woensdag 7 mei 2003

S. A. R. S

Ik ben er goed ziek van, niet van mijn midlifecrisis, als het dat al is, maar van de griep. Ik was eigenlijk al grieperig toen ik zondag naar Toronto vloog, maar ik dacht, dat trekt wel bij in het vliegtuig. Dat was niet zo: op Heathrow kreeg ik een enorme bloedneus tussen het hoesten door, zodat een bezorgde dame van British Airways al met een handvol servetten kwam aanzetten. In het vliegtuig gebeurde dat gelukkig niet nog eens, maar in het Hostel (8 man op een kamer, ik ga voor goedkoop dit jaar) kreeg ik er om kwart over drie lokale tijd 's nachts weer een. Ik werd er gelukkig meteen wakker van, maar er zat al een lelijke smeer op het kussensloop en ook, daardoorheen gelekt, op het kussen zelf. Daar zou ik persoonlijk erg vies van zijn, het kussen met bloed van een ander erop, dus ik kleedde me zo goed en zo kwaad als het ging aan met een hand, en hield met de andere het restant servetten van de stewardess tegen mijn neus.

Beneden bij de balie zat een aziatische Canadees met een mutsje, die me bezorgd aankeek. Met verstokte stem vroeg ik een nieuw kussen en sloop, vanwege een bloedneus. Een man die net bij hem aan de balie stond vroeg "Are you from the Netherlands?'' en toen ik ja zei, vroeg hij in zijn beste Nederlands ''Hoe gaat het met jou?'' Nu, dat kon hij zo wel zien.

,,You may be the first Dutchman with SARS'', grapte hij vervolgens, waarop de aziaat achter de balie boos zei: ,,He just flew in from Holland, he's just got the flu.'' Want SARS is hier geen ding om grapjes over te maken, de kranten schrijven allemaal over de terugval in toerisme en de leegte in de anders zo populaire restaurants van Chinatown. En hier in het hostel hangen allemaal checklijsten met symptomen waar je je zorgen over moet maken. Bloedneuzen staan er niet bij, hoesten wel, maar het hoort dan gepaard te gaan met enorme hoofdpijn. Achter de balie hangt zelfs een lijstje met tijdelijke SARS-klinieken.

Het bloeden hield pas na een uur op, en ik bloedde bijna een wc-rol vol. Steeds als ik wisselde kwamen er dikke druppen uit mijn neusgat, leker dun en met een scherpe bloedgeur. Sterker nog, als ik hoestte kwamen er soms lange, donkerrode bloederige slierten naar buiten. Best interressant op zich, maar niet waarvoor ik naar Toronto ben gekomen.

Ik ben er inmiddels al voor de derde dag. De griep is nog niet helemaal over, maar dat houdt me niet van allerlei lange stadswandelingen en museumbezoek tegen, en een bezoekje aan een zelfmaak anarchist met een filmhuis in zijn woonkamer. Maar het zou prettig zijn als het snel ophield, want 's nachts hou ik soms wel zeven andere slapers wakker met mijn geblaf, ben ik bang. Nu ja, dan kunnen die later zeggen dat het vroeger toch wel een hele ontbering was, zo'n dormbed in een jeugdherberg in Toronto.