Dolgraag had ik erbij willen zijn, want Cleese is fantastisch. Hij schudt de goed geformuleerde anekdotes zo uit zijn mouw. Misschien omdat hij ze vaker heeft verteld, maar dat doet er niet toe. (Deze man en de andere vier van Monty Python volgend jaar in Zomergasten, dat is mijn wens voor 2015.)
Zijn moeder, vertelde hij, was overal bang voor. En als hij haar opbelde om te horen hoe het met haar ging was ze altijd depressief door iets wat er die week gebeurd was. Op een dag stelde hij haar voor, als ze over een week nog zo down zou zijn, om dan ,,a little man'' te bellen die hij kende in Fulham, die langs kon komen om haar te vermoorden. Daar kreeg ze een enorme lachbui van.
Daarna stelde hij, als ze klaagde, soms voor om dan nu maar die man in Fulham maar te bellen. Dat hoefde steeds niet. Ze stierf toen ze honderdeen was.
Dat vertelt hij zo:
She died, eventually, at the age of a hundred and one. And the extraordinary thing is, she was born in 1899, she died in the year 2000; so that her life spanned the entire twentieth century (...) She lived through the First World War, the great depression, the rise of Hitler and Stalin, Second World War, the atomic bomb, the foundation of Israel, the space age, the cold war, the collapse of communism. She lived through it all. Without really noticing any of it.Eigenlijk hoort zijn stem erbij, maar zelfs op papier is het hilarisch.