woensdag 15 maart 2017

Een Spartaanse fototrip


Iedereen liet zich fotograferen voor de Spartan van de Litouwse luchtmacht waar we juist mee hadden gevlogen. Dus ik kon niet achterblijven. Ik gaf mijn telefoon aan fotograaf Frank Crébas, die er deze plaat mee maakte.

Dit vliegtuig is hol van binnen, als een vrachtauto, alle wanden zijn bekleed tegen het stoten, aan weerszijden zijn canvasbankjes met riemen. Zulke toestellen ken ik alleen van oorlogsfilms, waar nerveuze militairen in zitten te wachten tot ze er met parachute en al uit worden gekieperd.

Zo ging het hier niet. De fotografen en cameramensen die mee waren werden in een harnas en met haken vastgezet aan de vloer van het vliegtuig, de laadklep ging open en zo konden ze de twee Nederlandse F-16's fotograferen, die er achteraan en omheen vlogen.

Normaal bewaken deze toestellen hier het luchtruim, waar nog wel eens een Russisch (of ander) vliegtuig onaangekondigd doorheen dreigt te vliegen.

Het was een geweldig gezicht, zelfs als je zoals ik wat verder naar achteren zat. Ze kwamen zo dichtbij dat je de gezichten van de piloten kon zien, en vlogen dan fotogeniek achter het toestel aan. Mijn buurvrouw, die uit Harkema kwam, werd zo meegesleept dat ze zelfs naar de piloten zwaaide.

,,Dit is heel bijzonder dat je dit meemaakt'', had fotograaf Gert van tevoren al tegen me gezegd. Zelf had hij al een keer of tien zoiets gedaan, maar hij was er nog altijd geestdriftig over.

De Spartan vloog, zeker aan het eind van de vlucht (die duurde iets van anderhalf uur) nogal ruig, vanwege turbulentie. Een vrouw van defensie tegenover me, die me had verteld dat ze uit Sneek komt, gaf over in een zakje. Buurvrouw Harkema volgde al snel.

Zelfs een van de fotografen hield het uiteindelijk niet meer, maar dat was toen de laadklep alweer dicht was. In de laadruimte werd het benauwd warm, het vliegtuig bleef stevig schudden en de zure lucht van braaksel was overal. Maar ik had me voorgenomen: wat er ook gebeurt, ik ga hier geen last van hebben.

Na afloop en nog wat gesprekjes reden Frank Crébas en Gert me in hun auto terug naar de mijne, die buiten de basis op een parkeerplaats stond.

 ,,Wil je een stroopwafel?'', vroeg Gert onderweg. ,,Die heb ik altijd bij me.''

Mijn dag kon nu echt niet meer stuk.


(De bovenste foto is van Frank Crébas)