Het heeft weinig gescheeld of het grote restaurant/zalencentrum in De Blesse had Peter Stuyvesant geheten.
Ik was er nooit eerder geweest, het was me warm aanbevolen als mooie plek in de Stellingwerven om het columnboekje aan liefhebbers te presenteren. We zaten er in een zijzaaltje, waar bedrieglijk op de wand een kelder met wijnvaten was geschilderd, uitgever Louw Dijkstra staat er op de foto naast.
In de gang hangt, ingelijst, de briefwisseling die de eigenaars, de familie Lawerman, over de naam hebben gevoerd met het tabaksbedrijf. Voorheen heette het Café De Blesse, maar het was al lang meer dan een chauffeurscafé, dat verdiende een nieuwe naam.
Want Peter Stuyvesant mag dan de eerste gouverneur zijn geweest van New York, toen nog Nieuw Amsterdam, en uit de omgeving van De Blesse komen, een hele generatie kent hem vooral als sigarettenmerk. Vanwege de flitsende filmpjes met mooie, actieve mensen op ski's en waterscooters, die breed lachend sigaretten opstaken. Altijd kwam er een vliegtuig in beeld. 'Ook dít is de wereld van Peter Stuyvesant', zei een stem erbij. 'Jong - dynamisch - internationaal. Geniet zoveel meer!'
Tabaksbedrijven zijn machtig en dit bedrijf wilde precies weten wat de opzet van dit nieuwe café was, wat stond er op het menu, wat voor soort publiek zou er komen. Zodat de eigenaars uiteindelijk besloten om het bedrijf Pieter Poot te noemen. Dat is de bijnaam van Stuyvesant, die een houten been had.
Een schrijver en een hond die niet van columns houdt
Een van de bezoekers in De Blesse was Johan Veenstra, de Stellingwerver schrijver die al dertig boeken op zijn naam heeft, en actief is met een eigen weblog - meteen de volgende dag al stond dit evenement erop, met de foto die Louw Dijkstra van ons beiden maakte.Veenstra beschrijft: 'Hi’j vertelde eerst over himzels en zien wark en las doe vier kollums veur. Vervolgens konnen we et boek vanzels anschaffen en dat he’k mit groot genoegen daon. Asing schreef veur in mien boek: Voor Johan Veenstra. Voor het eerst dat ik een boek aan een schrijver verkocht.Veel leesplezier, Asing Walthaus.'
Er was ook een lezeres die een cadeautje van lekkere dingen voor me had meegebracht. In het verleden had ze al eens uitgebreid gereageerd op de column over Schumi, over toen die een spuitje kreeg.
Een andere bezoeker, een van degenen die had meegeholpen om de selectie voor het boekje te maken, had een hond bij zich, een gepensioneerde hulphond begreep ik, die Venja heet. Toen ik vertelde en voorlas lag Venja op de vloer te slapen.
Tot, gek genoeg, ik speciaal die column voorlas over het inslapen van Schumi. Venja werd wakker, keek onrustig en sprong toen het onvermijdelijke einde van de column naderde tegen zijn bazin op, alsof ze haar hulp zocht. ,,Dat vond ze geen leuk verhaaltje'', zei zijn bazin. ,,Ik denk dat ze reageerde op mijn gevoelsreactie, ze voelt alles aan.''