,Met haar tweelingzus Rommie. Pake staat erachter. En het meisje dat bij hem staat werkte in hun winkel in Makkum.''

Vandaar dat ik de foto meenam naar Ameland om hem aan Akkie Bakker-Van Dijk te geven. Zij was ons kindermeisje toen we net in Hollum woonden. Later kwam ze terug als schooljuffrouw, ik heb ook bij haar in de klas gezeten. Ze trouwde met een Hollumer, Jacob, en bleef er wonen. Zo kan dat gaan.

Vrijdag, de dag vóór Koningsdag, kwam ze net naar buiten toen ik langs haar huis liep, de foto in mijn binnenzak. Er waren nog wat anderen - onder wie haar zus Rommie. Akkie droeg het lintje dat ze al eens eerder had gekregen, ze gingen naar de jaarlijkse receptie met andere geridderden.

,,We hadden het net over je!'', riep ze. ,,We zaten je stukjes te lezen in het boekje.''

Ik gaf ze de foto.


,,Weet je dat ik ook op Ameland heb gewerkt?'', vroeg tweelingzus Rommie. ,,Bij jouw oom Atze en tante Ruth in Nes?''

Dat wist ik niet, een halve eeuw geleden lette ik nog niet zo goed op dingen. 

Terwijl ze daar werkte, vertelde ze, had ze gereageerd op een Engelstalige advertentie, die ze zelfs nu nog uit haar hoofd kon opzeggen. Oom Atze had haar geholpen met het Engels in de sollicitatiebrief. 

,,En ze werd aangenomen'', maakte Akkie het verhaal af. ,,En heeft van toen af altijd in Engeland gewoond. En vandaag is ze hier en komen we jou tegen.''

Zo kan dat gaan.

donderdag 25 april 2024

Sayamanda Sayamanda Sayamanda, ring the bell


Af en toe heb ik een bloedneus, meestal op momenten dat het heel slecht uitkomt. 

Onlangs in Wenen bijvoorbeeld, toen ik 's avonds bij het concert van Alexandre Desplat vandaan kwam en naar de tram liep. Een vrouw die op de tram stond te wachten vroeg ik of ze papieren zakdoekjes had. Ze schrok, ik zal er raar uit hebben gezien, maar ik kreeg ze wel.

Een paar andere staaltjes staan hier op dit weblog. Je gaat er niet dood aan, vervelend is het wel. De huisartsassistente tipte een keer dat je vaseline in je neusgaat moet smeren, voor een afsluitend laagje.  ,,Waarom laat je het niet gewoon dichtbranden?'', zei Jeroen laatst, een tip die ik vaker krijg. 

Woensdagavond trad de weergaloze zangeres Jeanine de Bique op in de Grote Kerk, met Holland Baroque. Ik had griep, maar wilde er toch heen. Jeanine de Bique gaf eerder een verpletterend optreden in de Harmonie, ik heb er een gesigneerde cd aan overgehouden. ,,Nice hat!'', zei ze toen. ,,Thank you'', zei ik. Dat was ons hele gesprek. 

Hier bestond het programma uit barok- en Caraïbische muziek; het was geweldig en vrolijk; maar door de lange nagalm in de kerk kwam het niet altijd tot zijn recht als je vrij ver achterin zat, zoals ik. Toch had ik het niet willen missen, aan het eind liet ze de zaal meezingen met een lied dat Sayamanda heet. ,,You can also dance'', nodigde ze uit, maar dat was voor het publiek in de Grote Kerk een stap te ver.

Vlak voor de pauze voelde ik het ineens: een bloedneus. En niet gering ook. 

Ik snelde in de pauze naar het toilet, rood-doorweekte zakdoekjes tegen mijn neus, waar ik de wasbak zo goed en kwaad als het ging probeerde vrij te houden van bloedspetters. Wat niet simpel is. Links en rechts boden mensen me papieren zakdoekjes aan, hele pakjes vol. 

,,Gaat het allemaal goed?'', vroeg organisator Stephan Brekelmans. Hij  riep de koster erbij. 

Intussen ging ik op een stoel zitten en deed wat ik vroeger had geleerd, hoofd achterover, neus dichtknijpen. ,,Niet achterover zitten!'', zei de koster meteen.  ,,Voorover juist.'' Hij had een EHBO-doos bij zich. We maakten een prop van verband om daarmee het neusgat te dichten. 

Met die prop en nog wat zakdoekjes om die op zijn plek te houden ging ik alvast weer in de kerk zitten.

,,Het is minder erg dan het lijkt hoor'', zei ik tegen de mensen die me aankeken. Zoals de man die voor me zat, met grijs haar en een bril. ,,Ja, ik zie het, het is een bloedneus'', stelde die op rustige toon vast. ,,Je moet hem een kwartier dichtknijpen, maar niet zo hoog als je nu doet. Dan zou het op moeten houden. Maar het beste is als je een keer bij me langskomt, dan maken we er voor eens en altijd een eind aan.''

Ik keek verbaasd. ,,Ik ben KNO-arts in het MCL'', legde hij uit. ,,Van den Berghe. Kom je maar een keer melden, dan gaan we ermee aan de gang. Maar dan moet je wel je hoed ophouden, anders weet ik niet meer wie je bent.''

,,Dit kan toch geen toeval zijn'', zei een andere bezoeker die mee had geluisterd.

Dus: binnenkort gaat het gebeuren, er is geen ontkomen meer aan.

(De foto is van Stephan Brekelmans)


woensdag 24 april 2024

Rectificatie: De Bosatlas

Met mijn visite wandelde ik door de Leeuwarder binnenstad. ,,Dit was de Joodse School'', wees ik. ,,Niet zo lang geleden was het gebouw nog als school in gebruik, maar nu niet meer. Ik heb ergens gelezen dat er appartementen in komen.''

De deur stond open, binnen waren mensen aan het schoonmaken. Een man die me had gehoord kwam naar buiten. 

,,Er komen helemaal geen appartementen in'', verbeterde hij. ,,We gaan hier een plek voor evenementen, huwelijken en zo van maken.''

Hij bleek de eigenaar van het pand te zijn, Gerard Cohen. ,,Van het Leeuwarder metaalconstructiebedrijf'', voegde hij toe.

Er schoot me iets te binnen. Als leerling van de RSG in Leeuwarden zat ik op huiswerkinstituut Speckmann, net als mijn broer Waling overigens. Het instituut, een ruimte vol kleine tafeltjes met stoelen, was op de zolderverdieping van een groot huis aan de Emmakade.

Bij de andere leerlingen op dat instituut was een - in mijn herinnering - klein jongetje met kort haar en een bril. Die heette ook Cohen. 

Ik haalde het in 2021 aan in de column hieronder.


,,Dat was ik'', zei Gerard Cohen toen ik het hem vertelde. ,,Ik heb nog altijd contact met mevrouw Speckmann. Maar het was geen Bosatlas hoor, het was zo'n agenda waar Speckmann alles in noteerde.''

zaterdag 20 april 2024

En klaar is de Romeinse wijzerplaat



De Oldehove heeft het een tijdlang zonder wijzers, wijzerplaat en de assen om de klok te luiden moeten doen. Ze hoopten dat alles voor 4 mei hersteld zou zijn, maar dat lukt niet, want er zijn gifstoffen (chroom 6, dat deskundigen chroom(VI)oxide noemen) in het hout van de ophanging ontdekt. Het duurt dus langer. Bij de aanstaande dodenherdenking nemen de klokken van de Dominicuskerk en de Bonifatius het over.

Het werk gaat door, deze week is de steiger bij de Oldehove weggehaald. Vanuit de Grote Kerkstraat heb je nu alweer vol zicht op de herplaatste wijzerplaat, die er als nieuw uitziet. De Romeinse cijfers fonkelen je tegemoet.

Het boeiende van zulke wijzerplaten vind ik de IIII. Overal ter wereld waar ik een klok zie kijk ik ernaar. Want het getal 4, leerde ik op school, schreven de Romeinen als IV. Een lager cijfer dat voor een hoger cijfer staat wordt van dat hogere cijfer afgetrokken. I (1) is lager dan V (5), dus IV is 5 min 1. 

Handig is dat talstelsel niet, wel sjiek, daarom gebruiken veel torenklokken en horloges het. Gek genoeg schrijven die bijna allemaal IIII (behalve de Big Ben in Londen, die als een van de zeer weinigen IV doet). Een I dus met drie keer I erachter. Je zou verwachten dat ze de 8 ook schrijven als een V met drie keer III erachter, wel zo consequent, maar de 8 staat er dan weer als IIX op.

Waarom klokkenmakers die gewoonte hebben is niet duidelijk. 

Het is wel mooi evenwichtig op de wijzerplaat, want te beginnen met 1 uur zijn er eerst vier getallen met I erin, dan zijn er vier met V erin en vervolgens vier met X erin. Zo bekeken is het net iets uit Sesamstraat: twintig keer een I, vier keer een V, vier keer een X en klaar is de Romeinse wijzerplaat.

maandag 15 april 2024

Vlechten en vrijheid


Een keer per jaar tref ik meneer Samsom van de Willemskade. Dat is bij het hijsen van de vlag van Leeuwarden en een van de Royal Canadian Dragoons op 15 april, naast het Stadhuis.

Op 15 april 1945 werd Leeuwarden bevrijd door die dragoons, ze reden vanaf de Groningerstraatweg de stad in. Daar was meneer  Samsom als zesjarige niet bij, hij zag ze later pas, samen met zijn even oude vriendje David van Kampen. Hij slaat deze plechtigheid nooit over, ook vandaag niet.

Het is maar een kleine ceremonie, er wordt weinig ruchtbaarheid aan gegeven. Er is een groep leerlingen van de Kinderkoepel bij, de kinderburgemeester, een paar militairen en een handjevol belangstellenden. Na afloop is er koffie met oranjekoek. Het is een boeiende gedachte dat ongeveer tegelijkertijd bij de Royal Dragoons in Canada een Leeuwarder vlag gehesen wordt.

Burgemeester Sybrand Buma hield - onversterkt - een praatje, waarvoor we wat dichter om hem heen kwamen staan (dichter dan op de foto), omdat vlakbij een vrachtwagen van Hanos brulde, de chauffeur had haast en wilde hem niet uitzetten. Ook dat is vrijheid, denken we dan maar.

,,Ik heb het nog meegemaakt dat de Canadese soldaten hier binnenreden'', vertelde meneer Samsom aan een paar leerlingen. Een jongetje probeerde dat te bevatten: ,,Hoe oud bent u dan?'', vroeg hij. ,,Ik ben 84'', antwoordde hij. Dat maakte zichtbaar indruk. Geen wonder, als dat jongetje die leeftijd bereikt is het bijna 2100.

Meneer Samsom was van iets anders onder de indruk. Toen de schoolklas al was vertrokken zei hij: ,,Zag je de vlechtjes van dat ene meisje? Ik heb kleindochters en kan ook haar vlechten, maar zij had er tientallen!''

Daarna vertrok hij. ,,Tot volgend jaar'', zei hij.

zaterdag 13 april 2024

De dagboeken van Eleanor

Op mijn verjaardag in 1980 kreeg ik van Ina en Renée Notes van Eleanor Coppola, dat in het jaar ervoor was verschenen. 

De gevers schreven op het titelblad: ,,You smell that? Nothing in the world smells like...'' Het boek ruikt inmiddels naar tweedehands boekhandels. 

Eleanor is de vrouw van filmer Francis Ford Coppola. Actrice Diane Keaton heeft wel eens gezegd dat ze haar rol als Kay, de vrouw van Michael Corleone in The Godfather, een beetje op Eleanor Coppola had gebaseerd.

De eerste regel van Notes, vertaald: ,,Op 1 maart 1976 ging ik naar de Filipijnen met mijn man, Francis Coppola, onze drie kinderen, Gio, Roman en Sofia, Francis' neef Marc, onze huisbewaarder, babysitter en Francis' operateur. We huurden een groot huis in Manila om in te wonen tijdens de vijf maanden die waren gepland voor de opnamen van Francis's film Apocalypse Now, een avontuur dat zich in Vietnam afspeelt.''

Wisten zij veel. De opnamen liepen eindeloos uit, acteur Martin Sheen kreeg een hartaanval, een storm verwoestte de set, Marlon Brando deed moeilijk, er moest voortdurend geld bij, Coppola kon geen passend eind voor zijn film verzinnen, het kostte haar bijna haar huwelijk. De laatste dag van haar notities is 8 november 1978 en dan is de film nog niet helemaal gemonteerd.

Stukken van haar boek en de achter-de-schermen-opnamen die Eleanor Coppola maakte komen terug in de documentaire Hearts of Darkness, die over het tot stand komen van de film gaat.

Vanmorgen las ik dat ze vrijdag is overleden,  op haar 87-ste. Het huwelijk heeft 61 jaar standgehouden. 


Binnenkort gaat Megalopolis in Cannes in première, Coppola's nieuwste, vaak uitgestelde film die moeizaam tot stand is gekomen, met hemzelf als financier. De eerste berichten erover zijn gemengd. ,,Precies zoals het veertig jaar geleden ging met Apocalypse Now'', zegt de maker.

Op dit moment is dat niet aan de orde, maar stilletjes hoop ik wel dat Eleanor ook hier een dagboek van heeft bijgehouden. 

woensdag 3 april 2024

Hoe word je pianostemmer



,,Hoe komt het eigenlijk dat je pianostemmer bent geworden'', vroeg ik pianostemmer Henk bij de koffie.

Henk stemt al jaren mijn piano, een Feurich uit 1925. Hij is steevast complimenteus over het geluid ervan. Vroeger zei hij dat hij de eerste wilde zijn als ik hem ooit zou verkopen. Maar hij is nu aan het afbouwen, hij handelt niet meer, de werkplaats is leeg en krijgt een andere bestemming. 

Henk blijft nog wel stemmen en hopelijk lang ook, want er komen amper jonge pianostemmers van de opleiding en de sector vergrijst in hoog tempo. 

Henk vertelde hoe hij als jongeman niet wist wat hij wilde. Allerlei baantjes had hij, hij was zelfs naar zee geweest. Eind jaren zeventig kampeerde hij, werkloos, op Terschelling. Hij gaf met zijn hand aan hoe ver zijn haar destijds over zijn schouders hing.

Daar zat hij voor zijn tent wat gitaar te spelen. Een eindje verderop zat ook iemand met een gitaar, en hoe gaat dat, je raakt aan de praat.

Die ander vertelde dat hij gitarist was van Flavium. Een band uit Apeldoorn waarvan de naam mij vaag bekend voorkwam. De Flaviumgitarist vertelde dat hij lekker in de ww bleef, en daar had aangegeven dat hij een opleiding tot pianostemmer wilde volgen.

Daar viel het kwartje, zei Henk. Ineens wist hij dat hij pianostemmer wilde worden.

Hij meldde het bij de sociale dienst en volgde een opleiding - die was toen ook, in het kader van de spreiding,  in het Noorden, ik meende dat hij Emmen zei. Inmiddels is hij het al meer dan 45 jaar. 

Ik ken de gitarist van Flavium niet, ik kan ook niet zomaar een hit van de groep noemen. Maar ik ben hem dankbaar voor zijn levensbepalende opmerking, zomaar op een Terschellinger camping.

Een honderdjarige: Marlon Brando


Als Marlon Brando nog zou leven, was hij vandaag honderd geworden. Gefeliciteerd! We moeten natuurlijk even onderstrepen dat er ook wat Nederlands aan hem is (via zijn moeder). 

De foto hierboven is uit The men, die ik nog nooit heb gezien... Wel natuurlijk The Godfather, On the Waterfront, Last Tango in Paris, Apocalypse Now, Superman, The Wild One. Een mooie oogst, maar ik heb nog veel in te halen. 

vrijdag 22 maart 2024

Een stille reiziger

Voor me in de propvolle bus naar de Amelander pier stond zondag een man met een papagaai, die om zich heen keek (de papegaai, de man niet), af en toe zichzelf wat pikte of krabde met zijn snavel en verder kalm bleef zitten. 

Het dier zat niet op zijn schouder, zoals je op plaatjes van piraten vaak ziet, maar meer naar achter, op de rugzak. Een paar vage witte sporen op de jas leken erop te wijzen dat de papagaai nog niet helemaal zindelijk was. 

,,Hij vindt het volgens mij wel gezellig'', zei de vriendin van de man tegen hem. ,,Al die mensen.''

,,Ben je niet bang dat hij wegvliegt?'', vroeg ik. ,,Zometeen op de pier bijvoorbeeld? Dat lijkt me best eng.''

,,Hij zit aan een touwtje'', zei ze en liet het zien. ,,En hij is sowieso niet een wegvlieger.''

,,Maar het is wel een experiment, we doen dit voor het eerst zo. We zijn eigenlijk meer bang dat hij gaat krijsen, want dat is ontzettend luid.''

Het dier krijste niet maar bleef om zich heen kijken nar het geroezemoes van alle andere passagiers, dat hem op zijn gemak leek te stellen. Wel zei hij een keer ineens ,,Hallo'', maar dat hoort zo als je een papagaai bent.