vrijdag 10 maart 2017

Herinneringen aan de struil

Thijs Chanowski is overleden. De man van wie ik altijd had aangenomen dat hij De Fabeltjeskrant in zijn eentje heeft gemaakt, met wat gast-acteurs voor alle stemmen. Nu pas kom ik erachter hij er wel de producent en aanjager van was, maar de verhalen door een ander werden geschreven en de poppen ook door een ander zijn gemaakt. Mijn favoriete dier was Bor de Wolf.

Chanowski was ook de regisseur van de prachtfilm Camping, van het Werkteater,  met Peter Faber als vakantieganger op de rand van totale overspannenheid. ,,Vakantie, vakantie, vakantie-ie!''



Op school was het een sport om op het liedje van De Fabeltjeskrant (,,Hallo meneer de Uil,  waar brengt u ons naartoe, naar Fabeltjesland?'') vieze varianten te bedenken. Uitermate populair was: ,,Hallo meneer de Uil, je onderbroek is vuil''.

Maar de gevorderde viezeriken van het schoolplein zongen wat anders: ,,Hallo meneer de Uil, wat hangt er aan je struil.'' De betekenis van struil was iedereen duidelijk (in elk geval in Hollum), maar ik ben dat woord daarna nooit meer ergens tegengekomen. Eigenlijk schiet het me nu pas weer te binnen.

Het dialectwoordenboek van het Meertensinstituut kent het wel. Dat meldt:
struil , struul , zelfstandig naamwoord de , 1. Mannelijk lid (verouderd). Het woord behoort bij struilen = ruisend stromen. Vgl. schots strule = urineren. Zie het N.E.W. onder struilen en stroelen. 2. Stommeling.