Vorig jaar op de veerboot van Alaska naar Seattle trof ik Maureen, een drukke, soms licht verwarde oude dame met een speld van Texas op. Ik heb een paar keer koffie met haar gedronken en veel gekletst. Haar man was dominee of zo, en die is ervandoor gegaan met een gemeentelid. Zelf had ze gestudeerd, in Boulder. Ze ried me aan straks niet te lang in Seattle te blijven, maar door te reizen naar Portland, Oregon waar het leuker zou zijn (klopte). Een keer maakte ze me midden in de nacht wakker omdat ze een gedicht had geschreven waar ik in voorkwam. ´Mounds´heet het, vanwege de molshoopachtige vormen van alle slaapzakken in die zaal. Ze heeft het me fluisterend voorgelezen.
De volgende dag waren we al aan wal, en ik had haar niet meer gezien, toen de Greyhoundbus naar Seattle dadelijk na het wegrijden weer stopte. Daar stond Maureen. Deuren schoven open. ,,Asing?'' vroeg ze. De passagiers keken me nieuwsgierig na, terwijl ik door het gangpad naar Maureen liep, die uit tassen die met van alles gevuld waren een afschrift van ´Mounds´opdiepte. Dat wilde ze me nog overhandigen, zei ze. Dus al met al kan Maureen niet meer bij mij kapot.
Vorige week kreeg ik ineens mail van haar. Ze is in Zutphen. Vanwege een of ander congres (ze doet van alles met vrouwencongressen) was ze in Zweden, ze gaat ook naar Boedapest, en tussendoor woont ze bij familie van vrienden, of zo. Vrijdag vertrekt ze met hen naar Texel, en dan komt ze onderweg langs. ,,Also to see your house'', zei ze vol verwachting toen ik haar aan de telefoon had. Want ik had haar verteld van de drukte met Open Monumentendag.
,,I will have to do the dishes'', spotte ik.
,,I haven't seen the bottom of my sink for years'', zei Maureen. ,,Who cares about the dishes.''
maandag 27 september 2004
maandag 20 september 2004
Een bende
Op het balkon van de Harmonie sprak Piet van de Wal me aan, leraar en oud-raadslid. Collega's van hem, aardige maar ook heel erg keurige mensen, ,,een soort Avro-leden'', waren bij mij over de vloer geweest tijdens monumentendag, vorige week.
Aan het eind van die dag zaten ze op een terras en daar zat Piet ook. ,,We zijn ook bij die jounalist in huis geweest'', vertelden ze. ,,Wat een bende was het daar! De afwas stond nog gewoon op het aanrecht. En hij had toch wel even een bloemetje kunnen neerzetten?''
Dat trof me toch wel. Er stonden op monumentendag twee bossen bloemen in mijn kamer, maar die hebben ze door de drukte misschien niet gezien. En die afwas, dat waren de kopjes waar de vrijwilligers koffie uit dronken, die in mijn huis alle bezoekers - het waren er minstens achthonderd - te woord stonden. En netjes was het ook, want elke week boent Aukje zich hier in het zweet.
Ik troost me maar met de gedachte dat ik een paar dagen na monumentendag de kleinzoon van Obbe Rommerts (woonde anderhalve eeuw terug in mijn huis) op bezoek had. Die had erover in de krant gelezen, een heer van achter in de tachtig die jaren rechter is geweest en in 1928 voor het laatst in mijn huis was geweest.
Over de bende heb ik hem niet gehoord, want het is bij mij helemaal geen bende, alleen maar over zijn ongehuwde tante Kee, die altijd snoepjes had en hoe de gang vroeger helemaal doorliep tot aan de tuin.
Aan het eind van die dag zaten ze op een terras en daar zat Piet ook. ,,We zijn ook bij die jounalist in huis geweest'', vertelden ze. ,,Wat een bende was het daar! De afwas stond nog gewoon op het aanrecht. En hij had toch wel even een bloemetje kunnen neerzetten?''
Dat trof me toch wel. Er stonden op monumentendag twee bossen bloemen in mijn kamer, maar die hebben ze door de drukte misschien niet gezien. En die afwas, dat waren de kopjes waar de vrijwilligers koffie uit dronken, die in mijn huis alle bezoekers - het waren er minstens achthonderd - te woord stonden. En netjes was het ook, want elke week boent Aukje zich hier in het zweet.
Ik troost me maar met de gedachte dat ik een paar dagen na monumentendag de kleinzoon van Obbe Rommerts (woonde anderhalve eeuw terug in mijn huis) op bezoek had. Die had erover in de krant gelezen, een heer van achter in de tachtig die jaren rechter is geweest en in 1928 voor het laatst in mijn huis was geweest.
Over de bende heb ik hem niet gehoord, want het is bij mij helemaal geen bende, alleen maar over zijn ongehuwde tante Kee, die altijd snoepjes had en hoe de gang vroeger helemaal doorliep tot aan de tuin.
vrijdag 17 september 2004
Getipt
Jaap Alkema uit Hoogezand aan de lijn. Binnenkort is er een streektaalliederenfestival bij het Noord Nederlands Orkest, en de inzendingen moeten beoordeeld worden.
,,U bent getipt, voor de jury.''
,,Getipt?'', vroeg ik. ,,Waarom dan?''
,,Omdat u Fries bent'', zei Jaap Alkema.
,,Nou'', zei ik. ,,Ik ben import, hoor.'' Want in zulke dingen telt dat zwaar.
,,Maar u denkt wel Fries'', liet hij zich niet uit het veld slaan.
Ik denk in het Nederlands, maar dat bedoelde hij niet. ,,U denkt als een Fries.''
Het voorstel heb ik vriendelijk afgeslagen, door iemand te tippen die dat allemaal veel beter doet dan ik.
Een paar dagen later kwam ik bij de premiere van de opera Bonifacius Ank Schenkel tegen, die activiteiten doet voor de Vrienden van het Noord Nederlands Orkest.
,,Ben je nog gebeld?'', vroeg ze en keek me samenzweerderig aan. ,,Door Joop Alkema bedoel ik. Want ik had je getipt, als jurylid.''
Ook weer opgelost.
,,U bent getipt, voor de jury.''
,,Getipt?'', vroeg ik. ,,Waarom dan?''
,,Omdat u Fries bent'', zei Jaap Alkema.
,,Nou'', zei ik. ,,Ik ben import, hoor.'' Want in zulke dingen telt dat zwaar.
,,Maar u denkt wel Fries'', liet hij zich niet uit het veld slaan.
Ik denk in het Nederlands, maar dat bedoelde hij niet. ,,U denkt als een Fries.''
Het voorstel heb ik vriendelijk afgeslagen, door iemand te tippen die dat allemaal veel beter doet dan ik.
Een paar dagen later kwam ik bij de premiere van de opera Bonifacius Ank Schenkel tegen, die activiteiten doet voor de Vrienden van het Noord Nederlands Orkest.
,,Ben je nog gebeld?'', vroeg ze en keek me samenzweerderig aan. ,,Door Joop Alkema bedoel ik. Want ik had je getipt, als jurylid.''
Ook weer opgelost.
vrijdag 10 september 2004
Fahrenheit 9/11
Als je Fahrenheit 911 al verwarrend vond, is dit filmpje op internet verbijsterend. Ik kreeg het doorgestuurd van Menno uit Salt Lake City, die het weer van een ander heeft. Menno is overigens niet naar Fahrenheit geweest, het lijkt hem maar propaganda. Volgens dit filmpje klopt er van alles niet met dat derde vliegtuig van elf september 2001, dat tegen het Pentagon opvloog. Het is blijkbaar een dekmantel, al vertellen ze niet waarvoor. Ik weet niet wat ik ervan moet denken. Het staat op http://www.ebaumsworld.com/pentagon.html#Preloader
(Vervolg)
Het is maandag, en het filmpje is alweer verdwenen van de site. Het is weggehaald, staat er, omdat er zoveel klachten over kwamen.
Voor wie het miste: het staat ook op http://pixla.px.cz/pentagon.swf.
(Vervolg)
Het is maandag, en het filmpje is alweer verdwenen van de site. Het is weggehaald, staat er, omdat er zoveel klachten over kwamen.
Voor wie het miste: het staat ook op http://pixla.px.cz/pentagon.swf.
dinsdag 7 september 2004
Morgenrood
Obbe Rommerts, die heel vroeger in mijn huis heeft gewoond waardoor het open gaat op Open Monumentendag, was geen socialist. Maar hij spande zich eind negentiende eeuw wel in voor beter onderwijs en betere huisvesting voor arbeiders, daar hield hij zelfs lezingen over.
Dus het leek me leuk om een oud socialistenkoortje op te trommelen, die een kwartiertje 'Morgenrood' en zo komen zingen. Klaas had wel een telefoonnummer van een oude dame in Leeuwarden, die zo'n koortje had.
,,Rode liederen zingen we eigenlijk niet'', zei zij in het Fries. Ze zijn een geheelonthouderskoor, legde ze uit, en ze hebben na de zomer ook nog helemaal niet geoefend. Ik kon beter Hinke Visser-Oostra bellen, die is ,,rood en blauw'', zoals deze dame dat omschreef.
Hinke Visser, ook Fries, klonk gezellig aan de telefoon. Ze is al 82 vertelde ze, en dat socialistenkoor, ach, daar deed ze al jaren niet meer aan, sinds haar man wat minder is. Bovendien, de mensen willen die liederen niet meer en de teksten kennen ze ook niet. Liederen als 'Op naar het licht', 'Morgenrood' of Us blauwe faan', die hoort ze een doodenkele keer wel eens in het crematorium. Terwijl ze het vertelde zong ze er stukjes van. ,,Het zit er bij mij nog goed in.'' Ik vond het onbeleefd om te vragen of ze niet in haar eentje wil komen zingen.
Ze zit nu trouwens wel weer op een koor, in Bilgaard, maar dat is gemengd. ,,Alle gezindten'', zei ze. ,,Vroeger speelde je als kinderen allemaal met elkaar, daarna werd iedereen gereformeerd of socialist, en dan ging je niet meer met elkaar om. En nu zit alles bij elkaar op het koor en dat is hartstikke gezellig.''
Mensen worden wijzer als ze ouder worden, zei ik.
,,Gelukkig wel'', zei Hinke Visser.
Dus het leek me leuk om een oud socialistenkoortje op te trommelen, die een kwartiertje 'Morgenrood' en zo komen zingen. Klaas had wel een telefoonnummer van een oude dame in Leeuwarden, die zo'n koortje had.
,,Rode liederen zingen we eigenlijk niet'', zei zij in het Fries. Ze zijn een geheelonthouderskoor, legde ze uit, en ze hebben na de zomer ook nog helemaal niet geoefend. Ik kon beter Hinke Visser-Oostra bellen, die is ,,rood en blauw'', zoals deze dame dat omschreef.
Hinke Visser, ook Fries, klonk gezellig aan de telefoon. Ze is al 82 vertelde ze, en dat socialistenkoor, ach, daar deed ze al jaren niet meer aan, sinds haar man wat minder is. Bovendien, de mensen willen die liederen niet meer en de teksten kennen ze ook niet. Liederen als 'Op naar het licht', 'Morgenrood' of Us blauwe faan', die hoort ze een doodenkele keer wel eens in het crematorium. Terwijl ze het vertelde zong ze er stukjes van. ,,Het zit er bij mij nog goed in.'' Ik vond het onbeleefd om te vragen of ze niet in haar eentje wil komen zingen.
Ze zit nu trouwens wel weer op een koor, in Bilgaard, maar dat is gemengd. ,,Alle gezindten'', zei ze. ,,Vroeger speelde je als kinderen allemaal met elkaar, daarna werd iedereen gereformeerd of socialist, en dan ging je niet meer met elkaar om. En nu zit alles bij elkaar op het koor en dat is hartstikke gezellig.''
Mensen worden wijzer als ze ouder worden, zei ik.
,,Gelukkig wel'', zei Hinke Visser.
woensdag 1 september 2004
Akoprijs
In 'Ter Navolging', het boek van Kees 't Hart dat nu voor de Akoprijs genomineerd is, staat op pagina 424:
,,Ik had gisteren een gesprek met een journalist van de Leeuwarder Courant, de heer A. Walthaus. Hij leek me betrouwbaar. Ik heb hem meegenomen naar de zolder en hem de verzameling boekjes laten zien. Hij liet gelijk een fotograaf komen en zei dat er aanstaande vrijdag een artikel over in de krant komt.
Hij vond het allemaal erg bijzonder en beloofde ' met enige ingetogenheid' over ons te zullen schrijven: onze namen worden niet genoemd.''
Het is een verrassing om je eigen naam tegen te komen in de Nederlandse Literatuur. Ik had het een beetje aan zien komen, ik had een namaakkrantenberichtje voor Kees geschreven dat ook in het boek voorkomt. Dus ik dacht, zo'n bedankje aan het eind zit er wel in. Maar een echte bijrol, dat had ik niet vermoed.
Het is nog mooier als je bedenkt dat die juryleden van de Akoprijs, Paul Rosenmoller voorop, die naam dus ook hebben gelezen. ,,Zeker een verzinsel van die 't Hart'', hebben ze tegen elkaar gezegd. ,,Wat een malle naam voor een journalist! Die man kan het mooi opzeggen, we zetten hem op de lijst.''
En over honderd jaar, als iemand een scriptie schrijft over Nederlandse literatuur aan het begin van de 21-ste eeuw, dan komt dat meisje tot de conclusie, dat het misschien een woordspeling is met bos en huis, die ze in haar tijd niet meer kunnen begrijpen.
Dat is een plezierige gedachte. Ik hoop dat Kees die prijs wint.
,,Ik had gisteren een gesprek met een journalist van de Leeuwarder Courant, de heer A. Walthaus. Hij leek me betrouwbaar. Ik heb hem meegenomen naar de zolder en hem de verzameling boekjes laten zien. Hij liet gelijk een fotograaf komen en zei dat er aanstaande vrijdag een artikel over in de krant komt.
Hij vond het allemaal erg bijzonder en beloofde ' met enige ingetogenheid' over ons te zullen schrijven: onze namen worden niet genoemd.''
Het is een verrassing om je eigen naam tegen te komen in de Nederlandse Literatuur. Ik had het een beetje aan zien komen, ik had een namaakkrantenberichtje voor Kees geschreven dat ook in het boek voorkomt. Dus ik dacht, zo'n bedankje aan het eind zit er wel in. Maar een echte bijrol, dat had ik niet vermoed.
Het is nog mooier als je bedenkt dat die juryleden van de Akoprijs, Paul Rosenmoller voorop, die naam dus ook hebben gelezen. ,,Zeker een verzinsel van die 't Hart'', hebben ze tegen elkaar gezegd. ,,Wat een malle naam voor een journalist! Die man kan het mooi opzeggen, we zetten hem op de lijst.''
En over honderd jaar, als iemand een scriptie schrijft over Nederlandse literatuur aan het begin van de 21-ste eeuw, dan komt dat meisje tot de conclusie, dat het misschien een woordspeling is met bos en huis, die ze in haar tijd niet meer kunnen begrijpen.
Dat is een plezierige gedachte. Ik hoop dat Kees die prijs wint.
Abonneren op:
Posts (Atom)