maandag 18 november 2024

Met fijne, foute ooms naar Zandvoort


In de familie van historicus Hans Blom buitelden de goeden en de fouten over elkaar heen - zo zei hij het in Tresoar zondagmiddag. Zijn vader zat bij het verzet, opa en ooms en tantes waren lid van de NSB. Toch groeide hij op (hij is van 1943) in een gezellig gezin, met fijne ooms en tantes: ,,Ik ging met de ooms naar de races in Zandvoort. Wat een familie! Feest!''

In Tresoar ging het over de archieven van de bijzondere rechtspleging (CABR), die op 2 januari openbaar worden en dan online doorzocht kunnen worden. 

Met andere woorden: dan kan iedereen uitvogelen wie er na de oorlog aangegeven zijn geweest, verdacht van samenwerking met de Duitse bezetters, welke bewijzen of getuigenverklaringen er waren en hoe het is afgelopen. Van de eigen familie, maar ook van die van anderen, desnoods van iedereen uit het eigen dorp of stad. 

Nu moet je daarvoor nog naar het Nationaal Archief in Den Haag, van te voren een verzoek doen en daarbij aangeven van wie je het dossier wilt zien en waarom. 

Ik ben er de laatste maanden twee keer geweest om het dossier van pake in te kijken, die in 1944 directeur werd van de Rijks-HBS van Sneek. Daarmee was ik een van de ongeveer zevenduizend bezoekers die er jaarlijks in het CABR komen. Op die website verwachten ze straks wel twintig miljoen.

Door alles wat je vooraf al moet doen om in dat archief te komen, plus ter plekke telefoon inleveren en camera van de laptop afplakken, is het of daar lugubere geheimen liggen, duistere zaken waarover men beter niet spreekt. 

Vanaf 2 januari wordt dat anders. ,,Mijn moeder was behoorlijk fout'', zei een bezoekster in Tresoar. ,,Daar kan dan misbruik van gemaakt worden. Als iemand dat op Dumpert zet, waar kan ik dan terecht? Kan ik dan aangifte doen?''

Je kunt op je vingers natellen dat zulke dingen gaan gebeuren. Kabinetsleden en burgemeesters kunnen hun borst natmaken. Mogelijk waait het over, maar zaken uit de Tweede Wereldoorlog blijven lang kleven. Van een Leeuwarder advocaat, ik sprak hem wel eens voor de krant, wordt altijd gezegd: ,,Zijn vader was een hele foute in de oorlog.'' Dat hoor ik, ongevraagd, elke keer als hij ter sprake komt. Dat was nog voor deze openbaarmaking.

,,Ik kan niet garanderen dat het niet gedaan wordt, je hebt notoire pestkoppen'', zei projectleider Puck Huitsing. ,,Het enige dat je kunt doen is er een goed verhaal tegenover zetten.''

Dat heeft Hans Blom gedaan, met zijn schrijvende zoon Onno, met het boek Oorlogsduif over de eigen familie. Hans Blom was altijd al tegen het zwartwitdenken over de Tweede Wereldoorlog, zeker bij historici. Die horen wat hem betreft niet te oordelen, ze moeten proberen te begrijpen. ,,Het werk van Loe de Jong over de oorlog is fantastisch! Maar onpartijdig? Dat hangt nog...''

Als historicus vindt hij het fantastisch dat het CABR straks zo te doorzoeken is. Tegelijk: dat de Blommen na de oorlog toch weer goed met elkaar konden kwam, gek genoeg, omdat er niet over het verleden gesproken werd. ,,Die zwijgcultuur wérkt ook'', zei hij. 

Maar die is voorbij op 2 januari. Wat moet je, als het je familie aangaat? Er zijn drie opties, zei Blom.

1: ,,Je kunt de feiten accepteren.''

2: ,,Je kunt proberen een beetje historicus te worden en te begrijpen waarom mensen destijds die keuze hebben gemaakt.''

3: ,,Je kunt ook écht historicus worden. Ik ben vijf jaar ingegaan op de geschiedenis van mijn eigen familie. Op die manier kun je de ingewikkeldheid van de werkelijkheid heel uitgebreid in kaart brengen.''

zondag 17 november 2024

Muziek achter tralies (en in Dokkum)


De muziek in de tijdelijke filmzaal stond beschaafd zacht en de meeste bezoekers kletsten er doorheen, maar wie oplette hoorde bij het binnenkomen Johnny Cash San Quentin you've been livin' hell to me zingen. 

We waren in de Leeuwarder strafgevangenis (in justitietaal Penitentiaire Inrichting Leeuwarden), waar de documentaire The View werd vertoond. Het was een onderdeel van het Noordelijk Film Festival.

Het publiek werd ervoor met een bus vanaf de Harmonie naar de gevangenis gebracht en moest mobieltjes en huissleutels achterlaten. Vanuit de bus kwamen ze door een systeem van sluizen - de deur voor schoof pas open als de deur achter weer in het slot was gevallen - in de gymnastiekzaal, die tot bioscoop was omgebouwd. 

Veel gedoe dus, maar hierdoor werd het wel een belevenis. Zo vaak komt een mens niet in een strafgevangenis. Ook de NOS vond het bijzonder.  

Het was bij de voorverkoop zo aangeslagen, dat er drie voorstellingen waren. Eén op donderdag, twee op vrijdag. Bij elke voorstelling deed ik het nagesprek met regisseur Ole Stenum, gevangenisdirecteur Gino Tibboel en Ben, die al drie jaar in deze gevangenis zit. Mooi detail: hij heeft een vogeltje in zijn cel.

In de pauze tussen de twee voorstellingen van vrijdag aten we een broodje, terwijl op de achtergrond Johnny Cash gewoon doorging: San Quentin I hate every inch of you

,,Ken je de versie van One van U2, zoals Johnny Cash hem zingt?'', vroeg regisseur Stenum. ,,Die van U2 is goed, maar die van Johnny Cash is geweldig op een heel andere manier.''

Directeur Tibboel begreep waarom de organisatie voor Cash gekozen had. Jailhouse Rock had ook gekund, zei hij. Hij trok een mobieltje uit zijn zak en zei: ,,Dít is mijn muziek.'' Hij toonde een hoes van Linkin Park (ik meen van het nieuwe album From Zero). ,,Dit en Metallica.'' 

Vorig jaar had hij zijn zoon meegenomen naar Metallica, komende week zit hij vroeg achter de computer om kaartjes te scoren voor Linkin Park in Gelredome.

Ben reageerde anders. ,,Dit is een soort country'', stelde hij na even luisteren vast. Het deed hem weinig, hij houdt niet van country en Johnny Cash zei hem niks. Geef hem maar Frans Bauer, met wie hij zich als mede-Brabander verwant voelt en die bovendien een sympathieke kerel is.

Eerder had Ben al verteld dat hij, als hij zijn straf heeft uitgezeten, in Friesland blijft. Om precies te zijn: in Dokkum. 

Dat leide bij de nagesprekken tot verbaasd gelach bij het publiek. Dokkum? Echt? Waarom Dokkum? ,,Friezen zijn vriendelijke mensen'', zei Ben dan. Dokkum is een geschiktere plek om een nieuw leven te beginnen dan de streek waar hij vandaan komt.

Daar komt bij, bedacht ik, dat Dokkum waarschijnlijk ook meer van Frans Bauer houdt dan van Johnny Cash. Al is zoiets moeilijk hard te maken. 

(De foto's zijn gemaakt door Lucas Kemper, op de onderste sta ik met Gino Tibboel en Ole Stenum - Stenum is de man die er het meest Deens uitziet)

woensdag 6 november 2024

Het briljante weefsel


Een mooi beeld, vanmorgen: Donald Trump op het podium, met familie en getrouwen in een brede rij aan weerszijden. Op gepaste afstand, zodat het niet op gedrang lijkt en Trump, in het midden, goed zichtbaar blijft bij het spreekgestoelte.

Je zag ze allemaal benieuwd naar hem kijken. Zo moet het zijn als je bij Trump in de buurt bent, je weet nooit precies wat hij nu weer zal doen of zeggen. Hij speecht impulsief, springt soms van de hak op de tak, medewerkers drukken hem elke keer op het hart om bij het onderwerp te blijven.

Zelf noemt hij die manier van spreken the weave, het weefsel. ,,Vrienden van me die professoren in het Engels zijn, zeggen: 'Het is het briljantste dat ik ooit heb gezien'.''

Ditmaal begon hij tussen alle opmerkingen, complimenten en bedankjes door over Elon Musk - ,,a new star, a star is born, an amazing guy, a super genius'' - en diens herbruikbare raket Starship. 

Dat is die raket die kan landen maar waar de verf dan wel van af is. Dat weet ik dankzij deze speech. Trump vertelde: ,,Ik zag hem (de raket) toen hij vertrok en hij was glanzend wit. Toen hij terugkwam was hij niet zo mooi meer, hij ging 10.000 mijl per uur en brandde als de hel. Ik zei: 'Wat is er met je verflaag gebeurd?' Elon zei: 'We hebben geen verf kunnen maken die bestand is tegen zo'n hitte'.''

Over telefoneren met belangrijke mensen: ,,Ik had iemand aan de telefoon, ik had het televisiegeluid uit staan, ik was in gesprek met een heel belangrijk iemand - die hier is trouwens - en die belangrijke man, een van de belangrijkste in het land zou ik eigenlijk willen zeggen, maar weet je, ik was president en nu ziet het er naar uit dat ik misschien weer president zou worden, dus ik dacht, die kan ik wel vragen om even aan de lijn te blijven hangen en omdat je weer president gaat worden, dan blijven ze wel aan de lijn.''

Over de landing zelf: ,,Dit ruimteschip daalde en ik zag het vuur uit die motoren komen en het zag eruit of alles voorbij was. Het ging neerstorten en toen zag ik het vuur uit de linkerkant schieten en het werd rechtgezet en het kwam zo zacht neer en toen gingen die armen eromheen en hielden het vast net zoals je je baby 's avonds beethoudt, je kleine baby, en het was prachtig om te zien.''

En tenslotte over Elon: ,,En ik belde Elon, ik zei: 'Elon, was jij dat?' Hij zei: 'Ja, dat was ik'. Ik zei: 'Wie kan dit nog meer? Kan Rusland zoiets doen? Nee. Kan China zoiets doen? Nee. Kan iemand in de Verenigde Staten zoiets doen, behalve jij? Nee, niemand kan dat doen', zei ik. Daarom hou ik van je Elon.''

De weave. Het is weer even wennen. 

zondag 3 november 2024

Een boek met grote oren

 


,,Sommige boeken verdienen het om beschermd te worden door speciaal gemaakte dozen'', vindt Mees Nauta, boekbinder en boekrestaurateur uit Leeuwarden. 

Hij had een doos gemaakt voor een speciaal boekje met drie lezingen over kunstenaar Sjoerd de Vries, dat zondagmiddag in het kerkje van De Knipe werd gepresenteerd. Toen Nauta vroeger bij verzekeraar Aegon werkte in Leeuwarden zag hij Sjoerd wel eens fietsen, vertelde hij. 

Was leuk werk bij de verzekeraar destijds, zei hij. Maar nu hij met boeken en papier werkt is hij zondagavond al blij dat hij de volgende dag weer aan het werk kan. ,,Het vak van boekrestaurateur is een prachtig vak'', zei hij.

Dat bleek wel, want hij raakte er niet over uitgepraat. De meeste mensen zeggen 'Een mooi boek' als de inhoud ze aanstaat. Nauta zegt: een mooi boek is bijzonder uitgevoerd, fraai afgewerkt, met goed materiaal, op een interessante manier ingebonden. Een mooi boek is een boek waar over de vorm is nagedacht.

Dat doet hij ook, dat nadenken. De doos leek uit de verte op een geperst houtblok, met een uitsparing waar een werk van Sjoerd de Vries in verzonken was (nou ja, een reproductie). Het is geen hout, maar geprepareerd riet. Dat had Nauta in de Deelen geplukt, want dat hoort bij Sjoerd de Vries. 

Hij had het in stukjes gehakt, geweekt in soda en toen net zo lang behandeld en geperst tot het stevig karton was. Zoiets komt op uitproberen aan. De eerste poging was mislukt, daar was het rieten materiaal even snel weer uit elkaar gevallen. 

En dan hadden we het alleen nog maar over dit deksel. Daaronder lag, in een foedraal met gemarmerd papier, het eigenlijke boek.


Voor dit boek over Sjoerd de Vries (oplage 150, de helft is al verkocht) had Nauta wel 13.000 gaatjes geprikt en om ze in te binden had hij 300 meter speciaal boekentouw gebruikt. Met een cahiersteek had hij de katernen aaneen genaaid; ,,dat is de steek waarmee ze vroeger ook schoolschriftjes maakten''.

Vervolgens kwam er een wittig kaft omheen (met Sjoerd de Vries er in zilver in gepreegd en een van zijn werken) van ruig aanvoelend karton met een wafelstructuurtje. ,,Zaans bord'', vertelde Nauta zijn publiek. ,,Dat is papier dat gemaakt wordt van de witte zeilen van botters die op het IJsselmeer varen.'' 

Na afloop liet hij me een stukje 'zaans bord' zien dat niet wit was, maar blauw. ,,Daar gebruiken ze boerenkielen voor'', legde hij uit. 

Van de tafel pakte hij een tabaksbladkleurige doos met de visitekaartjes van Frisian Colorists & Restorers, het bedrijf waar hij voor werkt, en vroeg: ,,Waar denk je dat dit van gemaakt is?''

Het voelde leerachtig aan, zwaarder dan perkament. ,,Leer?'', gokte ik.

,,Zeewolf'', zei hij triomfantelijk. ,,Daar heb ik de huid van gelooid en gedroogd en toen in rooibosthee gehangen voor de kleur.''

Ik begon te geloven dat het vak van boekrestaurateur inderdaad prachtig is.

,,Ik heb net van alles over dat boekje verteld'', zei hij. ,,Maar er zit ook een grapje in. Kijk...''

Hij pakte een van de boekjes en sloeg het kaft open. Dat had twee van die binnenflappen, die je wel vaker bij boekomslagen ziet. Soms staan er korte teksten op, citaten uit kranten over dit boek, of een foto van de schrijver. Hier waren ze blanco. Nauta vouwde ze open en grinnikte: ,Twee grote oren.''


(Een verwijzing naar het meest geruchtmakende schilderij van Sjoerd de Vries, zijn portret uit 1971 van Leeuwarder burgemeester Adriaan van der Meulen. Van der Meulen vond het niks, hij had veel te grote oren gekregen vond hij. Het mocht niet tentoongesteld worden. Tot grote woede van Sjoerd de Vries, die zich tot ver na de dood van Van der Meulen heeft ingespannen om het toch opgehangen te krijgen zodat mensen het konden zien. Inmiddels hangt het in het Historisch Centrum Leeuwarden.)



zaterdag 2 november 2024

Dansen en drinken in de Friese literatuur


Toen ik Ça plane pour moi van Plastic Bertrand opzette, riep een man met grijze krullen: ,,Waarom moet hier muziek gedraaid worden? Waar is dat voor nodig?''  

Context: met Adriaan Bosch, artiestennaam De Jonge Boschfazant, draaide ik vrijdagavond plaatjes op het Frysk Boekebal in de Kanselarij. Deze avond zou Meindert Talma zijn boekje Wynroas presenteren, dat je de komende dagen kado krijgt bij aankoop van Friese boeken. Waar Meindert is, is De Jonge Boschfazant. Normaal draait die samen met De Kesanova, maar die is op vakantie. Vandaar dat ik inviel.

Het was op dat moment nog vroeg, we waren de gehuurde apparatuur aan het uitproberen. De man met de grijze krullen zat al in de verder vrijwel lege zaal en vond het blijkbaar niks. 

,,We draaien muziek omdat het gezellig is'', zei ik tegen hem. Of eigenlijk riep ik het, hij zat nogal een eind van de draaitafels. ,,En mensen krijgen er een goed humeur van.'' Daarna zette ik Mama op, van Heintje. Ik kon de gezichtsuitdrukking van de man niet goed zien, maar ik geloof dat het er niet beter van werd.

Later, voor de volle zaal, trad Meindert op met band. Bij het tweede nummer, Farskmobylûndernimmer, stond de man met de grijze krullen op, trok zijn jas van de kapstok en verliet het Frysk Boekebal. 

De anderen bleven, maar dansten niet. Ook al werden de stoelen  na het optreden opzij gezet en was de ruime vloer er klaar voor. Adriaan, zijn zoon Guus en ik konden draaien wat we wilden, op het hoogtepunt stonden er vier mensen op de dansvloer. De meeste bezoekers stonden te kletsen in het zaaltje ernaast, waar de bar was.

,,Friese schrijvers dansen niet'', zei ik tegen jeugdboekenschrijver en vertaler Jan Schotanus. ,,Dat zie je wel. Daar kun je uit opmaken dat de Friese literatuur niks met muziek heeft. Maar wel met drank, want alles staat hiernaast.''

,,Vergis je niet'', zei Jan, die net uit dat zaaltje kwam. ,,Daar wordt vooral 0.0 gedronken.''

donderdag 31 oktober 2024

Een kunstgebit in de oceaan

Achter mevrouw Borsch stond een degelijk houten emmertje met geelmetalen beugels. 

Het was me niet opgevallen, maar ze wees het aan. ,,Een erfstuk'', zei ze. 

Het emmertje was door een scheepstimmerman gemaakt voor haar moeder, toen die in 1900 als meisje van een jaar of zes met haar ouders mee voer naar Amerika en terug. Haar vader was kapitein op een zeilschip dat die tocht geregeld maakte. Het gezin kwam op de foto toen de boot in New York lag, Catharina staat tussen Gelske en Jan Jacob van der Laag.

Je vraagt je af hoe lang zo'n vaartocht duurde. In In 1900 maakten transatlantische oceaanstomers de oversteek naar de Nieuwe Wereld al in tien tot twaalf dagen, zeilschepen waren langzamer en afhankelijk van de wind. 

Een schilderij van dat schip, heel Onedin-Line-achtig, drie masten met gebolde zeilen, hing bij mevrouw Borsch in de kamer. De naam van het schip was ik vergeten, maar ik vond op deze pagina dat het Martina Johanna heette. Daar vond ik de foto's ook. 

Verzamelwoede had me bij mevrouw Borsch gebracht. Zij heeft haar album met meer dan tweehonderd plakplaatjes van Amelander historische foto's al vol en ik nog lang niet, daar doe ik te weinig boodschappen voor. Zodoende zat ik vrijdagmorgen bij haar in Hollum op de koffie netjes in te plakken. Dat was zo gebeurd maar door haar verhalen bleef ik zelf ook plakken.

Moeder Gelske voer vaker mee met haar man, deze keer was hun dochtertje Catharina mee aan boord. Dochter maakte ze mee hoe haar moeder de schillen van de aardappels zo fanatiek overboord gooide, dat haar kunstgebit er achteraan vloog. Dat ligt misschien nog steeds op de oceaanbodem, net als de Titanic 12 jaar later.

,,Ze heeft toen in New York een nieuw kunstgebit laten maken'', vertelde mevrouw Borsch. 


Met die kennis bekijk je zo'n gezinsfoto nog beter. Net als deze andere, met het kapiteinsechtpaar en iemand van de rederij uit New York (met hoed). Daar staat Gelske ook op. (Ik heb hem voor de aardigheid een beetje ingekleurd).

Waarschijnlijk zijn de foto's gemaakt toen ze haar nieuwe, Amerikaanse gebit al had. Want mensen zonder gebit in hebben van die ingevallen wangen en die heeft zij niet. Tegelijk: ze glimlacht niet. Terwijl je dat wel zou verwachten bij iemand die zo'n - waarschijnlijk niet goedkoop - nagelnieuw gebit in heeft. Dan moet dat gezien worden ook.