zondag 30 oktober 2005

Dagho



Loop net terug van het station naar mijn huis, passeer ik een groep mensen bij dat beeld van Dagho, het Friese paard, dat schuin tegenover V & D aan de Nieuwestad staat.

Volgens mij was hier een student, hij had een zachte G, die zijn ouders over had. Hij hield zijn hand voor zich alsof er een bal in lag, en vertelde: ,,En dit paard heeft twee van die echte ballen, en elke keer worden die rood en geel geschilderd. Dat halen ze er dan steeds wel weer af, maar dan zit er na een weekje of zo toch weer verf op.''

Dit had ik nog nooit eerder gehoord. Sterker nog, ik loop er vaak genoeg langs, maar het is me nooit opgevallen. Hij vertelde het zijn ouders of het zo'n verhaal is dat iedere Leeuwarder wel kent.

Ik ga er de komende tijd op letten.

dinsdag 18 oktober 2005

Zes punt nog wat




Zojuist zat ik hier bij Ria op de wc, toen er ineens zwaar verkeer voorbij reed. Tenminste dat dacht ik, want het huis denderde. Maar dat zware verkeer hield ongewoon lang aan, en de muren begonnen heen en weer te draaien, als in een cakewalk op de kermis. Al Ria haar shampoo- en parfumflesjes vielen van de plank.

Na een tijdje - een minuut? dertig seconden? - hield het op.

,,Asing!'', riep Ria vanuit de tuin, waar ze Griekse les zat te geven. ,,Leef je nog?''

,,Ja hoor!'', riep ik terug.

Het was een aardbeving, erger dan Ria en Jane, haar leerlinge, hier op Zakynthos ooit hadden meegemaakt. Er zijn vaker aardbevinkjes, want vlakbij onder water schuiven twee aardplaten tegen elkaar, Maar deze hele zomer was er nog niks geweest.

Ik ging meteen internet op, om uit te zoeken hoe zwaar dit geweest kan zijn. Terwijl ik achter de pc zat, begon het huis weer te schudden. Een glazen waxinelichthouder, die net was gevallen en wonderbaarlijk heel was gebleven, viel nu met een klap kapot. Ik hield de monitor van de computer vast, die ook begon te schuiven.

,,Ik ga nu maar bij jullie buiten zitten'', zei ik tegen Ria en Jane.

De baas van het restaurant hiernaast kwam vertellen dat de tv en een heleboel drankflessen waren stukgevallen. Bij de benzinepomp verderop zitten de scheuren in de muur.

De Griekse les was afgelopen. Jane ging naar huis om te kijken of ze schade had. Even later mailde ze, dat ze op de radio had gehoord dat het zes punt nog wat op de schaal van Richter was geweest. Haar Grieks was vermoedelijk nog niet goed genoeg, om het preciezer te verstaan.

Rescue




Daar was geen ontkomen aan met Ria en Ingrid: zaterdagavond zouden we naar Rescue, de discotheek van Laganas, want ik moest als gast kennismaken met het Sodom en Gomorrah van Zakynthos.

,,De barmannen gooien er met flessen, net als Tom Cruise in de film 'Cocktail','', had Sonja, een Nederlandse vriendin van R & I al verteld. En daarna gaan ze halfnaakt staan vuurspuwen achter de bar. Zij kon het weten, want ze was er gisteren ook al met Ria geweest.

Naar Rescue dus. Laganas is een neonstraat vol cafe's, die recht op de zee afloopt. In de zomer is de hele straat een hossend cafe, begreep ik, maar nu was het relatief rustig. Al hoorde je van verre wel al Boenke Boenke Boenke. Rescue is een open cafe, de bar is als het ware half op het terras. Er zitten veel dikke Engelse meisjes met blote navels en van die ontevreden gezichten.

,,We hebben gratis drinken'', kondigde Ria aan, nadat ze een praatje had gemaakt met de eigenaar, die ze kent. (Ze kent steeds iedereen hier, ze woont hier al een jaar of twaalf). ,,Ik heb hem verteld dat jij een journalist bent van De Telegraaf, de belangrijkste krant van Nederland.''

Een deel van de barmannen liep inderdaad zonder shirt, anderen hadden wel een shirt aan. Ik vroeg me net af hoe dat precies verdeeld was, en hoe de sollicitatiegesprekken hier zouden gaan, toen ineens alle shirts uitgingen en keihard 'Firestarter' van The Prodigy werd opgezet. Ze namen slokken spiritus en spuwden vlammen, min of meer op maat van de muziek. Ingrid maakte er foto's, die hierboven is ook van haar. Daarbij deden ze een soort kegelwerpen met drankflessen.

Bij ons was inmiddels ook een Nederlandse jongen, Michael, die het allemaal geamuseerd bekeek. ,,Die flessen waar ze mee gooien zijn van plastic'', verklapte hij. Ze stuiteren ook gewoon op de grond, als het misgaat.

Maar dat vuurspuwen, dat was toch wel een sterk staaltje. Michael had het ook twee keer gedaan. Je neem een slok, was hem geleerd, en moet het dan heel fel uitspuwen, zodat het vuur bij je lippen wegblijft. Voel je het op je lippen, dan moet je de spiritus die je nog in je mond hebt dadelijk doorslikken anders kan het lelijk misgaan. De tweede keer dat Michael het had gedaan, was zijn neus in brand gevlogen. Toen vond hij het welletjes.


Na de act van de barmannen ging de disco los, pal achter deze bar. Sodom en Gomorrah? Het deed Ria, Ingrid en mij vooral aan West End denken, de discotheek waar vroeger in Hollum iedereen heen moest. Zelfs al heb ik daar nooit iemand zien vuurspuwen.

vrijdag 14 oktober 2005

Twee jongens



Een van de leukste dingen van alleen reizen is dat je zo snel een gesprek hebt met mensen onderweg. In de trein van Athene naar Diakofto zaten schuin tegenover me twee jongens, de een zag er wat Aziatisch uit, de ander was wat ondefinieerbaarder, met bruine ogen en ditto haar. Hij vroeg geregeld aan een oude Griek tegenover hem of dit station Patras al was, maar dat was het steeds niet.

Ik had een kaart van Griekenland, en die liet ik hun zien, zodat ze wisten waar ze waren. Meteen kwamen ze tegenover me zitten. De Aziatische jongen sprak geen Engels, de ander wel. Ze kwamen uit Pakistan, vertelde hij en waren al anderhalf jaar onderweg. Ze werkten hier en daar, en hoopten nu in Italie te belanden. Het einddoel was Engeland, waar een oudere broer van de jongen zat. ,,Maar hij heeft geen paspoort, dus hij moet oppassen als hij over straat loopt'', vertelde jongere broer.

Zelf hadden ze ook geen paspoort, dus betere baantjes dan bij de druivenpluk en dergelijke zaten er niet in. De Engelssprekende was zestien, de andere negentien. Die vroeg eigenlijk het meest, waarbij de Engelssprekende tolkte.

,,Mijn vriend wil weten'', zei hij, ,,als je zomaar rondreist, hoe gaat het dan met je salaris?'' Dat betalen ze gewoon door, vertelde ik naar waarheid. Hij vertaalde het in het Pakistani, en ze keken me allebei waarderend aan met zo'n blik van zo zo, jij hebt je zaakjes goed voor elkaar. Ik was het helemaal met ze eens.

Toen ik uitstapte wuifden ze me na, terwijl de trein hen naar Patras reed. Ik hoop dat ze Engeland halen en heel rijk worden.

Like teeth




In Athene konden ze me bij de Tourist Office vertellen, dat ik heel makkelijk naar het eiland Zakynthos kan komen. Ik stap in Athene op een bus, die naar Kilinni rijdt - een soort Holwerd voor Zakynthos - en daar in zijn geheel de veerpont op gaat.

Maar, zei ik, ik wil onderweg graag het treintje nemen van Diakofta naar Kalavryta, want daar heb ik wel eens iets over gelezen. Dat is een trein, eind negentiende eeuw aangelegd, die in een kleine twintig kilometer 700 meter klimt, volgens een soort achtbaansysteem.

,,That is complex'', zei de jongen van de Tourist Office. ,,It is an odd train.'' Hij riep er iemand anders bij, een oudere heer, die geestdriftig met zijn handen voor ging doen hoe die trein zichzelf stukje bij beetje omhoog trekt. ,,Like teeth! Like teeth!'', legde hij uit. Hij kleurde een kaart van Griekenland in met gele stift, gaf me een dienstregeling van de trein en zei dat het een omweg was, maar ik het altijd moest doen.

Hij had gelijk. Het is maar een heel klein treintje, de rails liggen dichter bij elkaar dan in Nederland en de locomotief zit in het midden, tussen de twee wagons in. Maar klein of niet, dapper puft hij vanuit het kustplaatsje Diakofto naar de indrukwekkend hoge bergen, waar ergens Kalavryta moet liggen.

En na een tijdje begint het. Dan ligt er in het midden, tussen de rails, een derde balk, maar dan met tanden, als een uitgerekt tandwiel zeg maar. Daar wordt de trein op gekoppeld en die klauwt zich dan omhoog, je voelt het bijna. Dat heb je onderweg drie keer.

Je mag je hoofd niet uit het raam steken, staat er in twee talen bij, maar iedereen doet dat wel, om foto's te maken. De conducteur zegt er niks van, die zit papieren in te vullen en het zal hem een zorg zijn of je bril van je neus gezwiept wordt door een tak, of dat je gezicht door een rotsmuur wordt weggefreesd.

Het spoor is soms echt tegen de rots aangeplakt, aan de andere kant gaat het recht naar beneden waar ergens een riviertje sijpelt. Met dit dappere kleine treintje stort ik graag in een ravijntje, rijmel ik. Soms is er een tunnel, soms hangt de rots helemaal over de trein heen. Geweldig, en wat nog mooier is, een reisje eerste klas is maar 8 euro.

(Waarom ze zo'n moeizame trein naar Kalavryta gelegd hebben is verder een raadsel dat ik niet kon oplossen, ook al ben ik er een nacht gebleven. Het is een wintersportplaats die op gasten wacht en nu al doet of het druk is: honderden gedekte tafels in felverlichte restaurants, en geen toerist te bekennen. Als er al iemand in die restaurants zit, is het de eigenaar die voetbal op tv kijkt.)

dinsdag 11 oktober 2005

Een duif met de hik



Athene is een lawaaiige stad, want overal is het verkeer. De treinen rijden hier pal langs de resten van 2500 jaar oude nederzettingen, op de Acropolis staan net zo veel hijskranen als historische gebouwen, en in het Archeologisch Museum galmen de Griekse schoolklassen (allemaal in uniform) zo luid dat de suppoosten en leerkrachten in koor Shhh Shhh roepen.

Maar dat is allemaal niet het bijzonderste. Gisteren werkte ik mijn dagboek bij op een terras vlakbij mijn hotel (Hotel Tempi, ik huur er een soort blokhut die bovenop het dak staat, met uitzicht op Acropolis).

Maar ik kon me niet concentreren, want op de stoep naast me trippelde een duif met de hik. Het kopje ging steeds wat naar voren en dan hoorde je iets als Kchich! Kchich! Uiteindelijk joeg de ober hem weg, maar het was wel bijzonder. Zeker in een land met een traditie van goden die zichzelf voortdurend in dieren veranderen.

woensdag 5 oktober 2005

Mouton Rothschild 1988




Chateau Beychevelle was pikdonker, toen we (vijf journalisten uit NL) er maandag aankwamen, er was een stroomstoring. Een dame met een zaklantaarn ging ons voor naar een eetzaal, waar Frans sprekende journalisten uit Zwitserland kaarsen in glazen hadden gezet, wat er heel kasteel-achtig uitzag. Toen later het licht weer aanfloepte deden we het uit, die kaarsen waren veel passender.

De Zwitsers bemoeiden zich amper met ons, een groet kon er nauwelijks af, maar dat hoefde ook niet want pal voor Marco Weijers, collega van de Telegraaf, stonden de flessen rode wijn, Les Brulieres, die uit dit huis komt. Die hebben we allemaal soldaat gemaakt, bij kaarslicht.

Echte kenners kunnen dan later nog precies vertellen, hoe het met de afdronk zat en of het aroma erg houtig is geweest, maar gewone mensen vergeten zulke dingen gauw.

Toch zijn er aspecten van wijn, die zoveel indruk maken dat ze bijblijven.

Dinsdagavond aten al die journalisten (en eregasten Roman Polanski en sir Ben Kingsley) in een naburig tweesterrenrestaurant. Iedereen verzekerde ons dat chef Thierry Marx binnenkort een derde ster gaat binnenslepen, want hij is een tovenaar van de nouvelle cuisine.

Het was ook heel erg smakelijk, maar het opmerkelijkste was nog de wijn die we bij de kaas kregen, een Mouton Rothschild uit 1988. ,,In de winkel vind je dit niet meer´´, vertelde onze tafeldame Barbara, die ons de hele tijd van alles over het drinken van wijn bijbracht. ,,Maar als je het wel zou vinden zou een fles ongeveer 800 euro kosten.´´

Hoe het smaakte? Nou, lekker natuurlijk, zacht en vol, al kan ik me de smaak zo een twee drie niet meer voor de geest halen. Maar die prijs, die blijft nog wel even bij.

Chateau




,,Waar komt u vandaan uit Nederland'', wilde de Franstalige journalist weten, die ik dinsdag bij het ontbijt trof.

,,Uit het Noorden'', zei ik.

,,La Frise?'', vroeg hij hoopvol. Ja Friesland. Dat kende hij, hij was er een keer geweest en het had een diepe indruk op hem gemaakt. Of hij was gewoon hoffelijk. In elk geval was hij vol van die grote hemel daar, met die mooie wolken. Oh la la! zei hij waarderend.

Oh la la was zijn vaste uitdrukking, want hij had het net ook al gezegd nadat ik had opgemerkt dat ik het hier - we logeerden in Chateau Beychevelle, in de omgeving van Bordeaux - zo prachtig vond. Met die brede tuinen waar we op uitkeken, al die hoge deuren en lambrizering binnen en van dat glimmende, altijd wat krakende visgraatparket. ,,Ja tres joli'', beaamde hij, maar oh la la, wat een werk om al dat gras te maaien.


Veel werk of niet, ik sliep voor het eerst in een Chateau. Ik was er zo vol van dat ik er 's morgens kort na zonsopgang al uit ging om foto's te maken: mijn slaapkamerdeur is die hoge deur, bovenaan de trap rechts in de schaduw, die open staat.

We logeerden er vanwege een persconferentie met Roman Polanski, waar journalisten waren ingevlogen met Air France. We werden in allerlei chateaux in de omgeving gestopt, en tussen het gedoe rond die film door werden we naar wijnproeverijen gebracht en etentjes met druivenplukkers, want het is oogstmaand.

Een ongewone combi, zelfs voor de andere vier Nederlandse journalisten die hierbij waren. Want zij hadden dan al wel menig filmster gesproken en vertelden daar graag over, maar in een chateau slapen en wijn proeven was er voor hen ook nog niet eerder bij geweest.

maandag 3 oktober 2005

A-seksueel




Muziekcafe de Gloppe was zaterdagavond propvol en warm, maar gezellig was het wel. Het was onduidelijk waar de dansvloer begon en het bargedeelte eindigt, en ergens in het overgangsgebied trof ik D., die er met een vriendin was.

Ze keek naar Marco met wie ik er binnen was gekomen. Hij stond aan de bar intens met een meisje te praten.

Of ik nooit op zoek was, wilde D. weten, en naar wie dan. En zonder het antwoord echt af te wachten, veronderstelde ze door dat ik natuurlijk ,,a-seksueel'' ben.

,,Nou dat is helemaal niet raar hoor.'', riep ze in mijn oor. ,,Dat komt heel veel voor. In het begin als je net wat met iemand hebt is het allemaal leuk en altijd vrijen, maar na een paar jaar is iedereen a-seksueel.''

(De foto is niet in De Gloppe, maar van langer geleden, met Eva en Jantien in Zalen Schaaf)