Soms vraag ik me af: hoe zou het met Jack Nicholson zijn?
Het laatste wat we van hem hoorden was in augustus, dat hij toch niet in een Amerikaanse remake van Toni Erdmann zal spelen.
Aan bovenstaande foto - uit The King of Marvin Gardens, een film die ik na een paar keer zien nog steeds niet kan waarderen - moest ik denken bij het opruimen van mijn desktop.
Want op mijn desktop staat deze foto, uit juli dit jaar, toen Owen Bonnici op bezoek was in Leeuwarden. Bonnici, de Maltese minister van Cultuur, werd ondervraagd over de houding van de baas van Valletta 2018. Ik was gespreksleider, een van de vragenstellers was collega Saskia.
En al lijkt zij niet op de jong gestorven Julia Anne Robinson, en ik al helemaal niet op Jack Nicholson, toch doen de foto's aan elkaar denken.
Is het de grijns, misschien?
donderdag 27 september 2018
maandag 24 september 2018
We eten als wolven
Het zoontje van Marijke Meu liet in 1732, toen hij net stadhouder van Friesland was, de klokkentoren van Nes (Ameland) verhogen met een verdieping en een zadeldak. Dat kun je er ook wel een beetje aan zien. Het stuk eronder is van 1664.
Deze ansichtkaart van de toren en het zeventiende-eeuwse huis ervoor aan de Rixt van Doniastraat kreeg ik van Marjolein. Ze schrijft dat ze hem vond in een schoenendoos met oude prentbriefkaarten in een winkel in Deventer. ,,Deze vond ik leuk om aan jou te sturen'', zegt ze. Dank! Ik vind het ook leuk om hem te krijgen.
De kaart is oorspronkelijk op 22 juli 1957 gestuurd, toen het dagenlang fris was en zwaar bewolkt. Afzenders waren Janny & Henk en Meintje & Henk, en de kaart was voor familie H. Peters in Nieuw Dordrecht, Drenthe.
Die hadden zelf blijkbaar geen brievenbus, want de ansicht moest bezorgd worden bij de familie Bults. Als je hun adres googelt, kom je bij het boerderijtje hiernaast uit.
Frankering 8 cent.
Ik denk dat Janny en Meintje zussen zijn. ,,Lieve vader en moeder'', schrijven ze.
Wij zijn goed overgekomen, en het weer valt nog wel mee. Op de boot hebben we nog een flinke bui gehad, en het was vreselijk druk. Het eten is weer prima, net als altijd, we eten als wolven. De groeten aan de familie en tot ziens en veel plezier.
Die kaart uit 1957 is eerst bij de familie Bults op de mat gevallen. Die lazen hem stiekem zelf, en brachten hem daarna naar de familie Peters (,,Een kaart van jullie dochters van Ameland!''). De Petersen hebben hem niet opgeprikt, want er zit geen punaisegaatje in, en er zijn ook geen bruinige plakbandsporen. Maar misschien heeft Ameland - Nes, Oude gevel (1625) een tijd op het dressoir gestaan.
En misschien hebben ze hem bewaard, mogelijk zelfs tot na hun dood. Zodat Janny en Meintje hem tegenkwamen tussen alle paperassen op de vliering. ,,Kijk nou eens!'', zeiden ze verbaasd tegen elkaar - stel ik me althans voor - en ze hadden het even over de vakanties van vroeger op Ameland met beide Henken.
Daarna ging de kaart weg, wat moet je met al dat oude spul, en belandde in de wereld van oude-ansichtkaartenhandel en uiteindelijk in een doos in Deventer. Waar Marjolein hem uitviste en hem naar mij stuurde, omdat ze dacht: Ameland, dat hoort bij hem.
Als je goed oplet, is alles bijzonder.
zondag 16 september 2018
Good Morning Campers
Twee jaar geleden zat ik in café Videology in New York Tommy te kijken, de fantastische overdadige film van Ken Russell naar de 'rockopera' van The Who.
En omdat in het achterzaaltje van dat café verder toch niemand zat (voorin bij de bar zaten ze allemaal te kletsen terwijl daar op drie schermen La Dolce Vita te zien was, met het geluid uit, zo'n tent is het) zat ik volop mee te zingen, want met Tommy kom ik een heel eind.
Vorige week donderdag was ik weer bij Tommy, nu in Herema State in Joure. Toen ik er aankwam klonk op de autoradio net The Letter van Joe Cocker, direct gevolgd door zijn versie van With a Little Help from my Friends, dus zolang bleef ik op de parkeerplaats staan om uit volle borst mee te zingen.
Bij Tommy zou dat meezingen hem niet worden, dat wist ik van tevoren al, want die was voor deze gelegenheid in het Fries vertaald.
Er waren heel veel oudere bezoekers, mensen die The Who nog hebben meegemaakt en weten hoe een flipperkast werkt. Henk Kroes, vroeger van de Elfstedenvereniging, vertelde me dat hij de plaat thuis in de kast heeft staan, al draait hij nooit meer platen.
Toen we met zijn allen naar het podium schuifelden zat me My generation in het hoofd, het boze-jongenslied van The Who, met de mooie regel: Hope I die before I get old. Nou, dat is allemaal heel anders afgelopen.
Meezingen ging dus niet. Maar toen dat marsmuziekje inzette waarmee Tommy's Holiday Camp begint:
riep ik, ondanks mezelf, luid: ,,Good Morning Campers!''
Ik kon het niet onderdrukken. Op de tribune werd verbaasd naar me gekeken, maar op het toneel heeft niemand er wat van gemerkt.
En omdat in het achterzaaltje van dat café verder toch niemand zat (voorin bij de bar zaten ze allemaal te kletsen terwijl daar op drie schermen La Dolce Vita te zien was, met het geluid uit, zo'n tent is het) zat ik volop mee te zingen, want met Tommy kom ik een heel eind.
Vorige week donderdag was ik weer bij Tommy, nu in Herema State in Joure. Toen ik er aankwam klonk op de autoradio net The Letter van Joe Cocker, direct gevolgd door zijn versie van With a Little Help from my Friends, dus zolang bleef ik op de parkeerplaats staan om uit volle borst mee te zingen.
Bij Tommy zou dat meezingen hem niet worden, dat wist ik van tevoren al, want die was voor deze gelegenheid in het Fries vertaald.
Er waren heel veel oudere bezoekers, mensen die The Who nog hebben meegemaakt en weten hoe een flipperkast werkt. Henk Kroes, vroeger van de Elfstedenvereniging, vertelde me dat hij de plaat thuis in de kast heeft staan, al draait hij nooit meer platen.
Toen we met zijn allen naar het podium schuifelden zat me My generation in het hoofd, het boze-jongenslied van The Who, met de mooie regel: Hope I die before I get old. Nou, dat is allemaal heel anders afgelopen.
Meezingen ging dus niet. Maar toen dat marsmuziekje inzette waarmee Tommy's Holiday Camp begint:
Pompadompa DAAda dompa
Pompadompa DAAda dompa
Pompadompa DAAda
dompaDOM
riep ik, ondanks mezelf, luid: ,,Good Morning Campers!''
Ik kon het niet onderdrukken. Op de tribune werd verbaasd naar me gekeken, maar op het toneel heeft niemand er wat van gemerkt.
zondag 9 september 2018
Strafwerk
Kijk, hier staan we op de foto met meneer Hanewald (tweede van links), die natuurlijk ook gewoon een voornaam heeft, maar omdat hij vroeger onze leraar Natuurkunde was blijf je U en meneer zeggen. Ook op de reünie van de Rijks Scholen Gemeenschap van Leeuwarden van afgelopen zaterdag.
,,Ik was een van uw beste leerlingen'', zei ik tegen Hanewald.
,,Is dat zo?'', vroeg hij verbaasd, met een licht Gronings accent dat me vroeger nooit was opgevallen.
,,Welnee'', zei ik. Mijn interesse in natuurkunde kwam later pas. Van school herinner ik me vooral veel gedoe met weerstanden, de wet van Ohm en het verschil tussen Watt en Volt.
Net als meer oud-leraren had Hanewald al zijn lerarenagenda's bewaard, en voor deze gelegenheid lagen ze in een lokaal, waar iedereen er naar believen in kon bladeren. Ik zat in 1973/1974 in groep 3B, weet ik nu.
Op vrijdag 26 april 1974 was ik bij natuurkunde blijkbaar een speciale aantekening waard, maar behalve mijn naam kon ik die niet ontcijferen.
Ik had er een foto van gemaakt, die ik Hanewald liet zien. ,,Wat staat hier?'', vroeg ik hem.
,,Ja, dat is mijn handschrift'', zei Hanewald. En na enig turen: ,,Hier staat Asing weer strafwerk.''
Verder van die reünie:
- Gerard vond het maar zozo dat de school tegenwoordig een Montessori-school is, een tak van onderwijs waar hij weinig mee opheeft. ,,Je kunt wel zien dat het Montessori is'', zei hij nadat hij muntjes had gekocht. ,,Ik heb tien muntjes van 2,50 en ik moest 20 euro betalen.''
- Verschillende leerlingen uit de jaren zeventig hebben warme herinneringen aan juf Bakker van Nederlands. Zelf heb ik die niet gehad, maar ze werd als ,,bloedmooi'' omschreven. Voor haar voor die tijd moderne onderwijsmethoden, in groepjes, stak de legendarische directeur Ferwerda hoogstpersoonlijk een stokje.
- In een soort groepsgesprek (moderated session noemden ze dat, ik was gespreksleider) kwamen veel anekdotes langs over Jan Schaafsma, de wiskundeleraar die ook wethouder van Leeuwarden is geweest. Markantste: een van de leerlinges was bevriend met een dochter van Schaafsma, en beiden waren ze nogal kapot van het verhaal van een leerling, die omgekomen was bij een auto-ongeluk. Vermoedelijk bij wijze van troost ging Schaafsma hen statistieken van verkeersongevallen voorlezen, om aan te geven dat het vaker gebeurt.
- Nog een: een bepaalde wiskundeklas van Schaafsma was nogal groot uitgevallen. Wel veertig leerlingen. ,,Dan gaan we het tempo wat verhogen'', zei Schaafsma aan het begin van het seizoen. Zodat er flink leerlingen zouden afvallen. ,,En de eerste van u die zijn vakkenpakket verandert krijgt van mij een frikadel speciaal.'' Een leerling - hij was bij de moderated session - stak meteen zijn hand op en kreeg 1.50 om een frikadel speciaal te halen.
- Toen de school aan het Zaailand gesloopt werd fietste een oud-leerling op weg naar zijn werk erlangs, juist toen de enorme klok boven de toegangsdeur in een container werd gegooid. Die moet ik redden, dacht de oud-leerling (ook bij de moderated session), maar hij moest eerst dringend naar zijn werk, hij had nog maar twee minuten tijd. Zodra zijn dringende klus af was fietste hij terug naar het Zaailand. De container was leeg. ,,Daar heb ik nog steeds spijt van'', zei hij.
vrijdag 7 september 2018
De nog te kleine schaar frisisten
Toen het Fries Genootschap in 1927 honderd jaar bestond werd dat gevierd met de speciale uitgave Oudfriesche Oorkonden van P. Sipma.
Een ,,groots Nederlands werk'', noemde De Nieuwe Taalgids het. En Sipma verdiende ,,oprechte hulde en dank''.
,,Niet alleen van de nog te kleine schaar frisisten, maar ook van de germanisten in het algemeen, voor het bij uitstek nuttige, maar veel tijd en geduld eisende werk, dat hij op zich heeft genomen om de weg voor de friese taalstudieën te effenen. Want het grootste bezwaar bij die studiëen was totnogtoe het ontbreken van betrouwbare tekstuitgaven.''
Vier delen schreef Pieter Sipma, uitgegeven bij Martinus Nijhoff en ze lagen al lange tijd bij mij op zolder. Erfenis van pake.
Deze week zette ik ze op Facebook, want er is vast wel iemand van de inmiddels wat grotere schaar frisisten die er wat mee kan.
Daar meldde zich, via Wieke Wiersma die zijn lerares filosofie is geweest, Wytse Willem Pel uit Heerenveen. Net even eerder dan André Looijenga, sorry André.
Zonet stond hij voor de deur, met zijn pa als chauffeur, om de vier boeken op te halen. Hij studeert in Leiden, vertelde hij, en wil via allerlei andere oude talen uiteindelijk naar het Fries van voordat dat werd opgeschreven.
Hij sprak me voortdurend met ,,jo'' aan en was benieuwd hoe ik ,,mevrouw Wiersma'' kende. Ja, wie kent Wieke Wiersma nu niet, zei ik.
Ik had er een fles wijn voor gevraagd, en hij had er eigener beweging een droge worst en nootjes bij gedaan. Een goede ruil dacht ik zo. Niet alleen heb ik nu wijn, ik kan me later, als hij een beroemd taalgeleerde is geworden, op de borst slaan omdat ik daaraan heb bijgedragen.
Zijn vader heeft bovenstaande foto gemaakt en toen vertrokken ze. ,,Wy sille wer nei DKV'', zei pa.
Abonneren op:
Posts (Atom)