In een kelder in Vilnius is een winkel met alleen maar vlinderdasjes. Nou ja, en wat extraatjes, zoals manchetknopen en pochets. Dom Bow Ties heet het, en bij de trap naar de ingang hangt een reusachtige donkerrode vlinderdas bij wijze van uithangbord.
,,Alle vlinderdassen zijn in Litouwen gemaakt'', zei de verkoper, die vanwege de rust achter een tafeltje bij de trap thee zat te drinken.
In een nis stonden portretjes van beroemdheden die er een droegen, van Abraham Lincoln en Winston Churchill tot Litouwse zangers en vijf acteurs die James Bond hebben gespeeld.
Hij liet de dassen graag zien: voorgestrikte, clip-ons en ook van die dassen die je zelf moet strikken. De meeste waren van stof, in kleurtjes, met stippen, met streepjes, bedrukt met litas, de bankbiljetten die ze hier hadden voor ze op de euro overgingen. Maar er waren ook houten bij en zelfs een paar van beton. Wat massiever klinkt dan het is.
,,Kopen mensen hier veel vlinderdasjes?'', vroeg ik. Want de prijzen waren vrij westers (een euro of twintig), terwijl het gemiddeld maandinkomen van een Litouwer 500 euro schijnt te zijn.
,,Hier komen veel toeristen'', vertelde hij. ,,Vooral Zweden zijn er dol op, die kopen altijd vlinderdassen en die dragen ze ook veel. Soms heb je een hele groep Zweden in een keer. Niet alleen ouderen, ook jongelui.''
Ik vertelde dat ik jaren geleden bij Harrod's in Londen een vlinderdas heb gekocht die je zelf moet strikken, en dat het me tot op de dag van vandaag niet is gelukt. Die ligt thuis in een doosje in de kast. ,,Het is niet moeilijk'', zei hij bemoedigend. ,,Er staan genoeg filmpjes op YouTube die uitleggen hoe het moet.''
Toch nog maar eens proberen dan. En dan misschien eens naar Zweden, waar zo'n ding fluga heet.