woensdag 31 december 2008


Zwavel en modder




,,U moet het beter opsmeren’’, zei een mevrouw in bikini, die zich later als Martha voorstelde. Zelf zat ze van top tot teen onder de modder, egaal uitgesmeerd; het droogde grijs op in de zon. Mij lukte dat zo mooi niet: het klonterde en je zag overal blanke huid doorheen.

Misschien had ik niet de goede modder opgevist in Las Trincheras, het een-na-heetste bronnenbad ter wereld. (Het heetste is in Japan). Als het water net uit de berg komt kun je er in vier minuten een ei in koken. Dat is tweehonderd jaar geleden al ontdekt door Alexander von Humboldt, de naamgever van de universiteit van Berlijn, die hier drie jaar heeft rondgereisd.

Zo heet is het water niet meer als het in zwembaden bij het Centro Thermal loopt, maar het is nog steeds warm, als een te heet bad. Er hangen allerlei mensen in die baden, als leguanen op een rotsblok, in afwachting van het heilzaam effect. Ouderen die slecht ter been zijn en zich heel langzaam insmeren, ouders met een kind in een rolstoel, jonge meisjes met navelpiercings, jonge kinderen.

In een van die zwembaden moet je modder van de bodem rapen, die je in een bekertje doet en dan op je lijf smeert. Het ruikt een beetje naar zwavel. Sommige bezoekers hebben een zeef bij zich en soeplepels aan een lange steel. Je moet om je bekertje denken, want er scharrelen capucijneraapjes rond die die plastic bekers kennelijk erg leuk vinden.

Hadden anderen, zoals Martha, hun bekertjes vol mooi, zachte, grijze modder, als dikke verf, wat ik opviste was alleen maar grofkorrelig, een soort scrub. Martha zag hoe ik me daarmee insmeerde en bood het laatste restje uit haar beker aan voor mijn gezicht. Daarna stuurde ze me de zon in, om op te drogen.




,,Dan eerst met heet water afwassen en dan onder de koude douche’’, instrueerde ze. ,,Dat is therapeutisch.’’



Je kunt verderop bij een buis gaan zitten waar hete lucht uitkomt, die ook naar zwavel ruikt. Die adem je, liefst van onder een handdoek, krachtig in.

Of het ergens voor helpt weet ik niet, maar je voelt je na afloop grondig schoon en je gaat ervan gloeien. En nu ik dit schrijf ruik ik nog steeds naar zwavel.