,,Het is gelukkig heerlijk weer!", riep Evert Quarré me toe, terwijl ik hem voorbijfietste. Ik kende hem niet, maar hij stelde zich aan me voor. Hij sprak veel luider dan noodzakelijk en droeg een doorzichtig plastic tasje mee met een elpee erin.
Dit weer vond hij lekker en morgen werd het nog beter, hadden ze hem verteld. Dat was goed, want slecht weer houdt hij niet van. Op de Willemskade is hij wel eens bij een storm ondersteboven gewaaid, het was allemaal bloed.
,,Wat voor plaat heeft u gekocht?", vroeg ik en hij hield hem omhoog: The best of Edmundo Ros, met een aantrekkelijke dame op de hoes. Al vertellend streek hij achteloos met twee vingers over de hoes, precies waar de borsten van de dame waren.
Thuis had hij nog veel meer platen, zeker wel honderd. Zelf had hij ook lang in de muziek gezeten, hij had gezongen bij allerlei begeleidingsorkesten.
,,Dat geloof ik best", zei ik. ,,U hebt een duidelijke stem."
,,Ja, ik heb een duidelijke stem", beaamde hij.