Chanowski was ook de regisseur van de prachtfilm Camping, van het Werkteater, met Peter Faber als vakantieganger op de rand van totale overspannenheid. ,,Vakantie, vakantie, vakantie-ie!''
Op school was het een sport om op het liedje van De Fabeltjeskrant (,,Hallo meneer de Uil, waar brengt u ons naartoe, naar Fabeltjesland?'') vieze varianten te bedenken. Uitermate populair was: ,,Hallo meneer de Uil, je onderbroek is vuil''.
Maar de gevorderde viezeriken van het schoolplein zongen wat anders: ,,Hallo meneer de Uil, wat hangt er aan je struil.'' De betekenis van struil was iedereen duidelijk (in elk geval in Hollum), maar ik ben dat woord daarna nooit meer ergens tegengekomen. Eigenlijk schiet het me nu pas weer te binnen.
Het dialectwoordenboek van het Meertensinstituut kent het wel. Dat meldt:
struil , struul , zelfstandig naamwoord de , 1. Mannelijk lid (verouderd). Het woord behoort bij struilen = ruisend stromen. Vgl. schots strule = urineren. Zie het N.E.W. onder struilen en stroelen. 2. Stommeling.