Toen ik Ça plane pour moi van Plastic Bertrand opzette, riep een man met grijze krullen: ,,Waarom moet hier muziek gedraaid worden? Waar is dat voor nodig?''
Context: met Adriaan Bosch, artiestennaam De Jonge Boschfazant, draaide ik vrijdagavond plaatjes op het Frysk Boekebal in de Kanselarij. Deze avond zou Meindert Talma zijn boekje Wynroas presenteren, dat je de komende dagen kado krijgt bij aankoop van Friese boeken. Waar Meindert is, is De Jonge Boschfazant. Normaal draait die samen met De Kesanova, maar die is op vakantie. Vandaar dat ik inviel.
Het was op dat moment nog vroeg, we waren de gehuurde apparatuur aan het uitproberen. De man met de grijze krullen zat al in de verder vrijwel lege zaal en vond het blijkbaar niks.
,,We draaien muziek omdat het gezellig is'', zei ik tegen hem. Of eigenlijk riep ik het, hij zat nogal een eind van de draaitafels. ,,En mensen krijgen er een goed humeur van.'' Daarna zette ik Mama op, van Heintje. Ik kon de gezichtsuitdrukking van de man niet goed zien, maar ik geloof dat het er niet beter van werd.
Later, voor de volle zaal, trad Meindert op met band. Bij het tweede nummer, Farskmobylûndernimmer, stond de man met de grijze krullen op, trok zijn jas van de kapstok en verliet het Frysk Boekebal.
De anderen bleven, maar dansten niet. Ook al werden de stoelen na het optreden opzij gezet en was de ruime vloer er klaar voor. Adriaan, zijn zoon Guus en ik konden draaien wat we wilden, op het hoogtepunt stonden er vier mensen op de dansvloer. De meeste bezoekers stonden te kletsen in het zaaltje ernaast, waar de bar was.
,,Friese schrijvers dansen niet'', zei ik tegen jeugdboekenschrijver en vertaler Jan Schotanus. ,,Dat zie je wel. Daar kun je uit opmaken dat de Friese literatuur niks met muziek heeft. Maar wel met drank, want alles staat hiernaast.''
,,Vergis je niet'', zei Jan, die net uit dat zaaltje kwam. ,,Daar wordt vooral 0.0 gedronken.''