zondag 29 mei 2011
Droste op zee
Dit zijn Jelmer, Anouk en Erwin, alledrie leerlingen van de Hogere Zeevaartschool op Terschelling, of eigenlijk Maritiem Instituut Willem Barentsz Terschelling. Fotografe Tryntsje Nauta en Meindert Talma hebben er een fotoreeks, een boekje en een cd over gemaakt, die vanmiddag in het Fries Museum gepresenteerd werd.
Daarbij waren ook deze drie leerlingen, die ik dus mooi met de foto waar ze opstonden weer op de foto kon zetten. ,,Een mooi soort Droste-effect'', zei ik tegen een van hen, waarop ik meteen kon uitleggen wat dat is. Ook al zit je op de Hogere Zeevaartschool, er is altijd nog meer te leren.
Jacco zette mij op de foto terwijl ik Erwin op de foto zette: nog meer Droste-effect.
zaterdag 28 mei 2011
Hij komt hij komt
,,Hoe was Nederland, Bill?'', gaat Hillary Clinton hem vragen als hij thuiskomt.
,,Heel eigenaardig'', zegt hij dan. ,,Er is een klein dorp in the middle of nowhere waar alle mensen plastic poncho's dragen en in een weiland gaan staan als het regent en waait.''
Het was even wachten, maar toen was Bill Clinton echt in Achlum. Hij kwam met een motorcade uit de richting van Arum. En toen Clinton bij het uitstappen naar de toeschouwers zwaaide, zwaaiden veel mensen terug. Ik ook. Het was net de intocht van Sinterklaas.
Achmea vierde er haar tweehonderdjarig bestaan met allerlei sprekers en Clinton als sluitstuk. Voor de vuist weg hield hij een mooi, Amerikaans betoog om met zijn allen aan de wereld te werken. Hij merkte en passant op dat Nederland - en de andere EU-landen - er goed aan doen Griekenland nogmaals te ondersteunen.
Want vroeg of laat krijgen we er gedoe mee als we het niet doen, grenzen zijn geen muren meer maar netten (zei Clinton, over de grens van Mexico hoor je altijd heel andere dingen), cooperatie is verstandiger dan conflict en dat Griekenland er een losse belastingmoraal op nahoudt, dat wisten we ook al toen we ze in de EU verwelkomden.
Net als zijn vicepresident Al Gore en veel landgenoten is hij dol op cijfers: zoveel procent van dit gebruikt zoveel procent van dat, zulk werk. En net als Gore, maar dan minder uitvoerig, noemde hij de klimaatverandering een groot probleem van onze tijd. ,,Jullie zullen het niet geloven'', hield hij de druipende massa voor, ,,maar het klimaat wordt steeds warmer. Al zouden we daar nu wel wat van kunnen gebruiken.''
Aan het eind werd hij kort ondervraagd door Achmea-baas Willem van Duin, die door de belichting een feloranje kuif leek te hebben, die in werkelijkheid hooguit wat grijzend rossig is.
,,U leek wel familie van Andre van Duin'', zei ik later tegen hem.
,,Die heet niet echt Van Duin, maar Kyvon'', zei hij meteen. ,,Toen ik nog studeerde zag een mevrouw mij ook eens voor hem aan. Ik heb haar mijn naam maar niet verteld.''
Dankzij Van Duin ben ik nu nog maar een handshake verwijderd van Clinton. Die was zelf voor gewone stervelingen niet te bereiken, daar kwam ook Ellen Rombout achter, een lerares uit Harlingen (op de foto staat ze met een aantal leerlingen). Zij had de hele dag een dikke biografie van Clinton meegezeuld in een katoenen tasje van The Strand, de boekhandel in New York, en ze smeekte bewakers om het door de ex-POTUS te laten signeren. Ze kreeg het niet voor elkaar, hoe ze ook uitriep dat ze de grootste fan van Clinton in Nederland is.
Na afloop ging hij nog wel even de kerk van Achlum in, en wandelde hij er een rondje omheen, slechts gadegeslagen door een klein groepje Achlumers.
(De foto van het publiek kreeg ik van Sjoerd, die hem uit een livestream of zoiets van Achmea haalde)
De onzin van Wiegel
,,In de politiek bestaan geen vrienden. En in het leven heb je er hooguit drie of vier. Die mensen die op internet honderden vrienden hebben op hoe heet dat? Haaifz? Allemaal onzin.''
Hans Wiegel ging in Achlum even lekker los.
,,Ik heb geen kompjoeter, ik iemeel niet, ik doe aan al die onzin niet mee. Iemand via iemeel laten weten dat je hem een zakkenwasser vindt, je kunt er ook heenlopen en het hem in zijn gezicht zeggen. Mijn secretaresse print vijf procent van alle iemeel die ik krijg uit en gooit de rest weg. Dat moet iedereen gewoon doen.''
Meer onzin:
,,Het idee in de politiek: we moeten naar het volk toe. We moeten luisteren naar het volk. Dat is allemaal onzin. De politiek moet regeren en eens in de vier jaar kunnen burgers hun stem laten horen. Ik heb toen ik in de politiek zat eens drie weken lang niks van me laten horen, geen commentaar, geen uitspraken, niet op televisie. We gingen in de peilingen meteen omhoog.''
Nog een tip, over het lezen van dikke rapporten, wat je nooit moet doen.
,,Maar je moet wel de indruk wekken dat je ze gelezen hebt. Toxopeus leerde me dat je een dikke nota moet openslaan, bijvoorbeeld op pagina 123 en daar vind je altijd wel iets waarvan je denkt: 'Klopt dat wel'. Dan stuur je het terug met een briefje dat het je opviel dat op pagina 123 dit of dat stond en dan denken die lui dat je het helemaal gelezen hebt.''
En over het werk van een commissaris der Koningin:
,,Ik heb niet hard gewerkt maar wel veel gedaan.''
donderdag 26 mei 2011
Een dergelijk troosteloos beeld
Dit is het Beknopt Leerboek der Economische Geschiedenis, een van de boeken die op zolder staan en die ik probeer weg te doen. Het was vroeger van mijn opa, het verscheen in 1933 bij uitgeverij P. Noordhoff (Groningen - Batavia) en het is bestemd voor de ,,4de en 5de klasse van Handelsscholen en andere Economische Hogere Burgerscholen''.
Het begint in het oude Egypte en eindigt in onze wereld, die op dat moment middenin de zwaarste economische crisis ooit zat. Aan het slot somt de schrijver op hoe de Nederlandse bedrijfstakken er aan toe zijn (slecht) en sluit af met de melancholieke zin: ,,Een dergelijk troosteloos beeld vertoonen nagenoeg alle landen der aarde.''
Ik kan niet goed boeken weggooien, want je weet maar nooit of je er niet iemand een plezier mee kunt doen. Gratis te bekomen, mail me maar. Meer boeken die ik wegdoe op twitter.
Dit is de oogst van vanmiddag: voor een paar hebben zich liefhebbers gemeld, de rest is misschien oud papier...
En trouwens, wat doen andere mensen zonder kinderen op den duur met hun eigen kinderboeken?
De enige echte Alexander Show!
We waren met zijn elven naar het circus in Harlingen ('Australian Supercircus Sidney', maar ze kwamen uit Ierland, althans, daar komen de nummerborden van hun auto's vandaan) en we waren allemaal onder de indruk.
Van het verrassend leuke circus zelf, maar vooral van de kwaliteiten van de circusdirecteur, die, zo verstonden we, Alexander Show heet. Een prachtige naam voor een circusbaas, en zijn paardrijdende dochter bleek ook nog eens Lolita te heten.
Alexander Show kan alles: trompetblazen, paarden, kamelen en lama's dresseren, messenwerpen, omhooggehouden kranten doormidden slaan met een zweep, je kunt het zo gek niet bedenken. En dan doet hij achter de schermen natuurlijk ook nog de planning en de salarisadministratie. In de pauze viel de stroom in de tent even uit en het zou me niet verbazen als hij dat persoonlijk heeft gerepareerd.
,,Hij sloeg die kamelen tegen hun poten, dat was vet zielig'', zei Famke op de terugweg. Het was ons niet opgevallen. Het circus heeft ook twee kangeroes, maar die treden niet op, die staan buiten in een weitje.
Haar zusje Lutske vroeg zich af of er bij het messenwerpen soms een hele sterke magneet verborgen is achter het bord waar het meisje voor staat.
Dat vermoedde ik als kind ook altijd, maar het zou vermoedelijk niet werken. Als dat magneet te zwak is, trekt zo'n rondvliegend mes zich er weinig van aan, is het te krachtig, dan rammelt het kleingeld in de zakken van de bezoekers. Bij dit circus leek bovendien de glimlach van de assistente wat krampachtig, alsof ze het allemaal maar half vertrouwde. Maar misschien moest dat ook van Alexander Show, om het spannender te maken.
(Later begreep ik dat de directeur Alexander Scholl heet en zijn dochter Louise, maar dat is veel minder leuk)
woensdag 25 mei 2011
Een wandeling over het Zaailand
Vijf jaar geleden was er een leuke bijeenkomst in de Bres en op het Wilhelminaplein, over de plannen voor het Zaailand en het nieuwe Fries Museum. De vorm van de gebouwen was globaal nagemaakt met hijskranen en ballonnen, om een beetje een indruk te geven.
Gisteravond, vijf jaar en een paar dagen later, ging het allemaal nog wat bescheidener. Het nieuwe gebouwen staan er al voor een deel, het plein is volgend jaar klaar en het museum in 2013. Mooi moment om even te zien hoe de boel ervoor staat, met de bussen, de fietsen, de bomen, de markt, de kermis, de winkels, de terrassen en de huurders op het plein.
Veel belangstelling was er voor de maquette die tijdens het filmfestival in de Harmonie stond en nu bij het Fries Museum is. Voor de bezoekers kwamen, tilden we er even de plexiglazen kap af en maakten we een virtuele wandeling met het mobieltje. Het zijn weliswaar geen hijskranen en ballonnen, maar levert toch ook iets aardigs op.
Die boompjes horen er niet bij, die had Aart meegenomen voor de discussie. Een vriendin van zijn moeder kwam nog met een doosje lego-mannetjes aan, maar die hadden een totaal andere schaal.
Towel Day: Don't Panic
Vandaag is Towel Day: liefhebbers van 'The hitchhiker's guide to the galaxy' van Douglas Adams hebben een handdoek bij zich. Ik heb er zelfs twee: een speciaal meegebracht kleintje in de rugzak en een groot badlaken dat we een keer zouden verloten, maar dat niemand hoefde. Op de foto (gemaakt door collega Wim Schrijver) lig ik erop te planken.
Ik twitterde:,,Don't Panic. Ik heb een handdoek bij me, want het is #towelday. Wie ook?''
Meteen reactie van Yorick Haan, in het dagelijks leven burgemeester van Vlieland. Een groot sciencefictionliefhebber en hij heeft vandaag een handdoek mee.
Het leek me lollig voor de krant, dus ik belde hem op voor een stukje. Helaas vond niet iedereen het lollig en was er wegens veel belangrijk anders nieuws geen ruimte voor. Don't Panic (staat op het omslag van de Liftersgids naar het Heelal); er is altijd de iPad van de LC, en dit weblog, waar ik onderstaande langere versie opzet.
'Je moet altijd weten waar je handdoek is'
VLIELAND – Burgemeester Yorick Haan van Vlieland heeft vandaag een witte handdoek bij zich, met zijn naam in blauw erop geborduurd. ,,Je moet altijd weten waar je handdoek is'', zegt hij.
Dat is een knipoog naar het vijfdelige boek ‘The hitchhiker's guide to the galaxy' van Douglas Adams, dat zo'n status heeft dat fans tien jaar geleden 25 mei tot Towel Day hebben uitgeroepen. 2001 was het jaar waarin Douglas overleed, een dag na Haans 27-ste verjaardag.
Wie aan Towel Day meedoet, heeft de hele dag een handdoek onder handbereik. Haan (,,ik heb niet elk jaar een handdoek bij me'') kan het onthouden omdat het ook de verjaardag van zijn vrouw is.
Het boek, dat wel als de Monty Python onder de sciencefictionboeken bestempeld wordt, volgt Arthur Dent die net op het nippertje is ontsnapt van de aarde: die wordt vernietigd voor de aanleg van een snelweg voor ruimteschepen. Hij reist met Ford Prefect, die al tijden door het heelal lift en een handdoek aanprijst als,,het allernuttigste ding dat een lifter tussen de sterrenstelsels kan hebben''.
Sciencefictionliefhebber Yorick Haan vindt het boek van de Brit Adams ,,gewoon fantastisch'', vanwege de humoristische invallen en de talloze filosofische terzijdes. Een favoriet is het deel, waarin een supercomputer aan het werk wordt gezet om het antwoord te berekenen op het Ultieme Antwoord op de Ultieme Vraag naar het Leven, het Universum en Alles. Na 7,5 miljoen jaar weet de computer het antwoord: 42.
,,Mooie beeldspraak: de oplossing is er maar dan wordt het pas echt ingewikkeld. Want als dit het antwoord is, wat was dan eigenlijk de vraag? Waar pas je dit antwoord op toe? Ik denk dat je eigenlijk dat antwoord helemaal niet wilt, maar dat mensen de zoektocht nodig hebben om zichzelf te ontdekken.''
Haan is niet de enige die het fragment als favoriet heeft, zoals iedereen zal uitvinden die in Google het getal ‘42' als zoekterm opgeeft.
zondag 22 mei 2011
Young Americans
Op Yearbook Yourself kun je je eigen foto laten vervormen tot het soort foto dat in Amerikaanse high-schooljaarboeken staat. Ik heb dat met de mijne gedaan.
Bovenin links begint het met '1950', daarnaast 1952 en zo gaat het hieronder door tot het jaar 2000, met rastahaar. Sommige zijn duidelijk nep, maar een paar zijn best geslaagd, bijvoorbeeld 1962 en 1998.
vrijdag 20 mei 2011
Sie kommt, sie kommt nicht mehr
Vincent, trouw bezoeker van Cinema Ascona, was in het Kinopalast, dat binnenkort gesloopt wordt. De toiletten waren er trouwens al uitgetrapt door vandalen. De toonbank, die ook dienst deed als bar, staat er nog.
Een week geleden stond er een stukje in de Leeuwarder Courant over de sloop van het pand, waarin Cinema Ascona nog genoemd werd.
Vincent schrijft: ,,Een week geleden was ik bij het Kinopalast. Of zoals wij het noemden: De Philips. Het nieuws dat er met de sloop was begonnen bereikte ons snel, en toen ik er kwam was er inderdaad al een groot gedeelte tegen de grond gehaald, en was de laatste bewoner zijn spullen in een aanhangwagen aan het laden. Misschien iets voor in het archief: vier foto's van een stervend Kinopalast...''
Even een stukje nostalgie, dus. Je kunt overigens op de foto nog steeds wel zien, hoe grondig we de hal hadden aangeveegd.
maandag 16 mei 2011
Do not go my love
Voor Leeuwarders die vanavond naar Kiri te Kanawa gaan in Carre: heel lang geleden maakte ze een plaat met daarop - een beetje laag gezongen voor een sopraan - Do Not Go My Love, van Richard Hageman, op een tekst van Rabindranath Tagore. Normaal is dat met pianobegeleiding, maar voor de jonge Kiri werd een orkest ingezet.
Richard Hageman, dat weet iedereen die 'Gevierde Friezen in Amerika' van twee jaar terug heeft gelezen, werd geboren in de Sint Jacobsstraat van Leeuwarden. Late, nadat hij in VS jarenlang orkesten had gedirigeerd, werd hij een in redelijke welstand levende Hollywoodcomponist, zie de foto hierboven.
Bij een praatje dat ik in het HCL hield over Hageman werkte van alles niet, zodat ik deze muziek amper kon laten horen. Daarom hierbij nogmaals.
zondag 15 mei 2011
God tot vrind
In Weidum staan de mensen dicht bij de natuur en het geloof. Anke liet er haar huis zien, en de tuin waar Jan al een half jaar in omklust, en viste al pratend zomaar een scherf van een tegel uit de grond. 'God tot vrind' stond erop. Hij is misschien dan verdwenen uit Jorwert, maar toch een beetje in de buurt gebleven.
De hele tekst is vermoedelijk geweest: Wie God bemint, heeft God tot vrind.
Ik was ernaartoe gelopen, wat weer eens verder was dan ik had gedacht. Maar onderweg had je wel echt Hollandse tafereeltjes met een spinnekopmolen,
een boot
en zelfs - dat zie je zelden nog - een heuse koe in de wei.
zaterdag 14 mei 2011
Tremelo Theun
In de onderdoorgang van het Fries Museum trad gisteren 'Tremolo Theun' op, Theun de Jong uit Hengelo, met gekleurd haar en een rood glittershirt. Hij speelt Air Guitar. Dat is pantomime met een licht obsceen trekje waarbij mensen doen of ze gitaarspelen. Er worden zelfs wedstrijden in gehouden. Tremelo Theun was al eens Nederlands kampioen en werd vijfde bij de wereldkampioenschappen.
En wie waren er? Nou - iedereen, getuige deze foto van Jaap Schaaf in de Leeuwarder Courant van vandaag.
Ik had een petje op van Ramtec. ,,Hee, bekend logo!'', zei Gryts.
This spoon is too big
Lange tijd bleef deze wand ongeverfd, sinds gisteren staat er weer 'There is no spoon' op. Lelijk geschilderd: te groot, te rood, te slordig. Hier is vast weer die imitator aan het werk geweest. (Foto met telefoontje gemaakt, hier haal ik het toestel niet voor uit de tas).
maandag 9 mei 2011
Kerkwerk
Hangend uit het zolderraampje kon ik deze foto maken van de mannen die aan de overkant met de raamkozijnen van de Waalse Kerk bezig zijn. Ik hang maar zelden uit het raam, het deed ook niet erg stevig aan, maar zo bekeken heeft de straat wel een enorm Anton Pieckgehalte. Al had die er nooit zo'n bouwkraan in geschilderd, die de hele dag de doorgang heeft versperd.
zondag 8 mei 2011
Een bus van 35 ton
Er zijn 50 zitplaatsen in zo’n harmonicabus en 74 staanplaatsen, maar voor de vracht mensen die zondag van de veerboot van half vijf van Ameland kwam was dat nog te weinig.
,,Ik denk dat we wel 35 ton aan boord hebben’’, zei de chauffeur, die al vanaf de eerste rit van die dag – half negen ’s morgens – naar de Holwerder pier heen en weer reed. Dit was zijn zesde rit, zei hij.
,,Is dat veel, 35 ton?’’, vroeg een tenger blond jongetje vooraan in het gangpad aan zijn moeder.
,,Vraag dat maar aan de chauffeur’’, zei de moeder. ,,En vraag ook of de airconditioning wat hoger kan.’’
Maar dat durfde het knaapje niet. Tijdens de Rit Niet Spreken Met de Bestuurder staat er immers op het bordje. En hij nam bordjes serieus: na het lezen van Voor de Streep Geen Staanplaatsen had hij zijn tenen precies tegen de gele streep aangezet.
Dus vroeg de moeder het zelf.
,,Die staat al op zijn hoogst’’, zei de chauffeur. Achter voorspelde iemand dat ze zodadelijk zou bezwijken van de warmte. Een ander vroeg zich luidop af, welke ruit je ook alweer mocht inslaan bij noodgevallen.
Bij Holwerd is de kruising afgesloten. Een omleiding van metalen platen door een weiland moet dat ondervangen. Bij de omleiding staat een automatisch stoplicht, dat auto’s uit beide richtingen om en om doorlaat. Alleen: er gingen geen auto’s naar de pier, er kwam alleen een lange stroom vanaf, die in porties van vier of vijf per keer mochten passeren.
,,Dit doen ze precies in het hoofdseizoen’’, zei de chauffeur, die hier al elf keer was langsgereden. ,,Dat hebben ze goed bedacht. Het duurt tot 9 juli.’’
,,Gaan we de trein nog halen’’, informeerde de moeder.
,,Die kunt u wel vergeten, mevrouw’’, zei de chauffeur. ,,Mijn pauze is er ook al bij ingeschoten.’’
,,Hoor je dat?’’, zei de moeder tegen haar zoontje. ,,We gaan straks een patatje eten op het station.’’
Bij de stop op de Troelstraweg in Leeuwarden worstelden de eersten zich naar buiten. Op de stoep sloegen ze met hun armen om hun lijf om de andere passagiers te beduiden dat het buiten de bus wel leek te vriezen. De chauffeur zag het niet, want hij tikte keer op keer op een knopje.
,,Wilt u niet tegen de deur leunen?’’, riep hij om.
Maar er leunde niemand tegen de deur. Die ging gewoon niet meer dicht. En met een open deur mag een bus niet rijden.
,,Probeer even mee te helpen’’, vroeg hij de jongens die bij die uitgang stonden (volgens mij waren het Hollumers, Mark en Bob jr., maar dit terzijde). Ze duwden de klapdeuren met kracht dicht. Toen ze hem loslieten, zwiepte hij weer open.
,,Dit gebeurt altijd op zulke dagen’’, mopperde de chauffeur. ,,Je hebt het nooit met een lege bus.’’
Paren in Holwerd
Natuur en techniek op de pier van Holwerd, vanmorgen. Twee auto's, twee veerboten, twee parende zeemeeuwen.
zaterdag 7 mei 2011
Two hotels
Voor de aardigheid: beelden uit Court Capri (Myrtle Beach, South Carolina) en Hotel Helix (Washington DC). Dat doet die Samsung Galaxy S toch maar goed. Muziek van Henry Mancini.
In Bruges
Op het speldje van de man die ons kamers toewees in Hotel Helix te Washington stond Ale In Bruges.
,,U hebt een bijzondere achternaam'', zei ik.
,,Het is niet mijn achternaam'', zei Ale. ,,Het is mijn favoriete film. Dat heeft iedereen in dit hotel op zijn tag staan.''
En zo was het ook. Ik keek meteen bij de portier, die trots zijn schildje omhoog hield met zijn naam en The Godfather II erop.
,,Niet de Godfather, maar het vervolg'', zei hij er nadrukkelijk bij, om elk misverstand te voorkomen. De man heeft gelijk, de tweede is de beste.
,,Wat is de raarste film die iemand hier op zijn schildje heeft staan?'', vroeg ik.
,,Ik denk Saw'', zei Ale.
De aziatisch uitziende schoonmaker in de lift, die niet erg goed Engels bleek te spreken, had Above the law als favoriet, ,,with Stiepen Siegar'', zei hij. Steven Seagal dus.
De man die de deur opendeed van aanrijdende taxi's was dol op Amadeus, een meisje achter een balie op Breakfast at Tiffany's.
Het was een mooi hotel, een ouderwets hotelpand maar dan bont heringericht met felgekleurde meubels, mintgroene ladenkasten, reusachtige foto's van windsurfers, Martin Luther King en zeefdrukken met Jackie Kennedy en zo aan de wanden, en dus personeel met favoriete films.
De man bij wie we uitcheckten (ik ben al lang terug uit de VS, maar loop achterop dit blog) had Hitch op zijn schildje staan. De film met Will Smith die ons er ooit toe aanzette speeddates te gaan organiseren. Verder helemaal geen bijzondere film, dus dat verbaasde me wat.
,,Is dat echt je favoriet?'', vroeg ik hem.
,,Nee'', zei hij. ,,Dat is Lion of the desert. Maar bij zo'n funky hotel als dit kun je daar natuurlijk niet mee aankomen.''
Naschrift:
Ik kreeg mail van James Adamson, General Manager van Hotel Helix. Hij had het filmpje op deze site en bovenstaand stuk gevonden en vindt het allemaal even awesome. Hij meldde niet wat zijn meest geliefde film is, dus ik mailde hem terug.
,,My favorite right now is Hangover'', antwoordt hij.
woensdag 4 mei 2011
Leugens over Vietnam
,,Vier van de vijf mensen die zeggen dat ze in Vietnam gediend hebben liegen'', beweerde deze man. Ik heb zijn naam niet gevraagd. Zelf is hij als het ware nummer vijf van dat groepje: hij zat van 1968 tot 1969 in Vietnam.
Nu leidde hij een andere veteraan rond bij het indrukwekkende Vietnammonument in Washington, een in de grond geschoven glanzende wand waar vijftigduizend namen van gevallen in zijn uitgehakt.
Van geplastificeerde kaartjes die hij uit zijn colbertje trok las hij interessante weetjes voor. Dat er jaarlijks nog zo'n vier namen bij komen, van mensen die alsnog zijn gestorven aan hun verwondingen. Dat de jongste die hier vermeld wordt 15 was: ,,He lied about his age.'' Dat negenhonderd mensen op hun eerste dag in Vietnam omkwamen en veertienhonderd op hun laatste. Volgens hem was dat erger.
,Met vaderdag wil je hier niet wezen'', vertelde hij zijn strijdmakker. ,,Dan legt iedereen hier kindertekeningen neer, of brieven, en zelfs flessen Jack Daniels. Dat gaat allemaal in een archief.''
De muur maakt een stompe hoek, daar staat het jaartal 1959. ,,Dat is de eerste dode die in Vietnam is gevallen'', wees de veteraangids. ,,Dale R. Buis. Hij stierf in een bioscoop, bij een bomaanslag.''
Welke film er vertoond werd leek me geen gepaste vraag. Maar toen hij dat zei van die vier van de vijf, kon ik me niet inhouden.
,,Echt waar? Vier van de vijf?'', zei ik.
,,Yes sir'', zei de man. ,,Als kleinkinderen vragen: Opa, wat deed jij tijdens de Vietnamoorlog, wat moeten ze dan zeggen: ik heb mijn oproepkaart verbrand en ben naar Canada gevlucht? Of ik was de hele dag stoned? No sir.''
Smart Casual
De Nederlandse ambassadeur in Washington is een charmante vrouw, die Renee Jones-Bos heet en in het verleden bijna de ministersplaats had bezet die uiteindelijk naar Rita Verdonk is gegaan. Zij had ons uitgenodigd om vrijdagavond Koninginnedag te komen vieren, met maximaal vijfhonderd anderen.
Nou ja, zij zelf niet vermoedelijk: ik had de ambassade tevoren per mail gevraagd of er een feestje zou zijn. We waren er op die dag tenslotte toch. En dat was er, gul gesponsord door bedrijven als Heineken, Philips, Reed Elsevier, DSM, Unilever, Shell, ING, Rabobank, Akzo Nobel en zelfs Tata, de Indiase staalgigant die eigenaar is van onze hoogovens.
De ambassade ligt in een bosrijk gebied nogal uit het centrum, wat me een heel gezoek lijkt als je je paspoort kwijt bent, maar wat voor een partijtje met muziekkorps en biertent uiterst geschikt is.
Langs de oprit wapperden vlaggen van alle sponsoren en er stond een fanfare-orkest, dat later op de trap van het gebouw optrad (foto boven). Ik dacht dat het uit Nederland was overgevlogen, maar de tambour-maitre vertelde me dat ze gewoon uit Washington komen. Wel hebben ze op het Wereldmuziekconcours in Kerkrade gespeeld.
De moeilijkste vraag was: wat doe je aan? Op de uitnodiging stond Smart Casual. Dat is de meest vage kledingcode die er is: geen T-shirt of spijkerbroek, maar verder kan eigenlijk alles. De meeste mannen hadden het opgelost door gewoon hun pak aan te trekken, wat smart is maar weinig casual.
We kenden er niemand, op Gerard van der Wulp (vroeger van de NOS) en Charles Groenhuijsen (nog steeds van de NOS) na, maar als je zomaar een kroeg binnenloopt ken je er ook nooit iemand. Dan moet je praatjes aanknopen, wat makkelijk gaat, want die andere bezoekers weten net zo min wat ze er precies komen doen.
Dat werd gemakkelijk gemaakt omdat ter verhoging van het Hollandse karakter in de tuin ook een patatkraam, een sate-standje, een haringkar, een poffertjeshoek en iets met frikadel en blokjes kaas stonden. Volgens Christien waren er ook stroopwafels, maar die heb ik nergens gevonden.
Binnen (foto) speelde een bandje en was het net een schoolfeest, met oranje linten en een reuzenfoto van de Amsterdamse grachten.
Het officiele gedeelte bestond uit het zingen van het Wilhelmus, met als voorzanger Sherman Wright, een grote, niet altijd zuiver zingende neger. Hij deed eerst het Amerikaanse volkslied en daarna twee coupletten Wilhelmus, die hij fonetisch had geleerd. Of hij het goed uitsprak hoorde ik niet omdat ik mee stond te zingen.
Later trof ik Sherman Wright bij de biertap. Heineken bier, natuurlijk.
,,Uw Nederlands is uitstekend'', zei ik.
,,Dank u'', zei Sherman Wright. Hij had er drie maanden op gestudeerd, vertelde hij, dit was de eerste keer dat hij het zong.
,,Jullie volkslied is prachtig'', vond hij. ,,Wist u wel dat het het op-een-na-oudste volkslied ter wereld is? Alleen dat van Japan is ouder.''
Dat wist ik niet, maar Sherman Wright knikte er overtuigend bij en hij heeft er op gestudeerd.
(Wikipedia geeft hem min of meer gelijk. Het is het oudste volkslied ter wereld, ook al gebruiken we het nog maar zo sinds 1932. De tekst van het Japanse is ouder, de muziek daarvan niet).
zondag 1 mei 2011
Het korte antwoord
Het Houston Symphony Orchestra speelt 's zomers in een openluchttheater, het Cynthia Woods Mitchell Pavilion. Vorige week woensdag gaf het orkest er een speels concert dat ze 'Out of this world' noemden.
Er was muziek uit science-fictionfilms, fragmenten van Richard Strauss, Beethoven en Holst en als klap op de vuurpijl kwam een heuse astronaut opdraven, Chris Hadfield, met gitaar en kinderkoor. Hadfield vloog twee missies met de Space Shuttle.
Hij zong een wat vlak lied dat zijn broer had geschreven en kreeg daar een enorm applaus voor, we zijn hier tenslotte in Houston. Hij beantwoordde ook nog wat vragen van kinderen uit het publiek. De origineelste van hen vroeg: ,,Als je in de Space Shuttle je hoofd uit het raam zou kunnen steken, zou het dan exploderen?''
,,The short answer to that would be yes'', zei Hadfield. Waarna hij ook nog het lange antwoord gaf, dat erop neerkomt dat je door het drukverschil al lang dood zou zijn voor je eraan toekwam je hoofd naar buiten te steken.
Abonneren op:
Posts (Atom)