De zaal zat lekker vol en bij mijn inleiding kreeg ik het publiek, het oudere deel althans, ook nog een klein beetje aan het meezingen met een stukje Favourite Things van The Sound of Music.
Toen ik over Franz Waxman vertelde, die de muziek had geschreven bij de onderzeeërfilm Run Silent, Run Deep, zei ik erbij dat die vooral bekend is, achteraf, vanwege zijn thema voor Peyton Place. Waar vroeger al onze moeders en oma's naar keken, maar dat zei ik er niet bij, want het oudere deel van het publiek zat alweer te knikken. Het was een fijne uitvoering, vooral de Mambo uit West Side Story kwam er lekker pittig uit.
Na de uitvoering dronk ik nog wat met Rik en Iris in Wadapartje, zo'n hip allegaartje-café waar elk tafeltje, elke lamp, elke wandversiering te koop is. Niet goedkoop ook, trouwens.
,,Zulke lampen hadden wij thuis vroeger ook'' wees Rik. ,,Allemaal vintage.'' Hij ging in een adem door: ,,Jij bent ook helemaal vintage. Alles wat je hebt ook.''
Waarna zich een gesprek ontspon over het verschil tussen vintage en retro. ,,Retro, dat is jaren zeventig en tachtig'', zei Iris. ,,Ouderwetse mode. Vintage is meer schattig, meer iets voor meisjes.'' Poesiealbumplaatjes vond ze het toppunt van vintage.
Rik had zijn mobieltje aangezet en het verschil bleek helder. Vintage, dat is wat vroeger tweedehands heette, retro is iets dat nu gemaakt is maar er ouderwets uitziet.
,,Ben ik nu retro of vintage'', wilde ik weten, want daar was het om begonnen en we hadden tenslotte net een programma met oude films achter de rug. ,,Ik vind je meer retro'', zei Iris. Dat vat ik maar op als: van nu, maar ouderwets. Altijd nog beter dan tweedehands.