zaterdag 13 maart 2004

Ziek



Of het de enorme ladingen vlees zijn, de grootstad Buenos Aires, of gewoon de leeftijd, feit is dat ik de laatste twee dagen eigenlijk vooral in bed heb gelegen en aspirines at. Dat heb je altijd een keer op een reis, maar het komt me slecht uit want dit is de tijd waarin ik afscheid neem van iedereen die ik heb leren kennen.

Dus ik was uit eten met tolk/vertaalster Cecilia, die ik in Ushuaia trof, en nam alleen een salade en een enorm glas verse jus. ,,You look like you have a fever'', observeerde ze scherp, toen ik voor de zoveelste keer ineens kippenvel kreeg.

En uit eten met advocaat Juan Pablo, die vrijdag even weggeslopen was van zijn kantoor. Die dag mogen ze er zonder stropdas werken, want casual friday is een wereldwijd verschijnsel, in een Duits restaurant waar ze sauerkraut op het menu hadden staan. Ik geloof erg in de genezende kracht van zuurkool.

En naar de Italiaanse journalist Marco, van wie ik een Lonely Planet reisgids voor dit land had gehuurd - in de boekhandels hier zijn die voor Argentinie nergens te vinden, sinds import van artikelen erg duur is geworden.

Marco zei: ,,Ik ga straks naar een feestje van een lerares met haar cursusgroepje, ga maar even mee.'' Daar was ik wel benieuwd naar, dus in de hoop dat ze een goed en voortdurend bereikbaar toilet zou hebben ging ik naar het feestje. Gelukkig maar, want het was interessant.

Allemaal Portenos (met en kringeltje op de n), zoals inwoners van Buenos Aires heten. Iedereen uit deze groep had Italiaanse voorouders en wil daarom Italiaans leren. Zo was er een erg Franse mevrouw met een dochter die aan de Sorbonne studeert. Zelf heeft ze in de jaren zeventig in de gevangenis gezeten om politieke redenen, en Zorreguieta vindt ze een eersteklas griezel.

Er was een tenger jongetje dat vloeiend Duits spreekt, omdat hij veertien jaar naar een Duitse school ging. ,,Habla tambien Alleman!'', ik spreek ook Duits, zei een andere jongen met een trainingsjack met Sex Pistols. ,,Toten Gosen!''

,,Toten Hosen'', verbeterde ik. Die groep is hier erg populair, en trad kort geleden nog op.

,,Toten Ghosen'', deed hij moeizaam. ,,Hier kommt Alex. Reich und Sexy.'' Hier was duidelijk een kenner aan het woord. Later werd hij enthousiast over Nederlandse voetballers, maar toen had hij al zo staan blowen dat hij niet meer stil kon zitten en ik hem amper scherp kon zien.

Virginia, die het feestje gaf, woont in een echt Porteno-huis van twee lagen, onder zijn hoge kamers met kleine balkons en parketvloeren, op het dak zijn nog wat losse kleine kamertjes en een enorm terras, waar we vlees aten. Er was ook een wc.

Ik hou moedig vol. Marta moet haar Engels-Spaanse woordenboekje nog terug, en ik moet nog afscheid nemen van de dame die de bootreis met me gemaakt heeft. En misschien nog de vreemde Oostenrijker Peter, die ik in de opera trof. Hij kreeg hier het 'Argentinien-virus', zei zijn baan bij de ABN Amro in Wenen op, verkocht zijn huis en kocht er hier een in een sjieke buurt. Werken doet hij niet, hij gaat alleen naar de opera en uiterst trendy restaurants.