Op Into the Great Wide Open is niet alleen muziek, maar stukjes bos waren ook feeriek, om niet te zeggen, psychedelisch aangekleed.
,,Het is net een lsd-trip'', juichte Hester al. ,,Niet dat ik dat ooit gehad heb, maar zo stel ik me dat voor. Daar moet je heen.''
Vandaar. We kwamen langs een stuk bos met draderige constructies, die bij nadere inspectie van beha's bleken te zijn gemaakt. Als je aan een draad trok kwam er een elektronisch geluid ergens vandaan, maar er was een dame - misschien was het de maaktster - die me dat streng verbood.
Het eigenlijke psychobos was verderop, waar op bomen van alles geprojecteerd werd, zodat in de boomkruinen spreeuw-achtige witte stippen uiteenvlogen en weer samenklonterden, andere bomen in de grond te leken verdwijnen, en tussen de bomen scheen de volle maan - nagemaakt. Er was een halfdoorzichtig filmdoek opgehangen, waar ook weer bomen op geprojecteerd werden.
In een bos denk je eerder aan paddestoelen dan aan lsd, maar trippy was het zeker. Niet dat ik ooit paddestoelen gehad heb, hoor.
Oh ja, en voor krantenlezers: de linkerjongen van deze foto, een gehaaide knaap, komt vandaag in mijn column voor.