Om half twaalf verzamelde zich een groepje eenden voor de deur bij pa. Normaal zwemmen ze in de eendenvijver een eindje verderop. Een ging op het fietsenhekje zitten, twee andere op de container.
,,Muskuseenden, ze zijn met zijn vieren", zei pa, die dit de gewoonste zaak van de wereld vond. ,,Ze weten dat ze om half een voer krijgen."
Er kwam inderdaad nog een eend aangewaggeld, met wat meer wit dan de rest.
Pa vertelde intussen dat er onlangs een eend door een kat was aangevallen. Ook die zwaargewonde eend was van de vijver naar het huis van pa gelopen. Daar had hij zich in een hoekje bij de bijkeuken verstopt.
,,Hij zat onder het bloed", zei pa. Later was die eend weer weg, volgens pa heeft die het niet overleefd.
Inmiddels had hij de eend die kwam aanwaggelen ook in de gaten. ,,Dat is een andere", zei pa. ,,Die hoort niet bij die vier."
Dat bleek al snel. Eend nummer vier keek inschattend naar de andere drie, sprong op het fietsenhekje (een raadsel dat ze met die zwemvliespoten op zoiets kunnen zitten) en joeg de eend weg die daar al zat.
Toen keek hij naar de container, fladderde daar ook op en werkte de andere twee stuk voor stuk weg.
Als een ware kampioen poseerde hij op de container, alsof hij doorhad dat ik hem vanuit de huiskamer op de foto zette. Eend goed, al goed.
donderdag 27 november 2014
zondag 23 november 2014
Traumdeutung en Rozenkruizers
Deze droom was zo helder, dat ik tijdens mijn droom op de een of andere manier al dacht dat het allemaal echt was. Pas vanmorgen, na het wakker worden, realiseerde ik me dat het niet zo was.
Ik zat 's avonds thuis in de kamer toen er ineens drie of vier jongetjes door de deur kwamen. Jaar of twaalf denk ik, verschillend in grootte. Terwijl ik me afvroeg hoe die binnen waren gekomen en een gesprekje met ze voerde, begonnen ze met meubels te slepen, de kamer werd heringericht als een klein theaterzaaltje, leek het wel.
Ze staken kaarsen aan. Ondermeer de vuurtorenkaars die al jaren onaangetast op de schoorsteenmantel staat. Maar ook twee of drie heel wonderlijke: waxinelichtjes in een constructie van papier, die eerst opengevouwen moest worden, zodat er een ingewikkeld schaduwpatroon op de muren geworpen werd. Een beetje zoals Marokkaanse lampen. Ik verbaasde me erover dat ik zoiets in huis had.
De stoelen waren inmiddels gevuld met mensen die ongemerkt binnengekomen waren en die allemaal naar me keken. Zwijgend. Op de voorste rij zat een wat oudere man, die ik ergens van kende maar ik wist zijn naam zo niet.
Vermoedelijk had ik iets verkeerds had gedaan en had dit met de beoordeling daarvan te maken. Ik herinnerde me tenminste iets met overspel.
Omdat dat zwijgende gestaar me begon te vervelen keek ik iedereen stuk voor stuk recht in het gezicht. Verschillende mensen verstopten hun hoofd achter de rug van een ander. Die zullen ervan opkijken als ik hier een column over schrijf, dacht ik. Want het was zonneklaar dat ik dat zou doen, zoiets buitengewoons was me in mijn huis nog nooit overkomen.
Na hun vertrek lieten ze een hondje bij me achter, van groenige kleur. Een speels dier, daar niet van, maar onhandig om te hebben.
Op de een of andere manier was ik daarna hoog op een bouwplaats, je kon het hele terrein overzien, en vertelde ik hierover aan iemand anders. Die knikte en zei ,,Dat zijn de Rozenkruizers geweest, zo doen ze dat altijd." Ineens herinnerde ik me, dat ze allemaal vrij grote kruisen als kettingen om hadden gehad, sommigen hadden ze als oorbel.
Maar dat hondje was lastig, en dat vertelde ik aan de man die me vaag bekend voor was gekomen. Ik kan geen hond hebben, ik ben te vaak weg, zei ik hem. Een mevrouw met kinderen, die ergens boven me woonde, haalde de hond op. Door een raam in het gloeilampverlichte trappenhuis kon ik ze omhoog zien lopen, ze zwaaiden naar me.Raar.
Sommige elementen kan ik wel thuisbrengen. Zo liep ik gisteren een groep Hollumers tegen het lijf, die mijn huis hebben bekeken. We hebben het ondermeer ook over de hond van pa gehad.
Eergisteren zag ik Locke, een geweldige film over een man die in de betonconstructie werkt en overspel heeft gepleegd.
En op mijn slaapkamer draai ik geregeld Timeless Flight van Steve Harley, waarop een lied staat, White White Dove, waar Rozenkruisers in voorkomen.
Meer kan ik er niet van maken. Ik ben lang niet zo creatief als mijn onderbewustzijn.
vrijdag 14 november 2014
Naaktloper in Leeuwarden
Nergens is te vinden wie de man was, die zich rond 1886/1887 liet fotograferen terwijl hij naakt een stukje hardliep. Hij was waarschijnlijk verbonden aan de sportclub van de universiteit van Pennsylvania in Philadelphia, maar dat is niet eens zeker.
De fotograaf is wel bekend: dat was filmpionier Eadweard Muybridge (geboren als Edward Muggeridge). Een Brit, die in San Francisco geschiedenis schreef door fotografisch te bewijzen dat een paard in galop af en toe met alle poten tegelijk loskomt van de grond. Met het blote oog kun je dat niet zien, probeer het maar.
Muybridge zette een serie camera's naast elkaar, die door middel van een draad afgingen als het paard passeerde. Toen hij de chronofotografie eenmaal had uitgevonden zette hij als een gek allerlei beweging op de foto. Eerst van dieren, maar ook steeds meer mensen, tegen een achtergrond van ruitjespapier, waardoor het er laboratoriumachtig uitziet. Traplopend, emmers water dragend, tillend, hout hakkend, bokjespringend, dansend, boksend en dus ook rennend. De mensen zijn meestal naakt.
Hij schreef trouwens ook geschiedenis door in 1874 bij de minnaar van zijn vrouw aan te bellen en hem dood te schieten. Hij werd vrijgesproken, de jury vond de moord verdedigbaar. Wel liet zijn vrouw zich van hem scheiden.
Geweldig dat zo'n afbeelding (Plaat 62 uit Muybridge's boek Animal Locomotion) meer dan een eeuw later is geschilderd op het pand van Leeuwarder atletiekvereniging Lionitas aan de Middelzeelaan.
Misschien zit het er al een tijdje, ik zag hem pas toen ik er laatst langs reed en ik ben er vanmiddag even heen gefietst. Andere kijkers waren er niet, wel mensen die naar mij keken toen ik er foto's van maakte.
De film was nog net niet uitgevonden toen Muybridge zijn foto's maakte, maar dit is duidelijk de overgang van het stilstaande beeld naar het bewegende. Als je de foto's van bij Lionitas over elkaar plakt, zie je het meteen. Dit is iemand die in 1887 op verzoek van de fotograaf en voor de wetenschap in zijn nakie ging hardlopen. Hij rent hier, in 2014 in Leeuwarden, nog steeds.
De fotograaf is wel bekend: dat was filmpionier Eadweard Muybridge (geboren als Edward Muggeridge). Een Brit, die in San Francisco geschiedenis schreef door fotografisch te bewijzen dat een paard in galop af en toe met alle poten tegelijk loskomt van de grond. Met het blote oog kun je dat niet zien, probeer het maar.
Muybridge zette een serie camera's naast elkaar, die door middel van een draad afgingen als het paard passeerde. Toen hij de chronofotografie eenmaal had uitgevonden zette hij als een gek allerlei beweging op de foto. Eerst van dieren, maar ook steeds meer mensen, tegen een achtergrond van ruitjespapier, waardoor het er laboratoriumachtig uitziet. Traplopend, emmers water dragend, tillend, hout hakkend, bokjespringend, dansend, boksend en dus ook rennend. De mensen zijn meestal naakt.
Hij schreef trouwens ook geschiedenis door in 1874 bij de minnaar van zijn vrouw aan te bellen en hem dood te schieten. Hij werd vrijgesproken, de jury vond de moord verdedigbaar. Wel liet zijn vrouw zich van hem scheiden.
Geweldig dat zo'n afbeelding (Plaat 62 uit Muybridge's boek Animal Locomotion) meer dan een eeuw later is geschilderd op het pand van Leeuwarder atletiekvereniging Lionitas aan de Middelzeelaan.
Misschien zit het er al een tijdje, ik zag hem pas toen ik er laatst langs reed en ik ben er vanmiddag even heen gefietst. Andere kijkers waren er niet, wel mensen die naar mij keken toen ik er foto's van maakte.
De film was nog net niet uitgevonden toen Muybridge zijn foto's maakte, maar dit is duidelijk de overgang van het stilstaande beeld naar het bewegende. Als je de foto's van bij Lionitas over elkaar plakt, zie je het meteen. Dit is iemand die in 1887 op verzoek van de fotograaf en voor de wetenschap in zijn nakie ging hardlopen. Hij rent hier, in 2014 in Leeuwarden, nog steeds.
zaterdag 1 november 2014
Dik twee gulden voor vader en nog een rondje
Vrijdagavond was de Leeuwarder Historische Quiz in de raadszaal. Jantien en ik stelden de vragen die op het Historisch Centrum Leeuwarden waren bedacht.
Woensdag had een jurylid twee deelnemers in Tresoar betrapt, die daar Het Leeuwarden Boek uit hun hoofd zaten te leren. Die twee zijn geen winnaar geworden, maar ze weten inmiddels wel een hele hoop.
Donderdag werd ik tussen huis en supermarkt klemgereden door een andere deelnemer, die vroeg wat het moest kosten om nu vast de vragen te krijgen. Toevallig zaten die in mijn tas, maar dat zei ik niet. Wel zei ik dat ik alleen om te kopen ben met bedragen die hoog genoeg zijn om de rest van mijn leven in weelde te baden. Dat was het haar niet waard. Ook zij is geen winnaar geworden.
Bij de antwoorden zaten een paar rare.
Zo ging het in 1911 mis bij een vliegshow in Leeuwarden, toeschouwers raakten gewond. De vraag: Hoe heette de piloot?
Het juiste antwoord was Max Olieslagers (de minder begaafde broer van de Belgische piloot en wielrenner Jan). Een deelnemersduo dat het niet wist, schreef op: Prins Bernhard.
Er waren ook cryptische omschrijvingen van straatnamen (Geen wasgelegenheid meer in Huizum: Badweg). Een daarvan luidde Dik twee gulden voor vader en nog een rondje.
De oplossing was: Europaplein. Maar een deelnemersduo kwam met Weaze. A dirty mind is a joy forever.
(De bovenste foto is van Ad Fahner, die van het vliegtuigongeluk is van het HCL)
Abonneren op:
Posts (Atom)