Op 19 juli 2003 stond ik pal voor de jurk van Donna Summer. Ik dacht eraan, omdat ze vandaag is overleden.
De jurk hing op een tentoonstelling over disco in het Experience Museum Project, een verrassend leuk muziekmuseum in Seattle, in zo'n gebogen Frank-Gehrygebouw. Ik schreef er destijds dit over.
Ook de tijdelijke tentoonstelling over disco was de moeite waard, al was het alleen maar omdat ik ervan opstak dat de film 'Saturday Night Fever', die in Nederland de discorage inluidde, in de VS het einde betekende van de echte disco. Want die ging toen van de underground naar de mainstream. Er kwam zelfs een anti-beweging en een massale disco-platenverbranding in Chicago.
Donna Summer schopte het, dankzij de platen die ze met Giorgio Moroder maakte, tot Queen of Disco. Voor de kenners: van Moroder stond in dat museum de originele Roland Jupiter 8, die je hoort op I Feel Love. Aan haar beste nummer, State of Independence, kwam Moroder niet te pas. In het koortje zingen onder anderen Michael Jackson, Dionne Warwick, Lionel Richie en Stevie Wonder mee.
Als filmster is het met haar nooit veel geworden. Ze zat, een beetje gegeneerd, bij Sjef van Oekel in het Wim T Schippersprogramma Van Oekels Discohoek en ze speelde een zangeres in 'Thank God it's Friday', een van de vele discofilms in het kielzog van 'Saturday Night Fever'. De film is vooral opmerkelijk omdat dat beeld waarmee elke film van Columbia begint een discodansje doet.
Terwijl ik bovenstaande foto maakte, riep een Amerikaanse bezoekster naast mij uit: ,,Oh my God! Ze is zo klein!''
,,Dat zijn beroemdheden altijd als je ze in het echt ziet'', zei ik.
,,Britney Spears niet'', wierp ze tegen. ,,Die heeft enorme heupen. De vriendin van mijn zoon en ik zagen dat op een dag ineens, want ze verbergt het goed. Maar ze heeft big hips.''
In elk geval: dit is het dichtst dat ik ooit bij Donna Summer ben geweest.