Het was de laatste donderdag van 2018 en ik hoorde drie keer John Denver.
Bij de begrafenis van omke Libbe, in het kerkje van Oudehaske, klonk die ochtend niet alleen Jim Reeves en Wonderful world van Louis Armstrong, maar ook Sunshine on my shoulders van John Denver. Onmiddellijk dacht ik aan collega Fedde, die zo'n diep gewortelde weerzin tegen John Denver heeft.
Een van de toespraken was door een schaatsmaat, een reusachtige man met een rode trui, die stram het podium opzwaaide en memoreerde hoe Omke Libbe niet lang voor zijn dood nog had gezegd: ,,Wat binne wy moai te riden west, no?''Sunshine on my shoulders makes me happy
Sunshine in my eyes can make me cry
Sunshine on the water looks so lovely
Sunshine almost always makes me high
Die man liep voor me toen we de begraafplaats in IJlst opliepen, die overigens vlakbij de ijsbaan is.
,,Sjochst it wol?'', vroeg hij een metgezel. Hij wees op zijn benen. Hij was aan een knie geopereerd vertelde hij, en de andere zou volgen in januari. Daarom was het ene been nu recht, het andere nog krom.
Iedereen keek. Het was inderdaad duidelijk te zien.
Bij de koffie in Het Wapen van IJlst sprak ik Popkje, de zus van Libbe. Ik vertelde hoe ik vroeger in de boerderij van hun ouders in IJlst onder de indruk was van de koekoeksklok. Die hing hoog aan de muur van de keuken, tussen talloze geweien op plankjes en opgezette hertenkoppen.
Bijna ademloos kon ik staan wachten tot het wonder zich voltrok: een deurtje ging open en er kwam een vogeltje tevoorschijn dat de tijd aangaf.
,,Wolst him ha?'', vroeg Pop. ,,Hij hinget by ús this, mar hy stiet út. Myn man koe der net oer.''
Bij de terugrit naar Leeuwarden klonk nummer 1326 van de Top 2000 uit de radio. Perhaps love van Placido Domingo en John Denver, een zeiknummer van heb ik jou daar.
Perhaps love is like the ocean full of conflict, full of pain
Like a fire when it's cold outside or thunder when it rains
If I should live forever and all my dreams come true
My memories of love will be of you
Ik begon zowaar collega Fedde te begrijpen.
's Avonds was de Barre Krystkuier van Easterlittens, een avondwandeling van vijftien kilometer.
Pieter had me ervoor uitgenodigd, mede omdat hij die dag jarig was.
Vanuit Easterlittens werden we met bussen naar de mistfontein in Leeuwarden gereden, en vandaar liepen we terug. Wie goed kijkt, kan ons rechts op de groepsfoto zien. Sita, de zus van Pieter, was mee, net als Schumi.
,,Het mag niet'', zei de man. ,,Staat met zulke letters in het reglement. Je loopt onderweg door natuurgebied en je komt ook bij een boerderij waar een waakhond is.''
,,Er was mij verteld dat het goed zou zijn'', zei ik. ,,Maar dan bind ik hem hier zolang wel aan een boom.''
,,Dat is zielig'', zei de man, die een goed hart had. ,,Neem hem dan maar mee.''
Die wandeling voerde langs allerlei schuren waar kerstkoren stonden te zingen, Nynke Rixt Jukema uitlegde hoe het met de lichtvervuiling is gesteld of een accordeonist speelde. Daar kreeg je je warme chocolademelk, een broodje worst of glühwein.
Ook stonden daar dixies, met natuurlijk een rij vrouwen ervoor.
Uit een ervan klonk gerommel, en de vrouw vooraan in de rij riep: ,,Laat je de boel een beetje heel?''
,,Je moet niet denken dat ik naar zo'n dixie ga'', zei de zus van Pieter. ,,Nou helemaal niet meer.''
In een schuur bij Hoptille - dat was de boerderij met de waakhond, maar die liet zich niet zien - stond muziek op. En net toen wij er onze broodjes knakworst zaten te eten klonk daar Calypso. Van John Denver.
Aye Calypso the places you've been to
The things that you've shown us the stories you tell
Aye Calypso, I sing to your spirit
The men who have served you so long and so well
Aan John Denver heb ik niet echt een hekel, maar daarmee was het voor een dag wel genoeg geweest.