donderdag 30 oktober 2003

Mark Rutte



Ik had me het aan laten praten: ik zou een discussie-avond presenteren in De Koperen Tuin met staatssecretaris Mark Rutte van sociale zaken en Piet van der Galien, die mensen in de bijstand vertegenwoordigde, want daar ging het over, de nieuwe bijstandswet. Die krijgen we al op 1 januari, maar het duurt nog even voor het echt gaat werken.

Het was een avond georganiseerd door de VVD Leeuwarden. Dus waren er allerlei mensen van die partij, maar ook politici en mensen die zelf een uitkering hebben. En drie journalisten.

Ik zat achter twee hoge tafeltjes, met rechts van mij Van der Galien en links Mark Rutte. Ik was een en al aandacht, want ik moest al te lange verhalen afkappen, opletten of er vragen uit de zaal waren, soms een beetje samenvatten, dat soort dingen.

Dat ging best.

Alleen vielen me ineens de handen op van Mark Rutte, een hip soort Wouter Bos van de VVD. Ze lijken verrassend dik, en het was ook net of de knokkels een beetje te laag zitten, of dat de vingers te hoog beginnen.

In eerste instantie valt het niet zo op, maar als je een tijd naast hem zit te luisteren naar de haken en ogen van de bijstandswet begin je er steeds meer op te letten. Het werd steeds erger. Op de knokkel onder de middelvinger zat een klein wondje, hij had misschien ergens tegenaan geslagen.

Ook als ik om me heen keek de zaal in, waar die mensen geboeid achter lege koffiekopjes luisterden, hield die hand me bezig.

Wat zouden ze doen, bedacht ik ineens, al deze bezoekers, als ik nu bijvoorbeeld ineens die hand zou beetpakken en over dat wondje zou likken? Of het roofje eraf krabben? Dan heb je eens iets heel anders in zo'n politiek forum en het komt misschien ook in de krant. Het hield me zo bezig, dat ik even zijn naam kwijt was - Schutte noemde ik hem per ongeluk.

Ik deed het natuurlijk niet. Gelukkig maar, nu kreeg ik allemaal complimentjes over de presentatie, zelfs van Mark Rutte zelf. ,,En nog veel plezier met je sabbatical'', zei hij bij vertrek. Aardige man en zijn handen vallen best mee zag ik toen.