zondag 10 april 2016

Le temps qui reste


Jan de Boer,  die in de jaren tachtig directeur was van de Gemeentelijke Sociale Dienst in Leeuwarden en vrijdag tachtig is geworden, presenteerde vanmiddag op het HCL zijn memoires.

De zaal zat propvol, met ondermeer oud-minister Hedy d'Ancona (,,een feministe, maar van het goede soort'', zei de Boer, die haar het eerste exemplaar gaf), haar man Aat Veldhoen, oud-minister Louw de Graaf, eerste Kamerlid Joop Atsma en staatssecretaris Jetta Klijnsma, die binnenkwam toen het al was begonnen.

Ik zat helemaal achterin tussen Lute Spandaw en Ad Fahner, als giebelende schooljongens achterin de bus. Zij konden het niet laten om zwartgallige grapjes te maken over de hoge gemiddelde leeftijd van de bezoekers. ,,Het is hier Andringastate'', zei Spandaw - dat is het crematorium bij Marsum.

Aan het eind was er muziek, gedichten en dans. Mevrouw De Boer danste, Jan las voor. ,,Ik ga nu voorlezen van Serge Reggiani Le temps qui reste'', kondigde hij aan. ,,Dat betekent: de tijd die ons nog rest.''

,,Dan mag hij wel opskiete'', zei Spandaw. ,,Soveul tied hewwe se hier niet meer.''

(De foto, met Rudi Wester, is gemaakt door Ad Fahner. Ik vroeg haar of zij al met haar memoires bezig is, ze is tenslotte met zo'n beetje alle Nederlandse schrijvers op stap geweest toen ze directeur was van het Institut NĂ©erlandais in Parijs. ,,De meesten leven nog, dat doe ik nog maar niet'', zei ze.)