zaterdag 22 december 2018

De eerste troef van Friesland


Een dichte drom publiek pakte samen op de baan, die de rijders moesten volgen. Uit het gewemel der duizenden maakte zich plotseling een diep gebogen figuur los. ,,Libbe Kerstma’’, raasde een jonge knaap. Met rustige slag dook hij de duisternis van het Van Harinxmakanaal in. Friesland had zijn eerste troef op tafel gelegd.
Het bovenstaande stukje komt uit het verslag van de Elfstedentocht van 1963, de Hel van '63, in de Leeuwarder Courant van vrijdag 18 januari 1963.

Die Libbe Kerstma, die hier als een Friese troef en volksheld wordt afgeschilderd, was mijn omke Libbe uit IJlst. Vanmorgen las ik in de krant dat hij donderdag is overleden, 85 jaar oud. Hij was niet echt mijn oom, maar een neef van mijn moeder. Hun moeders waren zussen.

Als klein kind ben ik vaak met pake en beppe op de boerderij van Libbe en zijn ouders in IJlst geweest. Op de foto boven dit weblog sta ik met Libbes broer Wybren.

Hoewel ik me omke Libbe makkelijk voor de geest kan halen, kende ik hem eigenlijk niet goed. Op de boerderij was hij altijd aan het werk, leek het wel, terwijl wij hele dagen koffie en thee dronken met tante Heerta en omke Johannes, zijn ouders. Een keer was hij zomaar op de redactie, want hij bleek goed bevriend met onze toenmalige hoofdredacteur Hylke Speerstra. Ik had hem jaren niet gezien maar herkende hem meteen. Net als die 'jonge knaap' uit het krantenstuk hierboven

Van mem, die in de oorlog een tijdje op de boerderij in IJlst heeft gewoond, hoorde ik altijd dat hij heel sportief was, schaatste, fietste, schaakte.


Maar dat hij zo'n beroemde, veelbelovende schaatser is geweest (het stukje hiernaast komt uit het Parool van 21 januari 1963), daar kwam ik pas achter toen mijn LC-collega Bonne Stienstra in 2010 een column over hem schreef.

Daarin onthult hij waarom omke Libbe destijds in 1963 een van de vele afvallers van de Elfstedentocht is geweest.
Hij had de Ronde van Sneek gewonnen en de 100 kilometer van Langweer. Hij was 29 jaar, hij was boer en hij was beresterk. En snel, als het maar rechtdoor ging, want een bochtenrijder was hij niet.
Al in de eerste 5 kilometer van de Tocht viel er iemand naast hem en zeilde bovenop de schaatsen van Kerstma. ,,De man hie in wite trui oan. Ik sloech achteroer en knap die’t.’’ Achteraf bleek dat een wervel naar binnen was geknakt. Kerstma scharrelde rechtop, want krom kon hij niet meer, nog wel even door, maar in IJlst, vlakbij zijn boerderij, stapte hij af.
Met die wervel en de aanpalende pezen is het nooit meer helemaal goed gekomen. Hij kon zich niet meer met de besten meten. Als recreant reed hij de tochten van 1985 en 1986.
In 1997 maakte hij nog even een tochtje over het ijs in de Zuidwesthoek, om te kijken hoe het ging. Hij reed op de Hegemermar, tegen de wind in. ,,Doe hearde ik achter my: skras-skras. Dan witte jo it wol, in minne rider, mar hy skraste my wol foarby. Doe wist ik: ophâlde.’'
In de krant van 1963 lees ik dat Libbe heeft gezegd: ,,Dit is moardzjen'',  en toen is gestopt.

,,Bist net goed'', vroeg tante Heerta, zijn moeder, hem.

,,Bêst'', zei omke Libbe. ,,Mar ik doch it net mear.''

(De foto komt uit de LC van 27 december 1962, de Sneekermeerronde. Omke Libbe schaatst rechts, met een witte trui)

maandag 17 december 2018

Proost, gele hesjes!


Over de Boulevard Richard-Lenoir kwam een stoet mensen aan met gele hesjes, een enkeling met van die rode fakkels waar voetbalfans dol op zijn.

Sommigen waren onherkenbaar achter bivakmutsen en hoog opgetrokken sjaals. ,,Dat zijn de relschoppers'', wist Gerard, met wie ik hier uit nieuwsgierigheid naar toe gelopen was. ,,Daar moet je mee oppassen.''

Hij hield zijn mobieltje voor de borst, om er een filmpje van te maken. We stonden in de stroom, ze liepen links en rechts om ons heen Place de la Bastille op. Het filmpje is overigens mislukt, want de telefoon stond in de selfiestand.

Indrukwekkend groot was deze stoet nu ook weer niet, maar er stond wel een macht politiewagens voor klaar. Toen we even later in Café Rey Bastille zaten, om het spektakel warm en droog te zien, kwamen er zwaarbewapende militairen langs. De ruiten van een bank aan de overkant waren afgedekt met houten platen.

Het regende steeds harder, enkele gele hesjes vonden het welletjes en gingen op het terras zitten roken onder zo'n verwarmingsding. Een meisje bestelde een rosé en stak haar glas proostend naar ons op. Ik proostte met mijn glas rode wijn terug.

,,Niet doen'', waarschuwde Gerard. ,,Dan denken ze dat we solidair met ze zijn.'' Maar het was al te laat, ook Emmy had al met de gele hesjes buiten geproost. De obers stonden zo nu en dan met ze te praten, er waren geregeld discussies met voorbijgangers.

,,Gaat dat hier elke week zo?'', vroeg ik de ober. ,,Ils sont mécontent'', zei hij en verduidelijkte: ,,C'est pas: on est mécontent, mais ils sont mécontent.'' Dus niet: Men is ontevreden, maar zij zijn ontevreden.

Gerard trok intussen een raar gezicht naar een van de gele hesjes, een man met een wollen mutsje. Die stak beide duimen op, stond op en kwam naar binnen.

,Hij komt hierheen, jij moet even tolken'', zei Gerard. ,,Ik peins er niet over'', zei ik. ,,Dat is me veel te ingewikkeld. Je redt je er maar mee.''

De man sprak ook Engels. Toen hij doorhad dat we uit Nederland kwamen, stak hij zijn duimen nog eens op.  ,,Amsterdam, Rotterdam, Maastricht'', somde hij op. ,,In Nederland is het goed voor elkaar met de sociale voorzieningen'', wist hij. ,,Bij ons niet. Dat komt, jullie zijn protestant, hier zijn ze katholiek.''

Hoe dat precies zit zijn we niet achter gekomen. Wel zei hij dat wij niet moesten denken dat het hier altijd protest en chaos is, Parijs is vooral een prachtige stad. Wat dat betreft waren we het helemaal met deze gilet jaune eens.


2.

Diezelfde avond belandden we voor een afzakkertje in café Le Faubourg, een eind verderop. Aan een lange tafel achter ons keek een gezelschap naar de Miss France-verkiezing, mooie meiden uit Frankrijk en de overzeese gebiedsdelen,  die in een eindeloze tv-show over het podium paradeerden.

,,Die daar komt uit Guadeloupe'', zei een van de donkere mannen van die tafel tegen ons. ,,Daar kom ik ook vandaan. Zij is de mooiste.'' Dat vonden Emmy en ik ook, de anderen uit ons gezelschap voelden meer voor mevrouw Tahiti, die uiteindelijk ook won.

Maar hoewel die miss-verkiezing de volgende dag zelfs onderdeel was van het journaal (dat heb ik in Nederland nog nooit beleefd) was het niet het belangrijkste. Het geluid van de tv stond uit, en er stond dansmuziek op, lekkere disco en zelfs Kiss van Prince. De mensen aan de lange tafel stonden vaak op om te dansen.

Beste moment was toen Bohemian Rhapsody werd opgezet en het hele café - wij ook - mee ging zingen.

Wie ooit in een Frans hoekcafé tegen middernacht met wildvreemde anderen van allerlei huidskleur uit volle borst Galileo Galileo heeft gezongen, beseft dat het hoe dan ook wel goed komt met Europa.

(De foto is gemaakt door Jan Visser)

zaterdag 1 december 2018

Bij de gilets jaunes



Even na enen op zaterdag stonden er tien mensen met gele hesjes op de hoek van het Wilhelminaplein. Dat was de Friese afdeling van de losjes georganiseerde gilets jaunes, een uit Frankrijk overgewaaide protestbeweging, oorspronkelijk tegen hoge dieselprijzen.

Omrop Fryslân was erbij, collega José van de Leeuwarder Courant, er waren een paar fotografen en mensen van nieuwswebsites. Dus in die zin was de actie al geslaagd.

Ik keek van een afstand toe of er iets zou gebeuren. Schumi at intussen pepernotenrestjes van het plein. Een man met een baard liet een boek aan mensen zien en zei duidelijk hoorbaar: ,,Wij zijn nobele mensen!'' Een ander nam nu en dan een slokje Monster Energy.

Een vrouw vertelde twee motoragenten dat ze niks verkeerds gingen doen, anders dan in Frankrijk: ,,We zijn hier in Nederland. We zijn vredelievend.'' De motoragenten vertrokken weer. Nieuwelingen konden een geel hesje uit een tas krijgen.

Een wat oudere man met een pet op, die ik wel vaker tegenkom op het plein, probeerde de aandacht van Schumi te trekken. Hij stak zijn hand uit en deed Tsk Tsk. Maar Schumi trapt daar niet snel in, zeker als er geen voedsel in het spel is.

,,Wat is dit?'', vroeg de man.

,,Protesten'', zei ik. ,,Uit ontevredenheid.''

,,Waartegen?'', zei de man.

,,Dat weet ik niet precies'', zei ik. ,,Ze hebben geen spandoeken of zoiets.''

,,Dan weet ik het wel'', zei de man beslist. ,,Het is tegen Balkenende.''

Hij liep er naar toe en kwam na een kort gesprekje weer terug.

,,Wilde u niet meedoen?'', vroeg ik.

,,Het is niet tegen Balkenende'', zei hij met iets van teleurstelling in zijn stem. ,,Tegen die andere.''

,,Rutte?''

,,Ja. En dat de benzine te duur is.'' Het was hem de moeite van het aantrekken van zo'n hesje niet waard.