Stanley Kubrick, de regisseur van A Clockwork Orange, liet het in interviews wat in het vage, waar het idee vandaan kwam om hoofdpersoon Alex Singing in the rain te laten zingen tijdens een brute overval met verkrachting.
Veertig jaar later werkt de scene nog steeds, merkten we bij Cinema Ascona gisteravond op het Fries Straatfestival. Eerst lieten we Gene Kelly zelf zien, en prompt erachteraan die overval. Je voelde de schok bij het publiek. Er kwam zelfs - indirect weliswaar - een klacht. Zo moet het.
Het programma bestond uit muziekfragmenten uit films, en die kwamen van alle kanten. De selectie was al zo groot dat we wel zes van dit soort programma's hadden kunnen houden. Over een fragment van Deep Throat werd het bestuur het niet helemaal eens - de muziek daaruit (onbekend bandje) is niet eens zo fantastisch, maar om Linda Lovelace de titel te zien demonstreren blijft een bijzondere kijkervaring.
Nu toonden we (in ongeveer onderstaande volgorde):
Saturday Night Fever (John Badham, 1977). Het begin, met piepjonge John Travolta die door de stad jive-walkt met Staying Alive op de geluidsband, gezongen door drie BeeGees van wie er al twee niet meer leven. (Foto Titus van 't Veer)
Cool World (Ralph Bakshi, 1992). Maar dan een remix met We are prostitutes van Adam Sky en Mark Stewart.
World Order: Machine Civilization (Genki Sodu, 2011). Clip van voormalig mixed-martial-arts vechter Genki Sodu en zijn dansgroep.
Ghost in the Shell 2 (Mamoru Oshii, 2004). Oogstrelende optocht uit dito manga.
The Cable Guy (Ben Stiller, 1996). De onvergelijkelijke Jim Carrey doet Somebody to love.
Goldfinger (Guy Hamilton, 1964). Titelstrook, met Dame Shirley Bassey die voordoet hoe een James-Bondsong hoort te klinken. (Foto Susan Janssen)
Kal ho naa hoo (Nikhil Advani, 2003). Bollywood in New York, waarin Shahrukh Khan Pretty Woman zingt.
Bühne frei für Marika (Georg Jacoby, 1958). Marika Rökk verveelt zich op de maan en vliegt met een designraket naar de dansende junglenegers. Johannes Heesters dirigeert haar orkest.
Helzapoppin' (H. C. Potter, 1941). Woeste swingdans van onvermoeibare kleurlingen.
American Psycho (Mary Harron, 2000). Christian Bale legt uit waarin het unieke zit van Huey Lewis and the News, en hun meesterwerk Hip to be square: ,,Gaat niet alleen over het genot van aanpassen en het belang van trends, maar het is ook een persoonlijk statement van de band zelf.''
Moulin Rouge! (Baz Luhrmann, 2003). Gepassioneerde tangoversie van Roxanne.
I Served the King of England (Jiri Menzel, 2006). Herendiner met ronddraaiende dame op de tafel.
My best friend's wedding (P. J. Hogan, 1977). Het hele restaurant zingt I Say a little Prayer.
Thor - Lightning strikes again. Volgens sommigen een van de belabberdste videoclips ooit, van de Canadese muscle-rockband Thor, met een voormalig bodybuildkampioen als voorman.
Little Shop of Horrors (Frank Oz, 1986). Tandarts zingt over het plezier van zijn baan.
Appleseed (Shinji Aramaki, 2004). Manga over de derde wereldoorlog.
Singing in the rain (Stanley Donen, Gene Kelly, 1952). Gene Kelly is singing en dancing in the rain.
A Clockwork Orange (Stanley Kubrick, 1971). Een schrijver krijgt bezoek in zijn designwoning.
Across the Universe (Julie Taymor, 2007). I Want You / She's so Heavy van de Beatles in een nieuw uniform.
Disco dansen op zijn Fins. Beroemd youtubefilmpje, vertoond op verzoek van Heta Salkolahti, de Finse violiste van Town of Saints. Die band trad na ons op.En als toegift nog snel even, voor de stroom eraf ging:
Tenacious D in The Pick of Destiny (Liam Lynch, 2006). Tweemansband neemt het op tegen Satan zelf.