zaterdag 31 december 2005
Vijf
Wat koop je voor aardigheidje voor een nichtje van vijf, vroeg ik Gabrielle. Die suggereerde iets dat glimt en glittert, of iets met Barbie en jurkjes. Dus ik kocht voor Zoe een doos met daarin een Barbiepop in een feestjurk en een set theekopjes. Deze Barbie vraagt andere op de thee, is de gedachte daarachter.
Zoe was er erg mee ingenomen. Maar het was al haar zevende Barbiepop, vertelde haar moeder. En Waling en Rita hadden er een uit Amerika meegebracht met gekleurde lichtjes in de buik en de benen. Keiharde concurrentie is dat, oom zijn.
donderdag 29 december 2005
Game over
Met de digitale projector van de Leeuwarder Courant en een verplaatsbaar filmdoek van het Historisch Centrum Leeuwarden hebben we gisteren zitten gamen, bij mij thuis. Gamen dat is spelletjes doen met een apparaatje, in dit geval een Playstation 2. De spelletjes speelden zich voornamelijk af in oorlogsgebieden waar het knalt en giert en hadden titels met Duty en Honor erin.
Zo'n PS2 heeft kleine bedieningspersoneeltjes met aan alle kanten knopjes, waar handige jongens (Kees, Jouke en Hidzer in dit geval) van alles mee kunnen, minder handige (Jeroen en Klaas) wat minder en onhandige (zoals ik zelf, het was mijn eerste keer) maar wat op goed geluk op drukken. Mijn persoon op het doek deed daardoor allerlei onsamenhangende dingen, terwijl hij steevast door de handige jongens in de pan gehakt werd.
Hoewel dat voor hun wel leuk is, zo'n tegenstander die je moeiteloos wegblaast, moet ik bekennen: er is weinig aan om de hele avond iets te doen waar je niet goed in bent. Maar een projector in je huis, dat heeft wel wat.
dinsdag 27 december 2005
Geen kerstboom
,,Heb jij ook een kerstboom?'', wilde Jelle, het zoontje van Jantien weten.
,,Nee'', zei ik. ,,Maar ik heb wel een bos bloemen met rooie tulpen, dennetakken en glitters erin, dat is ook een soort kerstboom.''
Vandaar deze foto, met mijn uitstekende nieuwe toestel gemaakt bij kaarslicht, van die bos bloemen. Het tafeltje is van Beppe geweest, het beeldje van een koe heb ik een keer van rechtbankverslaggever Auke Piersma gekregen, de kaars met de vorm van een vuurtoren kreeg ik van Grietje, de vaas waar de bloemen in staan van Olga en de bos bloemen heb ik zelf gekocht.
Gelukkig nieuwjaar, alvast.
Een mens went aan alles
Al ben ik al een week weer terug, nog even over Boekarest. Daar gingen we bij Philip een biertje drinken, die studeert en voor een Belgisch bedrijf werkt dat gevelplaten voor bedrijven maakt, als ik het goed heb onthouden. Het is een onderdeel van Thyssen Krupp.
Hoe dan ook, Philip beschikt daardoor over een auto. De meeste mensen in Boekarest lijken auto's te hebben, drie jaar geleden nog voornamelijk Dacia's (een soort Renaults maar dan Roemeens) maar nu rijdt er van alles rond, net als in elke Europese stad.
Maar iedereen woont in lelijke mega-Bilgaardflats die overal rondom het centrum staan. Het zijn maar kleine appartementen, kleiner dan in Bilgaard hier, en in de trappenhuizen hangen keukenluchtjes van gisteren. En omdat ze zo pal op elkaar staan, is ertussen weinig parkeerplaats.
Zo ook bij Philip, die een appartement deelt met Alexandra omdat het anders niet te betalen is. De auto's staan daar uit ruimtegebrek dubbel geparkeerd tussen de flats.
,,Hoe doe je dat als er een auto voor de jouwe staat?'', wilde ik weten.
,,Als je je auto parkeert, hoor je die niet op de handrem of de versnelling te zetten'', zei Philip. ,,Dan kunnen anderen hem een eindje wegduwen als ze erlangs moeten. Er zijn ochtenden dat ik er wel zes een eindje op moet schuiven.''
maandag 19 december 2005
Mannenbillen
Niet vaak krijg je de kans zo ongeneerd naar blote mannenbillen te kijken als in de badhuizen van Boedapest. Ik was vrijdag in het Rudas badhuis, een exotisch soort grot met zwembaden van verschillende temperatuur, een stoombad en een sauna.
Daar krijg je, als je een kaartje koopt, een klein schortje om voor je geslacht te binden, verder heb je niks aan. Tenzij je van thuis een zwembroek meebracht, maar dat doet maar zelden iemand. Als je in de sauna gaat zitten of in het stoombad draai je het schortje naar achteren, zodat de bank niet zo'n zeer doet aan je billen.
Je loopt gewoonlijk niet tussen de blote mannen, maar nu dus wel en al zal ik het nooit gewoon vinden, het went snel. Bovendien kon ik nu met eigen ogen vaststellen dat dikke buiken - die zie je er best veel - echt helemaal naar voren hangen, haast als een schort van vlees.
Maar het opvallendst, vooral aan die dikke mannen, is dat de achterwerken eigenlijk nooit dik zijn. Waar vrouwen nog wel eens zo'n wulpse schommelkont krijgen, die aan gospelzangeressen doen denken, blijven mannen twee van die billetjes houden. Dan hangt er aan de ene kant zo'n buik, en aan de andere kant zit eigenlijk niks om dat in evenwicht te houden.
Het zijn van die observaties waar je niks aan hebt, maar die je toch plezier doen.
dinsdag 13 december 2005
Sint Nicolaas
Net heb ik de fotos van Sint Nicolaas bij Sjoerd thuis gedownload, hier op de ambassade in Boekarest. Ik heb geen zin om ze stuk voor stuk naar iedereen te mailen, dat duurt me te lang. Wie er bij was weet wie het zijn, op deze foto's, wie er niet bij was heeft pech gehad. Als je op de foto's klikt worden ze groter. De meeste zijn gemaakt door Wouter Biesterbos, behalve die waar hij zelf op staat, die zijn van Anca Gadici.
Weer een aardbeving
Ach, een mens went eraan. Zonet zat ik met Sjoerd in Uptown, een restaurant waar volgens mij uitsluitend Engels sprekende diplomaten eten - het is ook midden in de wijk met ambassades in Boekarest - toen ik dacht, wat stampt die ober zwaar op de vloer.
,,Voelde je het?'', zei Sjoerd enthousiast. ,,Het was een kleine aardbeving.''
Het was inderdaad maar een kleintje, want de glazen wijn rinkelden niet eens. 5,2 op de schaal van Richter, bleek even later, maar dan een eind naar het oosten. De laatste grote hier in Roemenie was nog onder Ceausescu (links op de foto), in de jaren zeventig. Daar kun je nog overal sporen van zien, want de verlichte leider weigerde buitenlandse hulp: dat kon deze arbeidersheilstaat waarachtig zelf nog wel opknappen.
donderdag 8 december 2005
Boedapest
Zo heb je de kop vol Sinterklaas en Sunneklaas, met verhalen dat bij het gemeentehuis van Ballum ruiten ingeslagen zouden zijn omdat ze waren vergeten de noodverlichting uit te schakelen, en dat Teake Brouwer, veertien jaar, tot kwart voor twaalf met grote in het pak is geweest (okay Teake!), en zo voort, zo zit je in Boedapest.
Tussendoor was ik even in Drachten, waar een chirurg naar mijn elleboog keek. Ik vond zelf dat het er wel mooi uitzag. Hij kennelijk ook, want op het A4'tje waar mijn geval van keer tot keer op wordt bijgehouden, schreef hij ,,Ziet er goed uit.''
Hier in Boedapest is het volop kerst, met folkloristische marktkraampjes (ik vond die blauwe jurkjes wel leuk) en etalages met heel veel lampjes, want Boedapest is verrassend jingle bells-achtig. Het is een prachtige stad - maar in een week zo volgeladen is het net of dit allemaal niet echt is. Zometeen ga ik met de nachttrein naar Boekarest, voor nog meer verwarring.
maandag 5 december 2005
Hij komt, hij komt
De kop is eraf, vanmorgen was ik Sint voor de 29 kinderen van de school in Ballum, die dit jaar allemaal hun grootste wens hadden opgeschreven. De meesten willen een paard, eentje wil trainer van Ajax worden (hij zou ze onmiddellijk meer conditietraining laten doen), een derde wil president worden van Amerika.
,,Waarom?'', vraagt de Sint dan.
,,Dat lijkt me leuk.''
Een leerling sprong er uit. Zijn liefste wens is dat zijn opa nog zou leven, die kort geleden is overleden. Hem stond het huilen nader dan het lachen toen hij dat vertelde, en ik hoorde later van de Piet dat zijn moeder het tijdens ons gesprekje ook amper droog hield.
Maar er zijn nu eenmaal wensen, heb ik hem verteld, die zelfs de Sint niet kan vervullen. Als hij elke dag aan zijn opa denkt, dan leeft die toch nog een beetje verder, hield ik hem voor. Wat kan een Sint daar anders van zeggen?
zondag 4 december 2005
A farewell to arms
Het is net een mondje, de snee die er in ziekenhuis Nij Smellinghe in mijn elleboog is gemaakt. Omdat mijn arm steeds dikker werd, zo´n arm als van Popeye, ging ik vrijdag toch nog maar even naar de huisarts, een vervanger van Anne.
,,Ik vertrouw dit niks´´, zei ze. ,,Ik wil dat er een chirurg naar kijkt.´´
Even later zat ik al op de Spoedeisende Hulp van het Drachtster ziekenhuis, waar maar liefst twee artsen belangstellend op mijn arm klopten.
,,Ik heb de neiging er het mes in te zetten´´, zei een van hen, die Storms heet en uit Limburg kwam al kon je dat bijna niet meer horen. ,,Al doe ik dat liever niet, maar er zit zoveel troep in...´´
Dus het mes ging erin, zo´n klein scalpeltje, terwijl mijn elleboog was ingepakt in steriele groene operatiedoeken met een gat erin. Ik kon het allemaal net niet zien, en maar een beetje voelen.
,,Komt er veel uit?´´,vroeg ik.
,,Heel behoorlijk´´, zei dokter Storms.
Hij spoot een zoutoplossing in de diepe snee, en propte er toen een wattendoekje in, zodat de wond niet dicht zou gaan. Daarna ging er voor een klein kapitaal verband om.
Zaterdag (gisteren) haalde een andere dokter het wattendoekje weer uit de wond, wat heel eigenaardig voelt. Het is net een prop gele snot om te zien, zo´n doekje als het eruit komt. En die snee is precies een mondje, met opengestulpte lippen, dat bloed kwijlt.
De foto (boven is een detail, hiernaast is-ie helemaal) is vandaag gemaakt, bij nog zo´n controle in het ziekenhuis. Hij is misschien een beetje vies, maar het is ook wel interessant.
Er zit nu een soort sok om mijn arm, dat het elleboogverband eronder op zijn plaats houdt. Ik mag wel kinderen een hand geven als Sinterklaas, morgen en overmorgen. Ik geloof dat de Sint ze het ´mondje´ beter niet kan laten zien.
dinsdag 29 november 2005
Schwarzeneggerelleboog
Mijn elleboog, pas nog leeggeprikt, is weer helemaal opgezwollen. Erger nog, de bult zit nu ook over een groot stuk onderarm. Noemde de assistent van Anne het twee weken geleden nog een 'studentenelleboog', het is nu meer een Schwarzeneggerelleboog. En in tegenstelling tot vorige keer doet het pijn, scherp.
Dus ik ging vandaag weer naar Anne. Zijn assistent - die Rick heet, vroeger geen huisarts wilde worden en zeker niet in Delfzijl en al helemaal niet zijn vader daar zou gaan opvolgen (dat gebeurt nu allemaal wel, vertelde hij, hij heeft kinderen en net een huis gekocht en zo, zo gaat dat) - die assistent mocht nu prikken.
Het deed veel meer pijn, er kwam veel viezer vocht uit en ook bloed. De bult op de elleboog werd kleiner, maar die op mijn arm niet. En ditmaal moet ik er antibiotica bij slikken. Want ik moet tenslotte volgende week als goedheiligman talloze niet-snel-gevulde kinderhandjes schudden.
Dit keer geen foto van de elleboog, maar van de spuit na afloop, in het opvangschaaltje. Dat gele en rode vocht kwam eruit. Het rook, gek genoeg, helemaal nergens naar. ,,Dat betekent dat er geen pus in zit'', zei Rick.
maandag 28 november 2005
Veiligheid
Net nadat we de Merwede waren overgestoken begon de auto eigenaardig te slingeren. Niet erg, gelukkig, gewoon een beetje, maar genoeg om me ongerust te maken. Op de vluchtstrook even verderop was het duidelijk zat: lekke band.
Ik had Ytsen, Dick en Sjakkie bij me, alledrie zonder rijbewijs, dus als iemand de band moest verwisselen zou ik het zelf zijn. Ik heb het wel eens gedaan, maar leuk werk is anders en ik had nette kleren aan voor de begrafenis van oom Govert, waar we naar op weg waren.
Gelukkig: we stonden pal naast de praatpaal en ik ben lid van de wegenwacht. Dat is verstandig, als je in een auto uit 1990 rijdt. ,,Blijft u voor uw veiligheid achter de schermen staan'', zei de ANWB-dame ongerust.
De man van de wegenwacht kwam snel, bakende onmiddellijk de vluchtstrook af met een reeks fel-oranje pilonen (pylonen?) en verzocht ons, voor onze veiligheid, in de berm te blijven staan. Ik mocht nog net de kofferbak openmaken, zodat hij het reservewiel kon losmaken, maar daarna was het weer de berm in.
Een krik, dat is tegenwoordig een opblaaskussen met een rubber blok erop: de auto gaat zo de hoogte in. Bijna verwisselde hij het verkeerde wiel (alle wielen onder mijn auto zien er nogal oud uit), maar vanuit de berm riepen we net op tijd dat het een ander wiel betrof.
Toen hij dat verwisseld had en mij had gewezen op alles wat er mis was met die band (heel veel, dat kon ik ook zien, de flarden hingen erbij), droeg hij me op om dadelijk eerst op de vluchtstrook te blijven rijden. Ik moest pas invoegen als ik net zo'n snelheid had als het langsrazende verkeer.
Hij zal wel gedacht hebben, zo'n onnozele hals die niet eens een band kan verwisselen draait zo de snelweg op. ,,Als zo'n vrachtwagen moet remmen, meneer, dat geeft zo'n ellende. Het is voor uw veiligheid'' voegde hij toe en gaf me een hand.
Lang leve de ANWB.
Oh ja: mijn auto trilde al weken nogal, ik dacht dat het iets met de motor zou zijn. Maar nadat de band was verwisseld was het met het trillen ook gedaan.
vrijdag 25 november 2005
Op zijn handen
Dit is mijn collega Sietse. Vandaag vertelde hij dat hij vroeger bij een schoolmusical een heel lied lang op zijn handen had gestaan en dat hij vermoedde dat hij dat nog steeds wel goed zou kunnen.
,,Doe het eens'', vroeg ik, want ik ben dol op mensen met een kunstje.
Sietse was het inderdaad niet verleerd. Hij kreeg er wel een vuurrood hoofd van.
Maar ik had juist gedacht dat hij echt op zijn handen zou staan, met de benen in de lucht en ik zei dat dit me niet erg moeilijk lijkt. Hij daagde me uit: ,,Doe het zelf dan eens.''
Ik probeerde het, maar kon het niet.
Al is Sietses prestatie niet iets dat je alle dagen ziet, toch vind ik echt op je handen staan, zoals circusacrobaten doen, knapper.
donderdag 24 november 2005
Brussels by night
Van de stad hebben we weinig gezien, op het Atomium na dan, want we logeerden in een stille buitenwijk waar op de straatlantaarns en die mooie verkeerspalen op vluchtheuvels na amper licht was. Zelfs niet in de huizen. Er was ook bijna niemand op straat, en in het cafeetje in de buurt van het hotel spraken de enige drie andere bezoekers niet Vlaams en niet Waals, maar iets met een harde G erin.
Er rijden wel heel mooie, ouderwetse trammetjes. (Op de foto's klikken, dan worden ze groter)
woensdag 23 november 2005
Atomium
Op de foto's in schoolboekjes vond ik het Atomium in Brussel vroeger al mooi, zoals plaatjes met atomen en moleculen in de jaren vijftig en zestig eigenlijk altijd mooi waren, met die om elkaar draaiende bolletjes.
Maar het Atomium in Brussel is de laatste jaren een probleem geweest, je kon er niet in, het zag er sjofel uit en sommigen wilden het zelfs afbreken.
Ons hotel was er vlak bij, dus na het ontbijt konden we met eigen ogen zien dat goed is opgeknapt. Het glimt al van verre, de bollen doen denken aan de metalen bal bij jeu de boules, met allemaal vlakjes. Of misschien aan de Death Star uit 'Star wars', maar dan verchroomd.
Er hingen overal alpinisten aan. Eerst dachten we dat het een sportdag was, maar het waren mensen van de onderhoudsdienst.
,,Waarom hebben jullie je helm niet op'', zei een opzichter boos tegen ons. We legden uit dat we uit Nederland kwamen en hier helemaal niet werkten.
,,Heeft u het hek niet gezien?'', vroeg hij.
,,Dat stond open'', zeiden we.
Over zoveel Nederlandse onbeschaamdheid kon hij alleen maar zijn hoofd schudden. Verder was hij heel vriendelijk, hij vertelde dat ze dit soort knutselende alpinisten zelfs uit Engeland halen. En ik had mijn foto's toch al, dus we liepen braaf weer het terrein af.
(als je op de foto klikt, krijg je 'm groter)
dinsdag 22 november 2005
Appelmoes
Een kindermenu, toen wij nog in De Zwaan zaten, was kipfrietappelmoes, waarbij de kip eventueel door een frikadel vervangen kon worden. Appelmoes zat meestal ook als extraatje bij het menu voor volwassenen. Dat kwam op tafel in een schaaltje met een vruchtje erbovenop. Vraag me niet waarom, zo hoorde dat. De vruchtjes kwamen uit blikjes van de firma Delmonte.
Inmiddels eten mensen meer fancy dingen, borden worden gegarneerd met rare harde vruchtjes met het steeltje er nog aan en als je ijs toe neemt krijg je een bolletje op een plaat zo groot als een verkeersbord, waarover breeduit een dunne sliert chocola is geslingerd. In zulke verfijnde tijden is geen plaats voor appelmoes met vruchtje. Dacht ik.
Gisteren was ik met een groep redacteuren onderweg naar Brussel, en onderweg stopten we bij Van der Valk in Eemnes. Buiten kwamen we boekenliefhebber Martin Ros tegen, zodat we meteen wisten dat we hier op kwaliteit konden rekenen. En jawel, daar kwamen bij het hoofdmenu de schaaltje appelmoes op tafel met echte vruchtjes!
Verscheidene collega's verbaasden zich erover dat dit wegrestaurant zo vol zat, op een gewone maandagavond. Ik weet waaraan het ligt.
maandag 21 november 2005
We blijven netjes
Verderop in de Grote Kerkstraat, op de T-kruising met de Kleine Hoogstraat, hebben ze rode gordijnen. Ik heb ze op de foto gezet omdat ik een tijdje probeer als een toerist naar Leeuwarden te kijken. Die woning is natuurlijk geen huis van plezier, maar toch denkt iedereen met wie ik er langsloop bij die rode ramen aan hele oude beroepen.
Daarom kan ik in mijn huis beter niet aan zulke gordijnen beginnen. In het koopcontract staat dat ik tot 2038 geen ,,kamerverhuurbedrijf, een horecabedrijf, een dancing, bioscoop, bordeel, besloten club, massage en/of sauna-instituut, handel in pornografische artikelen of dergelijke zaken'' mag beginnen.
Als ik het wel doe, moet ik elke dag 10.000 gulden betalen aan de Congregatie van de Religieuzen Penitenten der Derde Orde van de Heilige Vader Franciscus, ofwel de liefdadigheidsinstelling Sint Lucia in Bennebroek. Ik verzin dit niet. Dus ik zal die Religieuzen Penitenten maar niet uitlokken met rode gordijnen.
zaterdag 19 november 2005
Sinterklaas
Zeggen dat Sinterklaas niet bestaat is eigenlijk net zoiets als zeggen dat de paus niet bestaat. In beide gevallen gaat het om verklede meneren, die zich gedragen op een manier die bij hun uitdossing hoort en zich niet bij de eigen naam laten noemen. Iedereen om hen heen doet daaraan mee, omdat ze daar schik in hebben. Sinterklaas is sympathieker, want die bemoeit zich niet met andermans seksleven.
Zonet kwam hij aan in Leeuwarden, met een paar schepen tegelijk, en een ervan is de grootste stoomboot die ik ooit heb gezien, hij kwam als een muur naar de Prinsentuin varen, en de stoomfluit speelde ook nog een melodietje. Als een echte toerist in eigen stad heb ik een fotootje van de Sint gemaakt. Als je erop klikt, krijg je hem groter.
donderdag 17 november 2005
Studentenelleboog
,,Ha!'', zei de assistent van Anne (mijn huisarts) vanmorgen. ,,Een studentenelleboog!''
Want al een paar weken is mijn elleboog heel raar dik, net of er onder de huid een slap opgeblazen ballonnetje zit. Omdat je het verder niet voelt dacht ik, het gaat wel over, maar het werd heel langzaam steeds een beetje dikker. Dus ik naar Anne.
,,De tijd dat we student waren ligt ver achter ons'', verzuchtte die, want we hebben lang geleden op dezelfde studentenflat gewoond.
Het was, stelden de heren vast, een soort vochtophoping, die je krijgt als je je elleboog heel hard stoot of als je er vaak op leunt. Ik heb dus te veel met mijn ellebogen gewerkt.
Omdat ik wel vermoedde dat er geprikt zou worden, had ik de camera meegenomen. Lekkere vieze Ria-Bremerfoto's, gemaakt door de assistent.
Hij was toch best dik, als je het zo ziet.
Er ging een spuit in, waarmee Anne vuilgeel doorzichtig vocht uit het onderhuidse kussen zoog. Het zag eruit als bedorven Fanta. Je kon het niet ruiken, want het kwam in een buisje.
Die naald liet hij erin zitten, daar drupte nog wat bloed uit. Eerst op de hand die Anne eronder hield...
... en toen in een Tupperwarebakje, dat op het aanrecht stond. ,,Ik had dit zelf ook wel kunnen doen, met een keukenmes'', zei ik. ,,Dan had u raar opgekeken, vooral als u daar ook kip mee had gesneden'', zei de assistent.
Er ging vervolgens prednison (schrijf je dat zo?) in de elleboog, tegen infectie. ,,Daar krijg je toch een heel dik hoofd van'', vroeg ik geschrokken. ,,Alleen als je het slikt'', stelde dokter Anne me gerust.
Een mooie pleister erop en klaar. Je ziet al meteen dat het dunner is. Wel heb ik zo lang met die verdikking geklooid, dat ik nu het gevoel heb dat ik onder mijn elleboog iets mis...
Abonneren op:
Posts (Atom)