donderdag 8 april 2010

Omke Wybren



Het is nog nooit zo druk op deze site geweest als vandaag en ik vlei me met de gedachte dat het eraan ligt dat de opmaak een beetje is veranderd. Het opvallendste is dat bovenin nu een foto staat van mezelf, een jaar of drie oud, met omke Wybren in een boot in IJlst. Eigenlijk is het een dia, vandaar al die krasjes.

Omke Wybren was niet echt mijn oom, maar een neef van mijn moeder. Hoewel hij meestal met mij in de weer was als ik op de boerderij van zijn ouders was, weet ik weinig meer van hem. Bijna alles heb ik later gehoord.

Op de foto ziet hij eruit als een gewone jongen, maar door de verhalen groeide omke Wybren uit tot een mythische figuur, een James Dean van wie ik achteraf trots ben dat hij zich zo met mij heeft bemoeid.

Zo mocht je nooit aan zijn haar komen, hoorde ik, want dat had hij met veel geduld en brylcreem in model gebracht. Hij droeg liever schoenen dan klompen. Plagen deed hij graag: hij moet me eens de stuipen op het lijf gejaagd hebben door een blazer aan te zetten waar ik vlakbij stond.

Het smalle pad

Waar hij woonde was toch al een magische plek. Om bij de boerderij te komen moest je vanuit IJlst dwars door de weilanden, over een smal paadje van betonpalen. Er lag er zelfs eentje over een sloot, zonder leuningen.

Tussen de pauwen en de appelbomen in de tuin stond een rond huisje met veel ramen, waar de familie en het bezoek tot in de middagschemer thee dronk.

In de bijkeuken hingen de wanden vol hertegeweien, met daartussen een koekoeksklok, een klein mirakel waar elk uur een houten vogeltje uit tevoorschijn floepte. Al hing hij zo hoog dat je het haast niet zag, ik ging elk uur kijken. Soms sleepte ik anderen mee, want zo'n wonder hou je niet voor jezelf.

De muziekstoel



Omke Johannes, de vader van Wybren, kon zomaar zijn duim losmaken van zijn hand. (Een goocheltruukje dat ik nu zelf ook beheers). Bovendien had hij de herten waarvan de geweien kwamen zelf geschoten. Nu en dan ging hij in Duitsland op jacht met de burgemeester.

Bij die burgemeester (Oppedijk of zoiets) thuis stond het allermooist mirakel: een stoel die muziek maakte als je erop ging zitten. Met fineer waren er afbeeldingen op gemaakt, hij stond in een hoek van de kamer te wachten tot iemand de speeldoos in zijn zitting opwond.

,,Jij hebt zulke mooie krullen'', zei de burgemeestervrouw eens tegen mij. ,,Die wil ik wel ruilen voor de muziekstoel.''

Ik bood ter plekke aan de schaar in mijn haar te zetten. Maar toen ging de deal ineens niet meer door. Daar ben ik nu nog een beetje teleurgesteld over.

Op een dag vertrok omke Wybren naar Australie. Een keer is hij teruggeweest en dronk heel veel bier, dat hoorde je van iedereen. Kort daarop is hij in Australie omgekomen, volgens mij bij een ongeluk in een mijn. Maar die mijn kan ik ook zelf hebben bedacht.

Zijn moeder, tante Heertha, heeft daar vreselijk onder geleden, temeer door alle moeite die het heeft gekost om zijn stoffelijk overschot naar Nederland te krijgen.

Dat was Omke Wybren. Ik kende hem bijna niet en zet hem met trots bovenop dit blog.

(De foto halverwege, waar Omke Johannes rechts staat, vond ik op de site van het Fries Scheepvaartmuseum. Hij is gemaakt op 2 maart 1929, toen hij met een broer in een auto de dichtgevroren Zuiderzee was overgestoken)