maandag 25 maart 2013

Weerzien met Hiltermann



Op het griezelig rustige Vlaams/Nederlands/Friese filmfestival dat op het ogenblik in Slieker Film is, zag ik zojuist 'De zaak M.P.' uit 1960. Er zaten drie man in de zaal, van wie ik verreweg de jongste was, de vrijwilligster van het filmhuis niet meegeteld.

Het is de tweede speelfilm van Bert Haanstra, waar nogal naar werd uitgekeken, na zijn succes met 'Fanfare'. Haanstra, die er volgens zijn biograaf een ton verlies op had geleden, nam er later afstand van en ging weer documentaires maken, zoals 'Alleman' en 'De stem van het water'. Alle reden om eens te gaan kijken, dus.

De film gaat over Manneken Pis (Haanstra was te netjes om dat zo in de titel te zetten), die gejat wordt na een wedstrijd Nederland Belgie (de Belgen winnen met 2-1) door een verliefde jongen (Albert Mol). Hij denkt dat als hij het beeld terugvindt, het indruk zal maken op de vader van zijn meisje.

,,Ko van Dijk!", zeiden beide andere bezoekers luidop, toen die vader in beeld kwam. Bij Kees Brusse even later, die aardig is als Vlaamse dronkelap, zeiden ze niks. Netzomin als bij het rijtje Nederlandse acteurs dat verder voorbij kwam. In de tram staat Lou Geels (Bromsnor uit Swiebertje), een fotograaf wordt gespeeld door Herbert Joeks (Klukluk uit Pipo de Clown), Ramses Shaffy verschijnt in zijn eerste filmrol als Nederlandse corpsbal. Op de aftiteling kwam ik erachter dat ik John Leddy over het hoofd had gezien (Koos Dobbelsteen in 'Zeg 'ns Aaa').

Oh ja, en de Julien Schoenaerts op de poster, een van de weinige echt Vlaamse acteurs tussen alle Nederlanders die een Vlaams accent doen, is de vader van Matthias Schoenaerts.

De roof werkt averechts, want de vader van het meisje en diens kameraden nemen aan dat het beeld door Nederlanders is geroofd en stelen zelf het beeld van Hansje Brinker. In beide landen zijn protesten, Belgen dragen borden mee waarop 'Pays Bah!' staat. Het zijn meer misverstanden en koddig bedoelde scenes dan een echt verhaal.

Als het conflict hoog op lijkt te lopen, verschijnt op de Nederlandse televisie mr. G.B.J. Hilterman, om er iets van te zeggen.

Ik herkende hem niet, maar die stem bracht me meteen terug naar de zondagen van vroeger. Dan was Hiltermann op de AVRO-radio om de luisteraars veilig door de koude oorlog te loodsen met zijn meestertitel en zijn gezaghebbende, vaderlijke stem.

Het Westen was goed, het Oostblok niet te vertrouwen, heb ik ervan onthouden, maar voornamelijk wachtte ik op zijn slotzin, die iets was als ,,en dat, dames en heren luisteraars, is de toestand in de wereld''. Daarna mochten wij zelf weer praten.

Dankzij 'De zaak M.P.' weet ik nu waarom dat bij radiopraatjes is gebleven. Want de man heeft een ondergebit als een grafkelder in een zombiefilm, met brede donkere randen om elke tand. Het is gewoon eng om te zien, een van de slechtste gebitten uit de film (Helmut Berger in 'Ludwig' en Jack Nicholson in 'Little shop of horrors' meegerekend).

Hiltermann durfde week in week uit Mao en Brezjnev ondanks de balance of terror de ongezouten waarheid te zeggen. Maar vermoedelijk was hij bang voor de tandarts.