,,Doede Bleeker heeft speciaal het ondergebit niet in'', riep restauranthouder Reitse Spanninga gistermiddag om. ,,De nieuwe haring is zo zacht dat het zo wel afhapt.''
Bij Spanninga's restaurant 't Pleintje was gistermiddag haringparty, voor de negentiende keer. Onder een reusachtige partytent doet iedereen zich tegoed aan nieuwe haring, ter plekke gekaakt (noem je dat wel zo?) door Doede Bleeker die dat in een razend tempo kan.
Volgens Falko Zandstra, die voor me in de rij stond en er al een had gehad, waren ze lekker, maar minder dan vorig jaar. Ik ben niet zo'n kenner, dat ik me de haringsmaak van een jaar geleden nog zo voor de geest kan halen. Bovendien ben ik het soort zondaar dat er uitjes bij neemt. En ik vond ze heerlijk. Lekker stevig en mals.
,,Heb je echt je ondergebit niet in?'', vroeg ik aan Doede, toen ik aan de beurt was.
,,Dat is mijn grap'', zei Doede, stug doorsnijdend. ,,Ik zeg dat zelf altijd, van dat ondergebit. Maar als ik een grap van een ander vertel, dan zeg ik erbij van wie die is.''
Ik kon niet goed peilen of hij zich werkelijk ergerde, of maar wat zei. ,,Verzin je zoveel grappen?'', vroeg ik dus maar.
,,Vanmiddag nog, in de auto hierheen'', zei Doede. ,,Weet je hoe de directeur van de spermabank heet?''
Dat wist ik niet.
,,Kwakman'', zei Doede.
Bij het eten zat er iemand bij ons aan tafel, die sterk aan weerman Piet Paulusma deed denken.
,,Dit is de broer van Piet Paulusma'', zei zijn buurman.
,,Ho ho'', verbeterde hij. ,,Piet Paulusma is mijn broer.''
Op de foto toont hij de nieuwe weerapp van zijn broer.