Jantien had bedacht: we gaan de cartoon van Tom (Janssen), die vandaag op de voorpagina van de LC staat,op karton laten drukken en die delen we uit op het Zaailand, bij de demonstratie. We hadden er driehonderd bij ons, in een doos.
Mensen wilden ze graag hebben, ze gingen als zoete broodjes. De burgemeesters, persmensen en imams die op het podium stonden hadden er ook allemaal een, dus het was een goed idee.
Het uitdelen ervan was een plezierige bezigheid, want hoewel ik zeker deze demonstratie een warm hart toedroeg, weet ik nooit goed wat ik op demonstraties moet doen.
Ik ben niet zo geschikt om in een grote massa iets omhoog te houden en daar ernstig bij te kijken. Bij de minuut stilte keek iedereen zwijgend naar een groep mensen op een podium, die terugkeken. Voor me omarmden mensen elkaar, als om steun te zoeken.
Hoewel de leus Je Suis Charlie goed gekozen is, voel ik me geen Charlie. Die andere mensen zijn ook geen Charlie, dacht ik toen ik in het rond keek. Nederlanders houden niet van het soort cynische, beledigende humor waar ze in Charlie Hebdo en daarvoor in Hara-Kiri goed in zijn. Wij hebben liever De Speld en Lucky TV. Een Nederlandse Charlie Hebdo had korte metten gemaakt met de smartlap van Frans Timmermans over vlucht MH17 of het laffe drinkgelag van de koning en de tsaar.
Toen burgemeester Ferd Crone over de Islam sprak, dat het woord vrede betekent en imams hem verteld hadden dat doden niet mag van Allah, begon iemand voor me te roepen. Iets over een soera waar iets heel anders in zou staan. Crone sprak door, iets luider. Interessant, op een bijeenkomst over vrijheid van meningsuiting. Was die man Charlie? Of was Crone het?
Na afloop at ik een broodje met Jaap en Hester. In het restaurant schuifelde een oude meneer naar mijn tafel toe, die man was vroeger ook altijd bij discussies in De Bres.
,,U was er net ook”, zei hij. ,,U bent toch een collega van Charlie? Want u werkt bij de krant. Nou sterkte gewenst, want het is gevaarlijk!”
De man had het door. Ik ben niet Charlie. Maar ik ben wel zijn collega. Daarom.
(De foto is van Ruben van Vliet)