vrijdag 14 oktober 2005

Like teeth




In Athene konden ze me bij de Tourist Office vertellen, dat ik heel makkelijk naar het eiland Zakynthos kan komen. Ik stap in Athene op een bus, die naar Kilinni rijdt - een soort Holwerd voor Zakynthos - en daar in zijn geheel de veerpont op gaat.

Maar, zei ik, ik wil onderweg graag het treintje nemen van Diakofta naar Kalavryta, want daar heb ik wel eens iets over gelezen. Dat is een trein, eind negentiende eeuw aangelegd, die in een kleine twintig kilometer 700 meter klimt, volgens een soort achtbaansysteem.

,,That is complex'', zei de jongen van de Tourist Office. ,,It is an odd train.'' Hij riep er iemand anders bij, een oudere heer, die geestdriftig met zijn handen voor ging doen hoe die trein zichzelf stukje bij beetje omhoog trekt. ,,Like teeth! Like teeth!'', legde hij uit. Hij kleurde een kaart van Griekenland in met gele stift, gaf me een dienstregeling van de trein en zei dat het een omweg was, maar ik het altijd moest doen.

Hij had gelijk. Het is maar een heel klein treintje, de rails liggen dichter bij elkaar dan in Nederland en de locomotief zit in het midden, tussen de twee wagons in. Maar klein of niet, dapper puft hij vanuit het kustplaatsje Diakofto naar de indrukwekkend hoge bergen, waar ergens Kalavryta moet liggen.

En na een tijdje begint het. Dan ligt er in het midden, tussen de rails, een derde balk, maar dan met tanden, als een uitgerekt tandwiel zeg maar. Daar wordt de trein op gekoppeld en die klauwt zich dan omhoog, je voelt het bijna. Dat heb je onderweg drie keer.

Je mag je hoofd niet uit het raam steken, staat er in twee talen bij, maar iedereen doet dat wel, om foto's te maken. De conducteur zegt er niks van, die zit papieren in te vullen en het zal hem een zorg zijn of je bril van je neus gezwiept wordt door een tak, of dat je gezicht door een rotsmuur wordt weggefreesd.

Het spoor is soms echt tegen de rots aangeplakt, aan de andere kant gaat het recht naar beneden waar ergens een riviertje sijpelt. Met dit dappere kleine treintje stort ik graag in een ravijntje, rijmel ik. Soms is er een tunnel, soms hangt de rots helemaal over de trein heen. Geweldig, en wat nog mooier is, een reisje eerste klas is maar 8 euro.

(Waarom ze zo'n moeizame trein naar Kalavryta gelegd hebben is verder een raadsel dat ik niet kon oplossen, ook al ben ik er een nacht gebleven. Het is een wintersportplaats die op gasten wacht en nu al doet of het druk is: honderden gedekte tafels in felverlichte restaurants, en geen toerist te bekennen. Als er al iemand in die restaurants zit, is het de eigenaar die voetbal op tv kijkt.)