dinsdag 30 januari 2024

Vier pijlers en duizenden vliegjes



De kosteres van de doopsgezinde kerk in De Knipe ('Bovenknijpe' staat er als plaatsnaam op een bordje op de kerk) vond het best als ik de trap opging om het balkon te bekijken, waar het orgel is. 

Aan het orgel zit een achteruitkijkspiegel, waarmee de organist de predikant in de gaten kon houden. Er omheen stonden trommels en blaasinstrumenten van fanfare Crescendo, die deze kerk als oefenruimte gebruikt. Er lag ook een bordje, waar in sierlijk handschrift Leningrad op was geschreven.

De kosteres wist niet wat dat voor bordje was, zei ze toen ik het omhoog hield. ,,Jo kinne noch in stikje heger hear!'', zei ze. Dat had ik al gezien: er was een kleine houten trap naar een luik, dat toegang gaf tot een smalle ruimte met dozen, de verwarmingsketel en het ronde raam boven de toegangsdeur.

Dat raam was bespikkeld van binnen, en alle spikkels, zag ik na een tijdje pas, bewogen. Het waren duizenden kleine vliegjes, die daar in het zonlicht krioelden. 

,,Ik sil straks wol wer efkes spuitsje'', zei de kosteres toen ik haar erover vertelde. Haar toon maakte duidelijk dat ze dit gewend was.


In de kerk was een bijeenkomst van de Stichting Sjoerd de Vries, Han Steenbruggen van Museum Belvédère zou er een lezing houden. Ik was er nogal vroeg, want ik was meegereden met bestuurslid Geart de Vries, die er de kaartjes moest controleren. 

Han was er zelf ook vroeg, ik kon vanaf het balkon zien hoe hij vier werken van Sjoerd de Vries neerzette, die hij uit zijn museum had meegenomen. ,,Dat leek me leuker dan een powerpoint'', zei hij. De bezoekers - wel zo'n man of zestig, de kerk zat vol - liepen er na afloop in processie langs.



Toen hij ze had neergezet deed hij een rekoefening, die in zo'n kerk-omgeving associaties oproept. Daarna vertelde hij over De Vries, ,,een van de belangrijkste kunstenaars die Friesland heeft voortgebracht''. 

Zo weten we nu dat de collectie van Museum Belvédère vier pijlers heeft, van wie De Vries er een is. De anderen zijn Jan Mankes (,,leunt aan tegen het realisme, op een eigen manier''), Thijs Rinsema (,,geometrische abstractie'') en Gerrit Benner (,,lyrische abstractie uit de jaren vijftig'').  De werken van De Vries, waar het museum er 31 van heeft, zijn ,,een poëtische vorm van expressionisme, waar melancholie in is verbeeld''. 

De foto bovenin is van Marita de Jong. Uit de onderste foto heb ik door AI een paar mensen laten weghalen, wat best goed gelukt is. Hieronder het origineel, zoek de drie verschillen