zondag 26 oktober 2008

Cel A 120



In Cel A 120 in de Blokhuispoort in Leeuwarden ligt een kinderboek over liefde. Ik weet het, want ik heb er zostraks ingestaan, samen met een meisje dat ik niet kende. Dat hoorde bij de korte voorstelling 'Zij bedrogen' die in de voormalige gevangenis opgevoerd wordt. Je moest zwijgend - het was verboden te spreken - en zonder lachen in een lange rij een meisje volgen de gevangenis in. Op je kaartje stond je celnummer.

,,Ik vind het helemaal niks'', zei een man voor me, toen het meisje voor de zoveelste maal had geschreeuwd dat het verboden was om te spreken.

,,Het gebouw niet?'', vroeg zijn metgezel.

,,Het gebouw is mooi'', zei de man.

Had de cel, die verduisterd werd, al iets intimiderends, dat had de voorstelling zelf ook. De toeschouwers staan rondom de hekken van een gaanderij, terwijl twee acteurs twee gevangenen speelden, die elkaar gretig zoenden - ze stonden achter een toeschouwster die niet wist waar ze kijken moest - en bevochten met grote schuimrubber handschoenen. Heel Jean Genet, het bloed vloog schilderachtig in het rond. (Het fotootje is gemaakt met mijn nieuwe, platte telefoontje, dat net zulke matige plaatjes maakt als mijn oude, dikkere telefoontje)

De magerste van de twee pakte het boek uit de cel waar ik net nog in had gestaan, liet mij opzij schuiven - ,,dit is mijn plek, dat kon jij ook niet weten''- en hield een verhaal over liefde.

Ik heb geloof ik nog nooit zo'n magere jongen gezien. Tenminste niet van zijn leeftijd, hij was net zo'n sprietige vijfjarige in het zwembad, met puntige schouders en telbare ribben. Hij had rood haar, maar alleen op zijn hoofd, want zijn armen en zijn borst waren glad. Zelfs zijn oksels leken kaal, in het rossige en witte schemerlicht daar tenminste. Waar een mens al niet op let, als iemand pal naast hem over liefde staat te oreren.