Woensdag waren we tijdens Sunneklaas onze pot kwijtgeraakt. Nou ja, we: ik was hem kwijtgeraakt, want ik had de beurs tenslotte in mijn zak. We hoopten er maar op dat het gewoon thuis, voor vertrek was gebeurd.
Dat was lastig, want er zat best veel geld in. In het eerste het beste cafe waar dat kon heb ik gepind, zodat wij in elk geval bier konden kopen. Het was verder een fantastische avond.
De volgende dag bleek, dat de beurs niet thuis lag. Hij was echt zoek.
,,Dat komt wel goed'', zeiden de anderen bij het napraten. Er werd een berichtje op Facebook gezet, en dat werd gedeeld. Facebook, dat leest iedereen. Dat weten we immers.
Vrijdag schreef ik er een column over, omdat het ook wel weer een beetje grappig was, acht olifanten en een dompteur die een beurs kwijtraken. En je weet maar nooit of het helpt: de krant, die leest iedereen. Dat hopen we immers.
Zaterdag kreeg ik telefoon.
,,Met Cees Visser'', zei Cees Visser. ,,Even over dat stukje wat je hebt geschreven in de krant. Ik heb het zelf niet gelezen, maar we zaten zostraks op de leugenbank en daar ging het er even over. Dat je een beurs met geld was kwijtgeraakt. Nou, die heb ik hoor.''
Je kunt best veel met oude en nieuwe media, maar uiteindelijk moet je het van de leugenbank hebben.
(De foto is niet 'Daalders plak', de leugenbank bij Hollum, maar die in Warga, 1905. Foto Fries Film Archief)