maandag 30 november 2015
Het zware fietsen van de koerierster
Zaterdag is Yoka Beretty overleden, nadat ze thuis van een trap was gevallen. Ze is 87 geworden.
In alle kranten staat een ANP-berichtje met de vermelding dat ze in De Prooi speelde, een matige thriller uit 1985 die niemand heeft gezien. Veel belangrijker is natuurlijk dat ze in De Overval zit, als koerierster.
Johannes observeerde ooit dat vrouwen in Nederlandse oorlogsfilms altijd zo zwaar fietsen, alsof ze voortdurend wind tegen hebben. Daarvoor heeft Yoka Beretty de basis gelegd.
Al valt het eigenlijk wel mee, als je De Overval nu terugziet. Ze rijdt als een gezonde Hollandse meid van boerderij naar boerderij om allerlei verzetsmensen te mobiliseren. Erg ploeterend ziet het er niet uit.
Wel wordt ze onderweg ergens aangehouden door de Duitsers, die een Ausweis willen zien. Verder geen erg spannende scene, maar onwillekeurig vraag je je af: welke straathoek zou dit zijn? Het moet ergens in Friesland wezen.
Inmiddels weten we (zoiets is op Facebook zomaar klaar) dat het Wirdum is.
Haar rol was gebaseerd op Tiny Mulder, heb ik altijd begrepen, en beeldhouwer Tineke Bot heeft het beeldje De Koerierster dat in de Prinsentuin staat volgens mij ook een beetje op deze en die andere oorlogsfilms gebaseerd.
Yoka Beretty kende ik als tv-kijker van de leerzame KRO-filmquiz Voor een Briefkaart op de Eerste Rang, waar ze samen met Willem Nijholt en Rinus Ferdinandusse in een panel zat. Ik geloof dat ze wat grapjes maakten over films, het was in de tijd dat er op tv nog gerookt werd.
Toen ik zelf meedeed aan die quiz hadden ze dat panel al niet meer, toen was er enkel Leen Jongewaard als gast.
(De onderste foto is van het ANP/Kippa)
zondag 29 november 2015
Omerta en Frederik de Grote
Door mijn eigen onnozelheid was ik te laat bij de boekpresentatie van Douwe Keizer in het HCL vanmiddag. Douwe Keizer is oud-directeur van de Friesland Bank en heeft zijn memoires geschreven, waarin hij niet terugschrikt om een boekje open te doen over allerlei personen die hij heeft meegemaakt.
Niet alleen was ik te laat, het was bijna afgelopen, mijn telefoon ging ook nog. Zodat mijn ringtone, de Hohenfriedberger Marsch, luid door de ruimte schalde.
,,Was dat het Horst Wessel-lied?", vroeg een mevrouw met wie ik tegelijk het gebouw uitliep. ,,Nee, dit is veel ouder", vertelde ik haar. Het geeft wel aan dat mensen mij voor de raarste dingen aanzien en, wat erger is, die mars niet kennen. Die volgens sommigen geschreven zou zijn door de Pruisische keizer zelf, Frederik de Grote.
Door zijn boek te schrijven en niet bang te zijn heeft Keizer iets gedaan wat in Friesland maar weinig gebeurt, daar was iedereen het na afloop over eens. Keizer gebruikte er de term omerta for, de erecode bij mafiosi om hun lippen op elkaar te houden.
Dus ik stookte de beide heren met wie ik op deze foto sta te praten op om ook eens aan hun alles-onthullende memoires te beginnen. Dat zijn Bert de Jong, oud-hoofdredacteur van de LC, en Sikko Heldoorn, nu burgemeester van Dantumadeel, vroeger van Assen. Vooral dat van Bert zou ik wel willen lezen, dus ik bood ter plekke aan om het boek nu alvast te betalen. Als stok achter de deur. Bert glimlachte wat vaag.
(De foto is van Ad Fahner)
vrijdag 20 november 2015
Omdat jouw pa in een grotere kar rijdt dan de mijne
Mensen, Armand is dood.
Hij trad nog in 2013 met wit uitgegroeid haar op bij de opening van het Media Arts Festival in Leeuwarden, zo konden we allemaal zien dat het geen pruik is, zie de foto hierboven.
Bij Radio Ascona waren we er collectief fan van, vooral de mooie elpee Een Beetje Vriendelijkheid. We hebben het nummer De Bloedvervuilers nog gecoverd. In 2008 waren we bij een optreden in de Lawei, waar twee jongens uit Wolvega en Oldeholtpade, Jeroen en Wolter alle teksten uit hun hoofd konden meezingen. Wat een verrassing, de meeste mensen kennen alleen Ben Ik Te Min.
In 2013 vroeg ik hem naar dat lied en schreef ik daar een column in de krant over. Hieronder herhaal ik die voor deze gelegenheid.
Het hennarode haar van zanger Armand is half uitgegroeid. Al een jaar verft hij het niet meer, na zijn optreden in Ali B op volle toeren, waarin Armands grootste hit Ben ik te min door Nina en Brownie Dutch tot rapnummer werd bewerkt.
Armand, die dit jaar 67 wordt, was zaterdag in de Blokhuispoort en zoiets wil je niet missen. Armand is als Immaterieel Nationaal Erfgoed belangrijker dan het Driekoningenfeest.
Naast Ben ik te min heeft hij nog tal van singles gemaakt (zaterdag deed hij ook Blommenkinders (leg die stiletto’s weg) en Op de tandem naar Marokko) en een paar fijne hippie-elpees. Als iemand met de dubbelelpee Een beetje vriendelijkheid uit 1974 in zijn maag zit: kom maar op.
Na die tv-uitzending met Ali B had iemand Armand geld geboden voor zijn rode pruik. Dat had de rebel in hem wakker gemaakt. Om te bewijzen dat het echt is laat hij de kleur uitgroeien, vertelde hij. Ik durfde niet meer te zeggen dat ik ook altijd heb gedacht dat het een pruik is.
Ook hier sloot hij af met Ben ik te min. Want hoe je het ook wendt of keert, dat is zijn hit. Het nummer stond op 715 in de Top 2000.
Over de tekst verwonder ik me al jaren en ditmaal greep ik mijn kans. Na afloop gaf ik Armand een hand (hij is heel mager) en bedankte hem.
,,Maar ik vraag me iets af over de tekst van Ben ik te min”, zei ik.
,,Wat dan?”, vroeg Armand.
,,U zingt: ‘Ben ik te min omdat je pa in een grotere kar rijdt dan de mijne’. Maar wat bedoelt u met ‘de mijne’? Gaat het om een grotere kar dan mijn pa? Of een grotere kar dan die van mij? Het kan allebei.”
,,Dat hebben ze me nog nooit gevraagd”, zei Armand. ,,Het is een grotere kar dan mijn pa. Ik had toen nog geen auto. Kort daarna wel. Toen kocht ik een Cadillac.”
Raadsel opgelost.
Nawoord: In de ban van de grotere kar
Hoe je met zo'n weblog bijdraagt aan de wereldvrede en het algehele kennisniveau blijkt uit een mailtje van Job de Kruiff uit Leiden.
Hij vroeg zich op Facebook af hoe het zit met die grotere kar (zie boven) en na een discussie waarin iedereen een duit in het zakje deed en waarvan een stukje hier als illustratie bij staat, wees iemand hem op dit weblog. Job blij, ik blij, iedereen blij.
maandag 16 november 2015
You are only coming through in waves
Begin oktober kwam ik in de bioscoop Sven de Boer tegen, een Leeuwarder van dertien die idolaat is van Pink Floyd.
Hij ging met zijn vader naar Roger Waters The Wall, en hij spaarde voor The Discovery Box, lees hiernaast maar, ik schreef er een column over.
Die box is best aan de prijs maar hij bevat dan ook veertien Pink Floyd albums, digitaal herzien, van The Piper at the Gates of Dawn tot en met The Division Bell. Dat zijn ze net niet allemaal zag ik toen het ik zojuist nazocht, want vorig jaar kwam nummer vijftien uit, The Endless River.
Vanmiddag kreeg ik een sms van Sven, met de foto hiernaast erbij. Ik denk dat de schoenen onderin van hem zijn.
,,Ik heb de Discovery Box", meldde hij trots. Hij had hem al helemaal beluisterd.
,,Ik vond hem best prijzig", zei ik.
,,Klopt, maar ik had het er voor over."
,,Wat is de absolute nummer één hieruit?", wilde ik weten.
,,Comfortably numb van The Wall", kwam onmiddellijk het antwoord.
Hieronder dus. Aanbevolen door kenners.
maandag 9 november 2015
Beekman en Beekman en de vluchtelingen
Oer it Hout in Grou is een soort jeugdherberg voor watersporters en een reusachtig gebouw achter een vrij kleine voorgevel. Daar komen zes dagen lang vluchtelingen in, dat is zaterdag bekend gemaakt, dinsdag komen ze al, en zonet, maandagnamiddag, was er een voorlichtingsbijeenkomst.
Daar kon je praten met de politie, met iemand van het COA, met ambtenaren van de gemeente Leeuwarden en met burgemeester Ferd Crone zelf al kwam die vrij laat want er stond een file vanaf de stad hierheen.
Er waren niet zo heel veel mensen, en ik stond met iedereen wat te kletsen. Ook met deze meneer, ik geloof dat hij De Jong heet, die met een dik boek rondliep. Dat maakt nieuwsgierig, dus ik vroeg waarom hij een boek meehad.
Het bleek Beekman en Beekman te zijn van Toon Kortooms, die nu volgens mij niemand meer leest, maar die ooit beroemd was vanwege Help, de dokter verzuipt en Beekman en Beekman. Dat laatste zou zelfs de best verkochte roman van Nederland zijn, twee miljoen exemplaren.
Wij hadden het thuis ook, ik heb het als jongetje wel eens gelezen en ik vond het heel erg komisch, herinner ik me, maar ik heb geen flauw idee meer waar het over ging. De Jong wist het wel: over een tweeling, die allerlei kwajongensstreken uithaalde.
,,Het stond hier in de kast", zei hij en wees naar zo'n hostel-boekenkast met van alles erin. ,,Ik mocht het meenemen, ik ga het weer lezen."
Vragen heeft hij volgens mij niet gesteld, hij liep de hele tijd glunderend rond met het boek. Daar werd ik nou echt vrolijk van.
Daar kon je praten met de politie, met iemand van het COA, met ambtenaren van de gemeente Leeuwarden en met burgemeester Ferd Crone zelf al kwam die vrij laat want er stond een file vanaf de stad hierheen.
Er waren niet zo heel veel mensen, en ik stond met iedereen wat te kletsen. Ook met deze meneer, ik geloof dat hij De Jong heet, die met een dik boek rondliep. Dat maakt nieuwsgierig, dus ik vroeg waarom hij een boek meehad.
Het bleek Beekman en Beekman te zijn van Toon Kortooms, die nu volgens mij niemand meer leest, maar die ooit beroemd was vanwege Help, de dokter verzuipt en Beekman en Beekman. Dat laatste zou zelfs de best verkochte roman van Nederland zijn, twee miljoen exemplaren.
Wij hadden het thuis ook, ik heb het als jongetje wel eens gelezen en ik vond het heel erg komisch, herinner ik me, maar ik heb geen flauw idee meer waar het over ging. De Jong wist het wel: over een tweeling, die allerlei kwajongensstreken uithaalde.
,,Het stond hier in de kast", zei hij en wees naar zo'n hostel-boekenkast met van alles erin. ,,Ik mocht het meenemen, ik ga het weer lezen."
Vragen heeft hij volgens mij niet gesteld, hij liep de hele tijd glunderend rond met het boek. Daar werd ik nou echt vrolijk van.
zondag 8 november 2015
Door de lens van Foersterling
Maarten Brinkman uit Aalten vond een jaar geleden op een beurs - hij verzamelt lucifersdoosjes - een album met luciferetiketten, waarvan hij vermoedde dat een vriend er belangstelling voor zou hebben. Hij kocht het album (600 euro) en vond achterin een papiertje, met Kinematograph erop, 2e Rang en Dir. Chr. Slieker.
Na wat speurwerk kwam hij op dit weblog, want ik schrijf wel eens iets over Slieker, twintig jaar geleden zelfs een boekje met Harm Nijboer.
Na wat heen en weer mailen kwamen we erop uit dat het kaartje mooi naar het museum van Drachten kan, want daar staat ook al de projector die Slieker in 1896 kocht van Herman Foersterling in Berlijn.
Zaterdag was de overdracht. Dat klinkt deftig, maar komt erop neer dat Brinkman het papiertje aan conservator Ramona Dumas gaf, en zij het in een plastic, zuurvrij envelopje stopte.
Dumas vertelde dat de projector al sinds 1954 in het museum is, die heeft nummer 509 in de collectie. Het nummer dat het bioscoopkaartje krijgt wist ze zo niet precies, maar het wordt iets van 2015.
Ik had voor Brinkman een boekje over Slieker meegenomen en zag dat Gertjan Slagter destijds qua kleur voor het omslag geen rare keus heeft gemaakt. Het is net of het kaartje erbij hoort.
,,Willen jullie misschien even in het depot kijken?", vroeg Dumas. Even later stonden we boven in een volle zolder, waar ik de projector uit de kast haalde en probeerde door het lichtglas Brinkman en zijn kaartje te fotograferen. Het resultaat staat hierboven.
Door de lens van Fokke Wester
Collega Fokke Wester van de Drachtster Courant was er ook. Hij zette me op de foto in het depot, waar ik eerst aan die projector pruts, en er dan een foto doorheen maak van Brinkman.
zaterdag 7 november 2015
De batmobiel wilde niet starten
George Barris is dood, donderdag overleden. Pas toen ik een plaatje van hem zag met zijn bekendste auto ging me een lichtje op: dit is de garagehouder-showman die onder meer de originele Batmobile heeft gemaakt, de auto waarin Batman en Robin rondreden in de bonte pop-art serie uit de jaren zestig.
Barris had met meer film- en televisie-auto's te maken: die zwarte, door Satan bezeten auto uit The Car is van hem, hij had te maken met de auto's uit Knight Rider, Chevy Chase rijdt in een van zijn auto's in National Lampoon's Vacation en Barris paste auto's aan aan de wensen van sterren als Elvis Presley, John Wayne en Elton John.
Maar het is vooral die Batmobile die hem beroemd heeft gemaakt. Het was een prototype (een Lincoln Futura) uit de jaren vijftig dat hij ooit had gekocht. In drie weken en voor 30.000 dollar (de serie was niet al te duur) bouwde hij die om tot een zwart monster met vinnen en rode strepen, en cockpit-achtige windkappen. Recht van voren zie je er een vleermuisachtige vorm in.
Adam West, die Batman speelde, verklapt in zijn autobiografie Back to the Batcave dat er eigenlijk vijf Batmobiles waren. Het waren er acht, volgens Burt Ward (Robin) in zijn autobiografie, Boy Wonder, My Life in Tights, maar een aantal was alleen voor autoshows. De eerste was in elk geval de echte.
Volgens West was het een onhandig ding waar hij vaak zijn schenen tegen stootte, en hij startte ook niet altijd. Soms wordt hij door assistenten - die buiten beeld blijven - vooruit geduwd zodat het lijkt of hij rijdt. Bij een stuntopname, waarbij The Riddler de auto dreigt op te blazen, liep Burt Ward brandwonden aan zijn balzak op.
Na de eerste paar afleveringen schreven kijkers dat het een slecht voorbeeld was voor de jeugd dat Batman en Robin geen gordels omdoen. Daarom werden die er ook nog in gebouwd.
Dat wist ik vroeger allemaal niet, ik was gewoon erg in mijn sas met de kleine batmobiel - zo een als hiernaast - die ik als speelgoed had. Een plezierig zwaar, zwart autootje dat ik nog zo in mijn hand kan voelen.
De echte batmobile stond, toen de serie voorbij was, gewoon weer bij Barris in de garage. In 2012 veilde hij hem, voor bijna 3,5 miljoen euro.
Barris had met meer film- en televisie-auto's te maken: die zwarte, door Satan bezeten auto uit The Car is van hem, hij had te maken met de auto's uit Knight Rider, Chevy Chase rijdt in een van zijn auto's in National Lampoon's Vacation en Barris paste auto's aan aan de wensen van sterren als Elvis Presley, John Wayne en Elton John.
Maar het is vooral die Batmobile die hem beroemd heeft gemaakt. Het was een prototype (een Lincoln Futura) uit de jaren vijftig dat hij ooit had gekocht. In drie weken en voor 30.000 dollar (de serie was niet al te duur) bouwde hij die om tot een zwart monster met vinnen en rode strepen, en cockpit-achtige windkappen. Recht van voren zie je er een vleermuisachtige vorm in.
Adam West, die Batman speelde, verklapt in zijn autobiografie Back to the Batcave dat er eigenlijk vijf Batmobiles waren. Het waren er acht, volgens Burt Ward (Robin) in zijn autobiografie, Boy Wonder, My Life in Tights, maar een aantal was alleen voor autoshows. De eerste was in elk geval de echte.
Volgens West was het een onhandig ding waar hij vaak zijn schenen tegen stootte, en hij startte ook niet altijd. Soms wordt hij door assistenten - die buiten beeld blijven - vooruit geduwd zodat het lijkt of hij rijdt. Bij een stuntopname, waarbij The Riddler de auto dreigt op te blazen, liep Burt Ward brandwonden aan zijn balzak op.
Na de eerste paar afleveringen schreven kijkers dat het een slecht voorbeeld was voor de jeugd dat Batman en Robin geen gordels omdoen. Daarom werden die er ook nog in gebouwd.
Dat wist ik vroeger allemaal niet, ik was gewoon erg in mijn sas met de kleine batmobiel - zo een als hiernaast - die ik als speelgoed had. Een plezierig zwaar, zwart autootje dat ik nog zo in mijn hand kan voelen.
De echte batmobile stond, toen de serie voorbij was, gewoon weer bij Barris in de garage. In 2012 veilde hij hem, voor bijna 3,5 miljoen euro.
zondag 1 november 2015
Een kenner op de grafheuvel bij nacht
In het Leeuwarder Bos was het gisteravond een drukte van belang. Het was een hele kunst om niet over jonge Leeuwarders heen te fietsen, die in groepjes over het fietspad liepen: ze hadden net een Halloweentocht achter de rug, vertelde buurtbewoner Kees Mourits, die ik ook tegenkwam.
Het was er een mooie avond voor. Op de namaak-grafheuvel, waar de stenen liggen uit de Westerkerk in Leeuwarden, was een ander Halloweenfeest, laten we het een Cinema Ascona-spinoff noemen, met fragmenten uit griezelfilms, samengesteld door Jeroen (links op onderstaande foto) en Kees (rechts).
Veel uit de jaren zeventig, en terecht. American Werewolf in London. The Exorcist. Gremlins (nou ja, da's later). Carrie. The Thing. Halloween.
Zelfs, als inleiding, een stukje Apocalypse Now. ,,Horror has a face and you must make a friend of horror."
Allemaal oude koek was het niet: er was ook J-horror (The Grudge, The Ring) en een martelscene uit Only God Forgives.
En ondanks fragmenten uit Zombieland en Shaun of the Dead was er een verfrissend gebrek aan zombies, die tegenwoordig in zowat elke film en serie opduiken.
Een van de bezoeksters, Margo, was een echte fan. De tekst van This is Halloween uit The Nightmare for Christmas kende ze uit haar hoofd, bij het fragmentje Halloween vroeg ik me hardop af hoe die actrice ook weer heette. ,,PJ Soles", riep Margo. En verklaarde meteen: ,,Ik heb verder geen leven."
Toen ik haar na afloop vroeg of ze de schokkende aflevering van The Walking Dead vorig weekend al had gezien, zei ze: ,,Ja. En ik ben er net zo boos over als jij."
Abonneren op:
Posts (Atom)