Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht cabr. Sorteren op datum Alle posts tonen
Posts gesorteerd op relevantie tonen voor zoekopdracht cabr. Sorteren op datum Alle posts tonen

dinsdag 20 augustus 2024

Beperkt openbaar is een geel webcamstickertje


Niet lang na de bevrijding van Nederland in 1945 moest er worden afgerekend met collaborateurs, oorlogsmisdadigers en zo voort. De Nederlandse regering in ballingschap had er tijdens de oorlog al over nagedacht hoe dat zou moeten. Zo ontstond het Directoraat Generaal Bijzondere Rechtspleging: zeven rechtbanken waren aangewezen om die mensen te beoordelen en eventueel zelfs de doodstraf uit te spreken. 43 mensen zijn gefusilleerd, onder wie NSB-baas Mussert en NSB-propagandist Max Blokzijl.

Zo'n vierhonderdduizend mensen zijn destijds onderzocht - sommigen heulden actief met de Duitsers, sommigen waren daar onterecht van beschuldigd, sommigen zaten daar ergens tussenin. Dat leverde 485.000 dossiers op, die bij het Nationaal Archief in Den Haag staan. Vier kilometer lang lees ik op Wikipedia. De afdeling heet CABR, Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging.

Vanaf volgend jaar - 80 jaar na de bevrijding - worden de dossiers gaandeweg openbaar en ze komen online, maar zo ver is het nog niet. Ze zijn nu 'beperkt openbaar'. 

Dat houdt in dat je van te voren aan moet geven over wie je informatie zoekt en waarom. Een medewerker bericht dan of er inderdaad dossiers over die persoon zijn en vertelt hoe je een afspraak kunt maken om ze in te zien.

Ik was er vrijdag om het dossier van pake te bekijken, die bij verdachte Friese clubs zat (Saxo Frisia) en tijdens de oorlog als directeur benoemd werd van de Rijks-HBS in Sneek. 


Het Nationaal Archief is vlakbij het centraal station van Den Haag. Een wit en onopvallend gebouw, met een bedriegertjesfontein ervoor en een balie in de hal.

,,Ik heb een afspraak'', zei ik tegen de baliedame. ,,Bij het CABR.''

,,Dan moet u naar die balie daar'', zei ze. ,,Maar uw telefoon en uw tas moeten in een kluisje, die zijn daar.''

De dame bij balie #2 vroeg of ik mijn telefoon wel in een kluisje had gelegd. ,,Uw pen moet daar ook in, die mag niet mee naar binnen'', zei ze. Vervolgens maakte ze een foto van me, die ik terugzag op het plastic pasje dat ik even later van haar kreeg. Ze verwees me naar de volgende dame, die in uniform naast een glazen draaihekje zat.

,,Heeft u uw telefoon opgeborgen?'', vroeg deze dame. ,,En wilt u uw laptop voor me opendoen?'' 

Alles was in orde, ik mocht door het draaideurtje naar een steriel witte studiezaal waar mensen aan een lange, witte tafel zaten. Fel licht, kale muren, kantoormachines achterin, functionele stoeltjes van Gispen en Galvanitas en ook hier een balie. De man achter deze balie bekeek mijn nog warme pasje, fluisterde dat ik aan de lange tafel moest gaan zitten waar hij zometeen de stukken bij me zou brengen. 

Ik was in mijn eentje, andere bezoekers hier waren met twee of drie, misschien om elkaar te steunen als ze schokkende ontdekkingen zouden doen over hun opa of oma. Er liepen steeds bewakers door de ruimte, als toezichthoudende leraren bij een eindexamen. 

Toen ik mijn laptop openklapte, kwam een van hen naar me toe. Hij trok een post-it briefje van een blokje en plakte het deskundig over de camera van de laptop. Andere mensen hier hadden, zag ik nu, ook gele stickertjes op de laptop.

Er zit van alles in zo'n dossier, krantenknipsels, processen-verbaal van gesprekken met buren en oud-collega's, zelfs een verslag van wat er aan opvallends in de boekenkast stond op pakes directeurskamer in Sneek. Daar stonden bijvoorbeeld boeken met een stempel 'Bibliotheek van H.M. de Koningin' met daar overheen: 'Afgevoerd'. De onderzoeker had er pake naar gevraagd, die verklaarde dat hij ze had gekocht en ,,nimmer boeken te hebben ontvangen door bemiddeling van Duitschers''.

Toen ik weg moest was ik nog maar halverwege, dus ik ga binnenkort nog een keer. De vrouw die mijn laptop had gecontroleerd deed dat bij mijn vertrek nog eens en ze bladerde door mijn opschrijfblok om te zien of ik er niet stiekem iets had ingestoken.

De man die het stickertje op de webcam had geplakt was daar ook. ,,Dat kan er weer af'', zei hij.

,,Wilt u het misschien terug?'', vroeg ik. ,,Hij plakt nog goed, dat kan hergebruikt worden op een andere computer.''

,,U mag het houden'', zei hij gul. ,,Als herinnering aan uw bezoek.''

(De bovenste foto is van de site van het CABR/Nationaal Archief)


maandag 18 november 2024

Met fijne, foute ooms naar Zandvoort


In de familie van historicus Hans Blom buitelden de goeden en de fouten over elkaar heen - zo zei hij het in Tresoar zondagmiddag. Zijn vader zat bij het verzet, opa en ooms en tantes waren lid van de NSB. Toch groeide hij op (hij is van 1943) in een gezellig gezin, met fijne ooms en tantes: ,,Ik ging met de ooms naar de races in Zandvoort. Wat een familie! Feest!''

In Tresoar ging het over de archieven van de bijzondere rechtspleging (CABR), die op 2 januari openbaar worden en dan online doorzocht kunnen worden. 

Met andere woorden: dan kan iedereen uitvogelen wie er na de oorlog aangegeven zijn geweest, verdacht van samenwerking met de Duitse bezetters, welke bewijzen of getuigenverklaringen er waren en hoe het is afgelopen. Van de eigen familie, maar ook van die van anderen, desnoods van iedereen uit het eigen dorp of stad. 

Nu moet je daarvoor nog naar het Nationaal Archief in Den Haag, van te voren een verzoek doen en daarbij aangeven van wie je het dossier wilt zien en waarom. 

Ik ben er de laatste maanden twee keer geweest om het dossier van pake in te kijken, die in 1944 directeur werd van de Rijks-HBS van Sneek. Daarmee was ik een van de ongeveer zevenduizend bezoekers die er jaarlijks in het CABR komen. Op die website verwachten ze straks wel twintig miljoen.

Door alles wat je vooraf al moet doen om in dat archief te komen, plus ter plekke telefoon inleveren en camera van de laptop afplakken, is het of daar lugubere geheimen liggen, duistere zaken waarover men beter niet spreekt. 

Vanaf 2 januari wordt dat anders. ,,Mijn moeder was behoorlijk fout'', zei een bezoekster in Tresoar. ,,Daar kan dan misbruik van gemaakt worden. Als iemand dat op Dumpert zet, waar kan ik dan terecht? Kan ik dan aangifte doen?''

Je kunt op je vingers natellen dat zulke dingen gaan gebeuren. Kabinetsleden en burgemeesters kunnen hun borst natmaken. Mogelijk waait het over, maar zaken uit de Tweede Wereldoorlog blijven lang kleven. Van een Leeuwarder advocaat, ik sprak hem wel eens voor de krant, wordt altijd gezegd: ,,Zijn vader was een hele foute in de oorlog.'' Dat hoor ik, ongevraagd, elke keer als hij ter sprake komt. Dat was nog voor deze openbaarmaking.

,,Ik kan niet garanderen dat het niet gedaan wordt, je hebt notoire pestkoppen'', zei projectleider Puck Huitsing. ,,Het enige dat je kunt doen is er een goed verhaal tegenover zetten.''

Dat heeft Hans Blom gedaan, met zijn schrijvende zoon Onno, met het boek Oorlogsduif over de eigen familie. Hans Blom was altijd al tegen het zwartwitdenken over de Tweede Wereldoorlog, zeker bij historici. Die horen wat hem betreft niet te oordelen, ze moeten proberen te begrijpen. ,,Het werk van Loe de Jong over de oorlog is fantastisch! Maar onpartijdig? Dat hangt nog...''

Als historicus vindt hij het fantastisch dat het CABR straks zo te doorzoeken is. Tegelijk: dat de Blommen na de oorlog toch weer goed met elkaar konden kwam, gek genoeg, omdat er niet over het verleden gesproken werd. ,,Die zwijgcultuur wérkt ook'', zei hij. 

Maar die is voorbij op 2 januari. Wat moet je, als het je familie aangaat? Er zijn drie opties, zei Blom.

1: ,,Je kunt de feiten accepteren.''

2: ,,Je kunt proberen een beetje historicus te worden en te begrijpen waarom mensen destijds die keuze hebben gemaakt.''

3: ,,Je kunt ook écht historicus worden. Ik ben vijf jaar ingegaan op de geschiedenis van mijn eigen familie. Op die manier kun je de ingewikkeldheid van de werkelijkheid heel uitgebreid in kaart brengen.''

vrijdag 6 september 2024

It's not easy buying green


Voor de tweede keer ging ik naar het Nationaal Archief in Den Haag, want met de dossiers van pake in het CABR was ik nog niet klaar.

Het binnenkomen ging sneller dan de vorige keer. Ik had nu mijn eigen pasje en het plakkertje voor de webcam zat nog in mijn laptop. De bewaker bij het draaihekje, die de laptop en het schrijfblok van tevoren controleerde, zei dat het een rustige dag was. Toch zaten er meer mensen aan de lange tafel dan de vorige keer. 

Een man met grijs haar en de manier van doen van iemand die weet hoe het er in de wereld aan toegaat zat achter een stapel archiefdozen vol rapporten van de POD (Politieke Opsporings Dienst, direct na de bevrijding in 1945 ingesteld). Hij klapte ze met enige gedruis open, las ze razendsnel en propte ze weer terug. Na verloop van tijd bracht hij de dozen bij de balie en vroeg nieuwe op. 

Al die tijd zat ik velletje voor velletje het veel dunnere dossier van pake door te nemen. 

,,U weet dat u ze vanaf volgend jaar ook online kunt bekijken?'', zei de bewaker, toen ik ze eind van de middag terugschoof in de doos. 

Dat wist ik wel, zei ik, maar dat lijkt me zoeken naar een naald in een hooiberg, terwijl als je het op deze manier doet een medewerker van het Nationaal Archief precies die dingen voor je klaarlegt die je wilt zien. 

Omdat ik toch in Den Haag was wilde ik naar de pennenzaak van P.W. Akkerman in de Passage, om groene vulpeninkt te kopen. Dat is een mooie kleur, het leek me wel sjiek om te hebben. Ik heb weliswaar al een flesje donkerblauw en eentje zwart, en die zijn voorlopig nog niet leeg, maar het bezit van een goede vulpen maakt hebberig.

Op de heenweg in de trein had ik me al wat ingelezen. Daar was het me gaan duizelen. Zo kun je op Reddit lezen hoe vulpengebruikers na jaren uitproberen hun favoriete groen hebben gevonden en elkaar de mantel uitvegen als iemand een foute keuze heeft gemaakt. De fantastische site JetPen vergelijkt een indrukwekkende verscheidenheid aan groene inkten, van heldergroen tot bijna zwart. Grondig werk, ze gaan er ook met water overheen als het al gedroogd is, om te zien wat er van het geschrevene overblijft.

Om niet in het aanbod om te komen had ik in de trein een voorselectie gemaakt. 

Iroshizuku Shin-ryoku van het Japanse merk Pilot. 

Sherwood Green van Diamine, uit Liverpool.
Lierre Sauvage van J. Herbin uit Parijs
En ook nog Bezuidenwoud, van Akkerman zelf.

Op JetPen stonden nog meer verleidelijke inkten, zoals Document Dark Green, dat Duitse inktmaker De Atramentis speciaal voor officiële documenten heeft ontwikkeld. Maar ik werd er een beetje gek van. Je zou ze allemaal willen hebben, maar hoeveel moet je dan wel niet schrijven om het op te krijgen? En waarover in vredesnaam? 

Bij Akkerman hadden ze alle vier van mijn selectie gewoon staan. In de wereld van inkt en pennen verbaas ik me nergens meer over. De mevrouw achter de toonbank zag mijn radeloosheid en kwam helpen. 

,Ik zoek groene vulpeninkt'', zei ik, en wees de vier aan die ik in de trein had uitgezocht. Ze trok kleurenkaarten tevoorschijn, zei dat ze de kleuren van Herbin altijd iets vaals vond hebben (Lierre Sauvage viel af), dat het potje van Pilot fors is en je dus veel inkt ineens hebt (Iroshizuku Shin-ryoku kwam op de reservebank) en demonstreerde met een houten prikkertje de inkt van Akkerman zelf, in een vernuftig flesje, en Sherwood Green.

,,De inkten van Diamine hebben we in een mooi klein flesje'', zei ze erbij. ,,Kunt u het gewoon eens uitproberen.''

Die werd het dus. Mede omdat die mooi donker is en je bij Sherwood natuurlijk meteen aan Robin Hood moet denken.

Groene inkt! Ik wil ook nog eens paarse.



(De plaatjes komen, op die van de inkt van Akkerman na, van JetPen.com. Die van Akkerman komt van Akkerman)