vrijdag 31 mei 2013

Op de bank met Joppe



Voor wie zich afvraagt hoe het met Joppe en pa is afgelopen: ze zitten zo op de bank, nu. Het lijkt erop dat dit wel goed komt.

Joppe sprong op de bank of hij hier al jaren woont en toen pa een speciaal aangeschaft dekentje neerlegde begreep hij daar meteen de bedoeling van. Ze lijken nu al op elkaar want ze vallen allebei in slaap met de tv aan.

In het asiel leek het dadelijk al te klikken. Joppe is nog wel wat een neuroot, maar dat schijnt altijd zo te zijn met honden die net uit het asiel komen.

maandag 27 mei 2013

Dit is Joppe



Kijk, dit is Joppe. Hij zit nu nog in het asiel, maar Jantien en ik zijn vanmiddag even wezen kijken om te beoordelen of Joppe het met pa zou kunnen vinden. Want toen we laatst in Texas waren, kondigde pa aan dat hij wel een hondje zou willen.

Joppe is een Jack Russell van gevorderde leeftijd, maar daar is weinig van te merken als je met hem loopt, want dan is het een pittig dinkje. Dat verrassend goed luistert, want als je 'zit' zegt gaat hij meteen zitten. Tenzij hij net aan iets ruikt dat zo interessant is dat zitten niet in hem opkomt.




Jantien en ik waren snel om. Of pa het ook is, gaan we uitvinden.

maandag 20 mei 2013

Oude meesters



In 1970, denk ik, zijn er twee foto's gemaakt van onze zesde klas (nu zou je groep acht zeggen) aan de Openbare Lagere School in Hollum, eentje binnen, eentje buiten.  Martha Appelman (staand, midden) heeft ze gescand, de foto van binnen op facebook gezet en de buitenfoto gemaild. Dit is de hele klas op Jarina Faber na, die er die dag niet was. Als je goed kijkt, zie je verrassende dingen, zoals dat Henderikus de hand van Leo vasthoudt.

Hoewel meester Engberts (rechts) slippers aanheeft, was het niet eens zo'n warme dag, te oordelen naar het grote aantal truien. Wij waren geen makkelijke zesde klas, meen ik, want we hadden in een paar maanden tijd twee meesters versleten (Huppes en Van Neck) en nu had meester Engberts de zware taak om orde op zaken te stellen. Hij kon enorm hard schreeuwen, herinner ik me, maar ik weet niet meer hoe dat precies klonk.

Die man was toen misschien vijf-, zesentwintig, dus jonger dan wij nu allemaal. Gek genoeg vind je een meester of een juf altijd op een leeftijdloze manier 'ouder' dan jezelf. Dat gevoel heb ik zelfs als ik deze plaat terugzie: die meester op de foto is nog steeds ouder dan ik.

(Ik wil alle namen wel noemen, maar de mensen die het aangaat weten het zo wel. Het zou wel aardig zijn, ergens, om deze foto nu nog eens te maken).

zaterdag 18 mei 2013

Waarom kaas marcheert


Mensen moeten meer Willem Elsschot lezen. Wat mij betreft vooral 'Lijmen/Het been', maar ook de novelle 'Kaas', over meneer Laarmans, een scheepsklerk met ambitie die in de kaashandel gaat, als tussenhandelaar.

 'Kaas marcheert altijd', is zijn overtuiging, al houdt hij er zelf niet van. Dat heeft een vriend hem verteld, ,,want eten moeten de mensen toch". Zijn vrouw denkt het ook, al waarschuwt ze hem niet te hard van stapel te lopen.

Zijn oudere broer zegt: ,,In jouw plaats zou ik maar eerst terdege nadenken, beste kerel."

Laarmans zet zich met vlijt aan het inrichten van een representatief kantoor, laat briefpapier drukken en laat twintig ton volvette Edammer uit Amsterdam overkomen van Hornstra uit Amsterdam. Tienduizend kazen, ,,in onze nieuwe patentverpakking".

Vandaag wordt 'Kaas' genoemd in de Leeuwarder Courant, in een boeiend verhaal over A-ware, een handelsonderneming die ondermeer kaas aan Albert Heijn levert en een kaasfabriek in Heerenveen opzet. Klaas de Jong is daar directeur van, lezen we. En die wijst in het verhaal op de 'wijze woorden' van Elsschot.

Maar het zijn helemaal geen wijze woorden. Met een geweldig gevoel voor ironie beschrijft Elsschot de totale mislukking van iemand die graag wil maar er voor het oog van zijn vrienden en zijn gezin niks van bakt.  ,,Thuis werd nooit meer over kaas gesproken", staat er in het laatste hoofdstuk.

Elsschot is een geweldig schrijver, maar je moet zijn boeken natuurlijk wel helemaal uit lezen. Zo dik zijn ze niet.

(Wie geen zin heeft om het in de winkel te kopen: hier staat de complete tekst)

vrijdag 17 mei 2013

De aanschouwelijkheid is een hoofdvoorwaarde van de historische begripsvorming



Mijn column in de Leeuwarder Courant vandaag gaat over deze pen, gefotografeerd op een van de tafels van cafe De Ossekop.

Je ziet niet goed dat het een pen is, hij zit in dat rechthoekige zakje, maar het is zo'n langwerpige van BIC, zo'n buisje van doorzichtig plastic waar je de inktcilinder in kunt zien zitten. En het is de pen van de beruchte balpenzaak uit 1991. (Eerst: balpenmoord, maar de moord is niet overtuigend aangetoond en de verdachte vrijgesproken).

Hij zat in de hersens van een overleden vrouw, daar gekomen door een ongelukkige val of doordat haar zoon hem er met een kruisboog ingeschoten zou hebben. ,,Mijn mammie was stout, ik haatte haar", zou de jongen later tegen zijn psycholoog hebben gezegd. ,,Dat zij dood is, is mijn schuld."
De psycholoog gaf hem aan.

Fascinerend, dat je zo'n voorwerp zomaar vasthoudt. En zo'n column daarover maakt er dan nog meer van, want ik kreeg zojuist mail van een lezeres, wier oudere broer vroeger bij het slachtoffer in de klas zat. ,,Zij slaagde erin altijd in de aandacht te staan, al was het maar door af en toe flauw te vallen",  schrijft de lezeres. 

Ze meldt bovendien dat het slachtoffer de kleindochter was van Johan Huizinga, de historicus aan wie de titel van dit stukje is ontleend.  

(De foto is van Ruben Annee)

maandag 13 mei 2013

Jurassic Park 3D




Arne Brouwers van Peugeotgarage Haaima had vorige week maandag een voorpremiere geregeld voor 'Leve boerenliefde', de nieuwe film van Steven de Jong. Voor de bioscoop, waar een koe op de rode loper de grote attractie was, liep hij maar raak te fotograferen. Hij stuurde me deze plaat via twitter,  met als bijschrift: ,,Ik moest deze foto met mastodonten even met je delen." Nou, dank je wel. Ik sta tussen acteur Rense Westra en 'Man-bijt-hond'-coryfee Frans Zwaagstra.

Gras niet betreden



Het Kooihuis speelt een bijzondere rol in de familie Dijkstra, omdat pake en beppe daar al voor de oorlog pension hielden in de zomer. Pa en mem zijn er getrouwd en ik ben er bijna geboren.

Mem werd er niet moe van te vertellen dat ze bijvoorbeeld Douwe Kalma, die er altijd logeerde, zo'n griezelige man had gevonden. Kalma's naam in de krant was al voldoende om bij haar de herinnering te roepen aan de man die elke dag in een lange zwarte badjas naar het strand liep en daar dan naakt ging zwemmen. Want onder die jas droeg hij niets. 



Daarom is het Kooihuis vast onderdeel van elk familiebezoekje. Dit weekeinde ging ik erheen met Merle en met Mathijs, de zoon van Idse. Die had daar wel verhalen over gehoord, maar het nog nooit gezien. Vroeger hebben oom Joop en tante Gerlant daar een paar zomers lang het pension gedaan. Hun kinderen, dus ook Merle en Idse, waren dan mee.

Het is tegenwoordig van Marjolein Bastin, de natuurtekenares, maar die schijnt weinig thuis te zijn. Ook nu niet. Merle en ik liepen even rond het gebouw om te zien of er veel veranderd is. Ja natuurlijk, want er zit tenminste veertig jaar tussen toen en nu.

Mathijs deed daar niet aan mee.

,,Je gaat toch niet zomaar op dat gras lopen!", riep hij verontwaardigd uit. ,,Je wilt toch ook niet dat ze dat bij jou doen?"

Daaraan kun je zien dat de beschaving vooruit gaat en elke volgende generatie weer wat fatsoenlijker is dan die ervoor. Sorry Marjolein, maar we hadden geen kwade bedoelingen.


(De bovenste foto is overigens van december)

dinsdag 7 mei 2013

Mijn eerste stukje



Voor ik het vergeet: het is vandaag precies tien jaar geleden dat ik met dit weblog begon. Dat was op 7 mei 2003.

Ik had een jaar vrij genomen, was al naar Istanboel geweest en nu naar Canada vertrokken. Pa had net een computer met internet, en in plaats van steeds ansichtkaarten te sturen leek het me aardig om op deze manier iets van me te laten horen.

Een echt plan had ik niet, min of meer afgeronde anekdotes leken me het geschikst.

Het weblog doopte ik 'Een heel jaar', want ik verwachtte niet dat dit lolletje langer dan dat zou duren. Maar eenmaal terug had ik er schik in gekregen, zodat ik door ben gegaan en het omdoopte in 'Bij het oude', want dat was alles na dat jaar.

Het is niet meer van deze tijd, die lange verhalen, want het meeste kun je ook wel in 140 tekens zeggen, maar ik ga lekker ambachtelijk door. Dagelijks zijn er rond de 150 lezers, wat naast de echte blogglitterati weinig voorstelt, maar toch vleiend is.

Het eerste stukje ging over S.A.R.S., de enge ziekte van dat moment, en ik schreef het, geloof ik, in een internetcafe. Want in het hostel waar ik logeerde kon je wel internetten, maar op een primitief apparaat in de hal, dat er wat uitzag als een gokkast en waar elk kwartier een nieuwe dollar in moest.

(Het plaatje is van Doug Savage.)

maandag 6 mei 2013

Bij ons aan de singel


Tijdens het Befrijdingsfestival kon je twitteren, en als de tag #bff13 erbij stond, verscheen de tweet vanzelf onderaan het grote scherm naast de Oldehove. Toen Marco Florijn, die achter me stond, en Aukje de Vries, naast me, dat bij het optreden van Miss Montreal doorhadden vlogen de tweets door de ether.

Dan ga je vanzelf meedoen, want als je naam op een groot scherm verschijnt besta je toch een beetje meer. Kijk eens, hier ben ik met Miss Montreal in beeld.



Sciencefictionachtig mooi was de F16, die op het parkeerplaatsje achter het Princessehof was neergezet. Die trok veel bekijks, en niet enkel van mannen (dat had Olga de avond tevoren voorspeld). Veel mensen (ook moeders, dus) zetten hun kinderen ernaast en maakten dan een foto.



Mijn naam kwam nog een keer voorbij, omdat Anneke Douma me in het vizier had gekregen. Dit stukje heb ik geknipt uit een langer fragment van Noardewyn, van Omrop Fryslan. Het zit op ongeveer de 49-ste seconde. Nu ja, het is voor de glorie van Cambuur, zullen we maar denken.

donderdag 2 mei 2013

Taalstad Antwerpen

 

Zoiets als op de foto hierboven, dat je controleert of je nog voldoende muntgeld hebt voor een laatste borrel of pint, heette ooit dronkenmansgebed. Je ziet het weinig meer gebeuren want iedereen pint als het cashgeld op is. En het woord hoor je al helemaal nooit meer, maar het schoot me te binnen tijdens de kroegentocht-onder-leiding die we vorige week maakten in Antwerpen.




Antwerpen is toch al een stad van woorden en gedichten, zoals deze Jan-Hanlo-achtige bordjes in de dierentuin bewezen. Ja, ook dat van 'The lion sleeps tonight' stond daar, bij de leeuwenkuil natuurlijk.
































 Nog eentje van naast de leeuwenkuil: geen woorden maar beelden. Een leeuw met manen van leeuwenlogo's. De krasleeuw van Leeuwarden staat er ook een paar keer in.

























Dit was de allermooiste die we tegenkwamen. Een protestposter op de parkeerplaats die nu en dan ruimte biedt aan de Sinksenfoor, maar misschien niet lang meer. Collega Rutger wist wat het betekende.





Deze heer zat tegenover ons in Cafe Boer van Tienen de krant te lezen, waardoor hij dadelijk een sympathieke indruk maakte.

Ik had een gesprek met mijn buurman in dat cafe, een Brusselaar die Leeuwarden kende omdat hij er wel eens paneermeel kocht. Buurman zei dat ons land dinsdag groot feest zou vieren, omdat we een koning kregen. Dat kon ik niet tegenspreken. Nou, zo'n koningshuis wilde hij ook wel, zei hij. Als ik het tenminste goed heb begrepen.

,,Nederlanders zijn moeilijk te verstaan", haakte de krantenlezer aan de overkant aan, in een dik, vermoedelijk Antwerps accent. ,,Maar mensen die uit Friesland komen, die versta je helemaal niet."

,,Dat is toevallig", zei ik. ,,Wij komen allemaal uit Friesland."

,,Wat zegt u?" zei een andere cafeganger, die naast deze krantenlezer zat.

,,Wij komen allemaal uit Friesland", herhaalde ik.

,,U hebt gelijk", zei de cafeganger tegen de krantenlezer. ,,Het is niet te verstaan."