donderdag 15 november 2018

L'accent de l'Amérique


1.)

Toen ik naar Leeuwarden op school ging was ik dertien, en kwam ik in de kost bij de familie Van der Linden. Van zondagavond tot vrijdagmiddag.

Later heb ik mijn ouders gevraagd hoe ze aan de familie Van der Linden waren gekomen, maar ze wisten het niet meer. Het waren vriendelijke mensen, die ruimte in huis hadden omdat een paar van hun kinderen de deur al uit waren.

Ze woonden in de Van Leeuwenhoeckstraat, een huis met een erker. Ik kreeg de slaapkamer boven, ook met erker. Ze waren katholiek, dat was nieuw voor mij. Voor het eten waren ze stil en zei een van de tafelgenoten Here Zegen Deze Spijs Amen.

De twee jongste kinderen van de familie Van der Linden woonden thuis, zoon Ton had de hele zolder en dochter Imelda zorgde ervoor dat we dagelijks om zes uur naar Joost den Draaijer konden luisteren en wekelijks Toppop zagen. Zo waren we altijd op de hoogte.

Een andere dochter, Angela, kwam af en toe thuis maar was het huis al uit. Ze studeerde Italiaans, maar deed er ook cursussen naast, ik herinner me dat ze Tsjechisch deed.


2.)

Onlangs schreef ik de aflevering hiernaast in de wekelijkse serie over logo's in de Leeuwarder Courant. De Canadese stad Québec had een nieuw logo met een soort kroontje erin, daar gaat het over.

Een paar weken later kreeg ik mail:

Lieve Asing, 
Hoe is het mogelijk?! Een oud-Leeuwarder vriend stuurde mij jouw column over ons nieuwe logo. 
Ja ons, want ik werk bij de VVV van de stad Québec. Hoe kwam je zo op dit onderwerp? Eerst was ik niet zo weg van dat dakje als accent, maar sinds jouw column heb ik het volledig geaccepteerd. 
Van mijn werktablet stuur ik je een foto van mijn collega/vriendin Silke (rechts) en ik in ons nieuwe vest met hoodie. 
Bij Silke op borsthoogte zie je het logo, en bij mij op de arm nog net l’Accent de l’Amérique. 
Liefs en tot ziens,
Angela

De meegestuurde foto staat hierboven.

3.) 

Zojuist was ik in een tijdelijke kas op het Oldehoofsterkerkhof, op een avond waar medewerkers van de Culturele Hoofdstad en anderen hun fuck-ups bekenden. Dingen die ze heel erg fout hadden gedaan, dus.

Het viel allemaal nogal mee. Een meisje had het tuinhuis van haar ouders per ongeluk in de fik gestoken en Oeds Westerhof was iets vergeten in het bidbook voor 2018, wat nooit iemand is opgevallen. Maar de meeste verhalen gingen over iets dat bijna mis was gegaan, door toedoen van anderen, en dat door slim handelen van de verteller toch nog goed was gekomen.

Twee vrouwen aan de tafel naast me zwaaiden: het waren Imelda en Angela. ,,Ik ben net aangekomen uit Canada'', zei Angela. ,,Ik heb een cadeautje voor je mee, dat kom ik nog wel brengen.''

Soms is de wereld verbazingwekkend klein.