woensdag 24 december 2003

In bad



Wie in Boedapest is, moet naar de badhuizen, dat is nu eenmaal zo. Dus ik ging maandagmiddag meteen naar Gellert, die het meest luxe schijnt te zijn.

Als er zoiets in Nederland bestond, ging ik elke dag.

Het is alsof ze een zwembad en badhuis in een jugendstilpaleis hebben ondergebracht, met zuilen en beelden en waterspuwers en mozaieken. Ik hou helemaal niet van zwembaden, maar dat komt door de vieze galmende gebouwen die ze in Nederland neerzetten en de fascisten die daar sporten en op fluitjes blazen.

Ik had niks bij me, maar je kunt alles ter plekke huren, tot en met een zwembroek toe. Die heb je nodig voor het zwembad. Het stoombad en de wisselbaden die daarbij horen, daar mag je ook in met een soort schortje voor, wat een koddig gezicht is, al die blote mannenkonten. Want dat gaat hier gescheiden. Ik moest aan Jantien denken, die een tijdlang columns schreef vol slappe mannenbillen. Als ze in de sauna gaan, draaien ze het schortje een halve slag om, om erop te zitten.

Het stoombad is zo heet, dat je het alleen uithoudt als je roerloos blijft zitten. Zelfs de adem die je uitblaast door je neus doet een beetje pijn aan je bovenlip, zo warm is die nog. Het ruikt er naar kamille, net als de stoombaden die je vroeger moest nemen met een handdoek over je hoofd, als je neus verstopt zat.

Vooral de afwisseling tussen dat stoombad en het koude bad ernaast (van 18 graden) was fantastisch, ik kreeg daar maar niet genoeg van. Je moet jezelf de hele tijd dwingen, daar komt het op neer, want het is de ene schok voor het lichaam na het andere. Ik heb me nog nooit zo schoon gevoeld.

,,Je moest niet naar Gellert'', zei iemand in het Nederlandse cafe. ,,Dat is voor toeristen, en ook nog eens te duur. Je moet naar de Rudas baden, veel goedkoper en daar komen de Hongaren zelf.''

Rudas had ik voor vandaag bewaard. Het was heel andere koek. Een onopvallende klapdeur gaf toegang tot hal vol mannen aan de borrel, met overal alleen maar Hongaarse bordjes: sliertlange woorden met veel accenten.

Op een lange bank zaten drie Amerikanen, met de haren nog nat.

,,Hoe werkt het hier?'', vroeg ik. ,,Ik ken alleen Gellert.''

,,Oh, het is hier veel leuker'', zei de middelste van de drie, op een wat verwijfde toon. ,,In Gellert moet je een zwembroek aan, en hier hoeft dat niet. Er komen allemaal Hongaren, en wel 95 procent is gay. Maar je treft het niet, want ze zijn al gesloten, wegens kerst.''

Heel erg vond ik dat nu ook weer niet, na deze informatie.

dinsdag 23 december 2003

Notenkraker



Op het ogenblik ben ik in Boedapest, want ik scharrel met de trein terug naar Nederland. Boedapest is een mooie stad, met zelfs een Nederlands cafe waar een hele stapel Telegraafs lag, zodat ik nu weet dat Amelie een wolk van een baby is.

Ik liep langs de Opera, en daar was vanavond een uitvoering van De Notekraker, het ballet van Tsjaikovski. Dat leek me leuk voor de kerst, ballet met Classic-FM muziek.

,,Zijn er nog kaartjes'', vroeg ik de mevrouw achter het loket.

,,Nee'', zei ze bars. ,,Alles is verkocht.''

Dat geloofde ik best, want er stroomden gezinnen binnen in hun zondagse kleren, met zelfs kinderen van vier met een stropdas voor.

,,En als ik nu even wacht?''

Ze mompelde iets en nam de telefoon op.

,,Het kan nooit kwaad om te wachten'', zei een Britse meneer, die daar met zijn vriendin stond. ,,Ik heb hier jaren gewoond, en ze doen altijd zo, maar meestal zijn er vlak voor de voorstelling toch nog wel kaarten.''

Dus we wachtten met zijn drieen. Hij gaf Engelse les in Istanboel, en had dat voorheen in Boedapest gedaan.

,,Er is een kaartje'', zei de mevrouw toen we een paar minuten voor de voorstelling weer vroegen.

,,Ik vind het wel een beetje lullig'', zei ik tegen het stel.

,,Tuurlijk niet'', zei de Brit. ,,Koop het nou maar. En merry christmas.''

Het was nog een eersteklaskaartje ook: ik zat vooraan op het eenhoogbalkon, in zo'n goudversierde loge die ik alleen uit films ken. Er zat ook een moeder met twee meisjes, van vijf en drie, schat ik. Na de lekker ouderwetse balletvoorstelling met bonte kleurtjes, veel decorwissels en een hele grote toneelkerstboom vroeg ze of ik Engels sprak en waar ik vandaan kwam.

,,Wat vond U ervan?'', wilde ze weten.

,,Ik heb genoten'', zei ik. ,,Ik ben helemaal in kerststemming gekomen.''

,,Maar...'', zei ze met een meewarige klank in haar stem, ,,U bent hier helemaal alleen!''

,,Dat valt wel mee hoor'', zei ik. ,,Ik ga straks weer naar huis.''

Ze was zichtbaar opgelucht.

,,Merry christmas'', zei ik.

,,Hetzelfde voor u en iedereen die u kent'', zei ze terug.

Hierbij dan. Ik heb er nog steeds een lekker gevoel van.

Sirtaki



Echt uitgenodigd was ik niet, maar ik ging wel mee naar de bruiloft van Anda, een Roemeense vrouw die op de ambassade werkt, en Alin, een wat oudere heer met een snor. Eerst 's morgens in het stadhuis - of een ervan, want Boekarest is ingedeeld in wijken - waar de burgemeester zelf een kort verhaaltje van papier oplas, beide partners Da zeiden en vervolgens onder een poort van door ons omhoog gehouden bloemen en een regen van rijst de trap af liepen.

Ik zag 's avonds dat ik prominent op de foto's sta, die 's morgens genomen waren en nu al in een mapje het restaurant doorgingen. Nog jaren later zal iedereen aan Anda en Alin vragen, die man met dat leren jasje, wie is dat eigenlijk? En dan weten ze het niet, want ze kennen mijn naam niet eens. Op ieders bord lag een naamkaartje met een gouden strikje. Dat van mij meldde enkel Santa.

Roemeense bruiloftsfeesten mogen er wezen. Tot diep in de nacht wordt het eten hoog voor je opgestapeld, de drank vloeit best en er wordt zoveel gedanst, dat de colberts al snel her en der aan stoelen hangen. De Roemenen leken qua dansen wat terughoudender, de Nederlandse collega's van de ambassade waren niet van de vloer te branden.

Al bij de eerste wat luidere muziek stormde landbouw-attache Lotte Timmer op me af, er was geen weigeren aan. Ik herkende dat dit een quickstep was, ik zag anderen een beetje onbenullig rondjes draaien, maar ik wist - ondanks jaren dansles - het niet meer precies. Dat komt, ik danste altijd met Grietje, en die had de gewoonte voor het begin van elk nummer tegen de voet te schoppen waar ik mee moest beginnen. Op den duur is dat je houvast.

Nou ja, het ging best, en later werden de dansjes ongedwongener. Tot op het moment dat de dj de Sirtaki opzette, van Mikis Theodorakis. Het muziekje uit Zorba de Griek. Daar had Nienke Trooster, de tweede man (nou ja, vrouw) van de ambassade op gewacht, want ze pakte me om de schouders en voor ik het goed en wel besefte, stonden we samen voetje over heen en weer te dansen. Steeds sneller, en het lukte nog behoorlijk ook. Vol vertrouwen spreidde ik mijn armen, net zoals Anthony Quinn in Zorba de Griek.

De fotograaf kiekte maar raak - dat is misschien nog wel het aardigste.

,,Mama, wie is toch die man die de hele tijd op jullie trouwfoto's staat?''

,,Ik weet het niet liefje, het was Santa Claus, uit Nederland. Die kwam zomaar even langs.''

vrijdag 19 december 2003

CD



,,Moet je opletten'', zei Sjoerd voor we naar Sofia, de hoofdstad van Bulgarije, reden. ,,Er zijn een heleboel snelheidscontroles.''

En dat was ook zo. Werd Sjoerd op de heenweg maar een keer van de weg gezwaaid door een politieman, op de terugweg wel drie keer, en het had vier keer kunnen zijn als dat ene politieduo niet net een sigaretje had staan roken.

Maar Sjoerd heeft een nummerbord waar CD opstaat, corps diplomatique dus. Dan ben je diplomatiek onschendbaar, wat in de praktijk betekent dat je geen bekeuring krijgt. Een keer zwaaide een agent hem al verder terwijl hij net een stopbord had opgestoken: die had aan het nummerbord al gezien dat hier geen eer aan te behalen is.

De verkeersagenten van Bulgarije werken grondiger. Die laten hem uiteindelijk ook doorrijden, maar eerst moet hij stoppen, onze beide paspoorten geven en als Sjoerd en de agent een taal gemeenschappelijk hebben, krijgt hij er een vermanend woordje bij.

,,This is not Autobahn'', zei eentje bars.

,,Da, da'', zegt Sjoerd dan gedwee.

,,Drive slow, mister'', ried een ander aan, zwaaiend met de wijsvinger. ,,Drive slow!'' Daarna pas gaf hij onze paspoorten terug, met een welgemeend ,,Have a nice.''

Een keer had een agent, die tenslotte ook maar in het holst van de nacht in de vrieskou naast de weg staat met zo'n laserding, het niet door: hij had kennelijk niet op het nummerbord gelet. Sjoerd moest uitstappen, hij kreeg een hele speech in het Bulgaars over maximumsnelheden en dat die er niet voor niks zijn, waarschijnlijk.

,,Wat zei die?'', vroeg ik, toen Sjoerd weer instapte.

,,Ik heb geen idee'', zei hij. Hij had de man op het omslag van zijn paspoort gewezen, waar ook op staat dat bezitter dezes diplomaat is. We konden weer verder. Eventjes op de juiste snelheid, want dat gestopt worden de hele tijd gaat ook vervelen, maar na korte tijd alweer wat harder.

dinsdag 16 december 2003

Whacko Nicolae



Het paleis van Ceaucescu, het huis van het volk, het parlementsgebouw van Roemenie - hoe je het ook noemt, het is de bezienswaardigheid van Boekarest. Vorige week was het gebouw steeds gesloten, maar nu kon het: voor de luttele som van 100.000 lei (2,5 Euro) mocht ik het pand bekijken dat dit land een veelvoud van dat bedrag heeft gekost.

Je hoort het geloof ik heel erg lelijk te vinden, maar het is best een aardig gebouw. Je ziet het al van grote afstand, want er loopt een boulevard recht op af die net 1 meter langer is dan de Champs Elysees in Parijs. Het gebouw zelf is qua inhoud ook net iets groter dan de piramide van Cheops. Alle materiaal komt uit Roemenie zelf, kleden ter grote van driemasterzeilen zijn in een stuk geweven, op speciaal ervoor ontworpen weefgetouwen. 20.000 arbeiders waren er aan het werk, 700 ontwerpers hielden zich met de details bezig, Nicolae en Elena beoordeelden het resultaat. Het is, kortom, 'lekker-puh-architectuur' die je in dictaturen vaker tegenkomt.

Groot is het in elk geval, dat zie je het best op een afstand. De auto's die erheen rijden worden maar kleiner en kleiner en dan zijn ze er nog steeds niet. Daarnaast sneeuwde het vandaag, wat het toch wat kille overheidsgebouw een extra charme geeft.

Het nadeel van lekker-puh-architectuur is, dat het je als dictator vermoedelijk nooit helemaal naar de zin is. De trappen in een centrale hal bijvoorbeeld, die liet Ceaucescu drie keer anders aanleggen. Of hij tevreden is met wat er nu is, is onbekend want hij was dood voor hij dat kon vertellen. En eerst op maquette laten maken, daar deed hij niet aan.

Het andere nadeel is, dat je als dictator allemaal lekker grote zalen maakt, maar eigenlijk niet weet wat je daar allemaal moet doen. Dus is er een zaal om Belangrijke Internationale Verdragen te ondertekenen, met ruimte voor 1200 toeschouwers, er is een zaal voor rondetafelconferenties, de ronde tafel staat er al, een zaal voor ontvangsten, een soort balzaal die aan Versailles moet doen denken en zo nog wat. Die kun je voor je bruiloft huren, maar het schijnt heel duur te zijn.

De meeste staan gewoon leeg te zijn onder kroonluchters die twee ton wegen. Door alle zuilen en luchters en lopers en marmer doet het aan Franse overheidsgebouwen denken, maar dan zonder meubilair of schilderijen. Hoewel, hier en daar zijn religieuze voorstellingen op de wanden geschilderd. ,,Namaak'', legt de gids uit. ,,Dat is daarop geplakt voor de film 'Amen' van Costa-Gavras, die dit gebouw gebruikte als het Vaticaan.''

,,Op dit balkon'', wijst ze vervolgens, ,,heeft Ceaucescu nooit gestaan, want het is pas na zijn dood voltooid.'' Ze vertelt dat Michael Jackson hier wel heeft gestaan, tijdens een van zijn toers. ,,Hallo Boedapest!'', heeft hij van het balkon geroepen, hij was de draad even kwijt met al die Europese steden. Nou ja, beter een halve gare popster op dat balkon dan een halve gare dictator.

Nichita



,,Santa Claus is vriendelijker dan Sint Nicolaas'', had Anca me van te voren verteld. ,,Je moet die kinderen lief behandelen.''

Het was Anca en de andere Roemenen vorige week opgevallen, dat Sint Nicolaas mensen onverbloemd de waarheid zegt - volwassenen in elk geval, die worden direct, op zijn Hollands aangepakt. Ze drukte me op het hart, om dat bij de kinderen van de militaire attaches van allerlei ambassades niet te doen. ,,Je kunt ze wel vragen of ze een liedje kennen, of een gedicht.''

Het zaaltje - een officiersclub in een park, alle kellners hier zijn dienstplichtigen - was met ballonnen aangekleed, een groot koud buffet op een lange tafel, een kerstboom in de hoek. Eerst werd de vertrekkende Chinese attache gehuldigd, toen dook het mannenkoor op, dat bestond uit jonge infanteristen in uniform. Dat hebben ze hier nog, van die militaire afdelingen die zich alleen op muziek toeleggen. De dirigente was een tengere vrouw met enthousiaste kleuterjufogen, en een gedrongen, boos kijkend mannetje zag erop toe dat de jongens geen rotzooi trapten.

Maar de bezoekers - zo'n 120 - waren meer geinteresseerd in het koud buffet, de bar en het bijkletsen dan in het koor. En zo ging het ook bij Santa Claus: 33 kindertjes stonden aandachtig om me heen op hun cadeautje te wachten, enkele volwassenen (ouders denk ik) keken, en de rest hield zich met andere zaken bezig.

Sjoerd ergerde zich er een beetje aan, mij kon het niet zoveel schelen, ik heb wel eens een persbal meegemaakt. Bovendien waren de kinderen een en al aandacht, want die hadden er een cadeautje bij te winnen.

Een klein knaapje in een oranje trui vloog al op me toe toen ik de zaal betrad, om mijn hand te schudden. Hij heette Nichita. Even later stond hij met zijn jongere broertje Teodor voor me, al vrij aan het begin. Op die vraag of hij wellicht een liedje kende begon Teodors onderlip te trillen van pure plankenkoorts. Om een huilbui in de kiem te smoren propte ik razendsnel zijn handjes vol snoep en duwde hem zijn cadeau in de armen. Nichita keek toe, boog zich naar me voorover en zoende Santa Claus op de baard.

Wat een leuk kereltje! Ik vond het gewoon jammer dat we juist voor deze Nichita een wanstaltige Spiderman-pop hadden ingepakt. ,,Daar hoef je je niet schuldig over te voelen'', zei Anca later. ,,Hij was er de rest van de avond mee aan het spelen.''

donderdag 11 december 2003

Luxe



Roemenie kent grote armoede, het gemiddelde maandinkomen is hier ongeveer 120 Euro, maar ik heb er nog weinig van gemerkt.

Ik was op een feestje van rijkaards, die hun witte penthouse artistiek-minimaal hadden ingericht met een paar heel dure kunstvoorwerpen met spotjes erachter, en wiens Roemeense huishoudster druk in de weer was met het opdienen van de sushi-hapjes. Ik was op de maandelijkse borrel van de Nederlandse zakenclub, in Grand Cafe Amsterdam in de binnenstad - een soort Wouters, maar dan groter, met net zulke bovenzalen - waar het bier gratis was want ze hadden met zijn allen een heel fust gekocht. Sommige Nederlandse ondernemers daar wisselen visitekaartjes uit, ik had er gelukkig ook een paar bij me. Je kunt je bij Grand Cafe Amsterdam nu al aanmelden voor het eindejaarsfeest met lounge-muziek, entree 85 Euro.

Ik was in een reuzensupermarkt waar alles te koop was, tot en met Heinz Ketchup en flesjes Leffe Blond. En tenslotte was ik in een winkelcentrum met allerlei Kentucky Fried Chickens en MacDonalds tussen de winkels en een reuzenvestiging van Carrefour erin, waar je onder meer speelgoed kon kopen.

Daar ging ik met Anca naartoe, de Roemeense assistente van Sjoerd, een doortastende meid die heel goed Engels spreekt, en met wie ik in hoog tempo 33 cadeaux kocht voor kinderen in allerlei leeftijdsklassen (vinden jongens van 11 auto's nog leuk? Ik hoop het maar, we hebben al een miniatuur Humvee voor hem gekocht). Het was er heel druk, de mensen kopen hier van alles.

,,Dit is helemaal niet wat ik me van Roemenie had voorgesteld'', zei ik tegen Anca, toen we in de rij stonden. ,,Tot nu toe zijn het alleen maar luxe feestjes en dit soort winkels. Het lijkt New York wel.''

,,Ik kan je wel een keer een andere kant laten zien'', beloofde Anca met een ernstig gezicht, toen ik weer iets verbaasds had gezegd. ,,En nu moet je erover ophouden, want het wordt beledigend.''

(Ter vergelijking: zij woont in een tweekamerflatje dat meer dan honderd keer goedkoper is in de maand dan het appartement van Sjoerd)

dinsdag 9 december 2003

Boekarest



1.
De KLM-vlucht naar Boekarest was vol: ik heb geloof ik nog nooit een vliegtuig gezien dat zo was volgepakt. Niet alleen met passagiers, ook de bagagevakken boven de stoelen waren dichtgepropt met tassen, jassen, kussens, zelfs losse teddyberen.

,,Dat is altijd zo bij de vluchten naar Boekarest'', zei de KLM-steward. ,,Ze slepen van alles mee. De bagageruimte hieronder zit ook tot de nok toe vol.''

Ik zei maar niks, want de tas van mij stond daar ook tussen, met daarin een grote hoeveelheid Hema-worst, die ik voor Sjoerd moest meenemen. Bij de douane in Schiphol kon ik de worsten duidelijk zien op het X-rayschermpje, maar ze zeiden er niks van.

2.
Sjoerd weet je altijd goed aan het werk te zetten. Ik kwam zaterdag aan op het vliegveld, en we reden spoorslags naar een meubelfabriek, van een Nederlander uit Beesd. Daar moesten we vier stoelen en een enorme tafel ophalen, want morgenavond is het Sint Nicolaas bij Sjoerd en dan moet hij meubels hebben. Dat was er tot nu toe bij gebleven.

We bonden de tafel bovenop de auto - ,,In Nederland arresteren ze je ervoor'', wist de fabrikant, ,,maar hier kijken ze er niet van op.'' - en dronken koffie met de Nederlander, die vertelde hoe erg het hier allemaal niet deugt en hoe je allerlei ambtenaren te vriend houdt door hen bij elke inspectie iets toe te stoppen.

Het was een enorm gesleep, want de tafel paste niet in de lift, en Sjoerd woont driehoog in een heel luxe appartementengebouw naast het Herrestrau-park, daar neergezet door een rijke dame uit Israel om de verveling te verdrijven. Zelf woont ze met haar man in het penthouse. Dus de tafel moest het smalle marmerbeklede trappenhuis door, dat tussen elke verdiepingen drie bochten maakt rond de liftschacht.

3.

De Sint Nicolaas, zondag bij Sjoerd thuis, was voor collega's van de ambassade. Sint Nicolaas op de ambassade zelf, zaterdagmiddag voor 57 van de Nederlandse en Belgische kinderen hier, werd door een ander gedaan. Die doet dat al jaren hier en kon niet gepasseerd worden, had Sjoerd me uitgelegd.

De zondag ging op aan de voorbereiding, zodat ik van Boekarest nog niet veel zag, op een enorme supermarkt na, waar je minstens zoveel kunt krijgen als in willekeurig welke Nederlandse supermarkt. Als Sinterklaas sloeg ik wel aan, ik zat er lekker in, ook al moest ik Engels spreken omdat er Roemeense collega's bij waren.

Het raarste vond ik een Nederlander, die Frans heet. Hij was die dag jarig, had Sjoerd me van te voren verteld. Dus ik begon dat dit niet alleen voor de Sint een bijzondere dag was en zo voort, toen Sjoerd ineens hevig gebaarde en een paar anderen ook.

,,Nee Sinterklaas'', zei Sjoerd. ,,Die informatie klopt niet.''

Dus ik maakte er me met een grapje vanaf. Toen Frans even later telefoon kreeg, riep ik hem nog na: ,,Als ze denken dat je jarig bent, vertel ze maar dat ze verkeerd zijn geinformeerd!''

Het gekke is, dat de volgende dag op de ambassade aan het licht kwam, dat die Frans zondag wel degelijk jarig was.

4
Maandagochtend haalde Sjoerd me thuis af, voor een vergadering. Want ik ben komende vrijdag kerstman (nieuw voor me) bij het kerstfeest van de militaire attaches hier. Het bestuur van die club, een Fransman, twee Turken en Sjoerd, ging het pand bekijken en afspraken maken voor het buffet, en ik moest maar even mee. Zei Sjoerd.

Maar zo simpel was het niet.

We bekeken inderdaad het pand, een gebouw midden in een park, en ik hoorde tot mijn schrik dat het geen klein partijtje is, maar een bijeenkomst met 150 bezoekers en een kerstkoor.

Nou ja, dat zal wel goed komen, dacht ik. Het zijn maar 33 kindertjes waar ik cadeautjes aan moet geven. Een groot deel van hen spreekt geen Engels, Frans of Duits, maar we slaan ons er wel doorheen, je kunt altijd nog Ho Ho Ho gaan roepen.

,,Die cadeautjes'', zei de Turkse meneer. ,,Wie gaat die kopen?''

,,Dat lijkt me een klus voor Father Christmas'', stelde Sjoerd voor en wees naar mij.

,,Een goed idee!'', beaamde de Turkse militair. ,,U weet vast het beste wat er gekocht kan worden!''

,,Ik weet niet eens waar hier de speelgoedwinkels zijn'', probeerde ik nog.

,,Mijn assistente gaat wel met je mee'', besloot Sjoerd. ,,En dan pakken we ze thuis mooi in.''

Meer bezwaren kon ik niet bedenken: vanavond moet ik 33 cadeautjes kopen voor kinderen van 1 tot 15.

Sinterklaas drinkt



Er zijn legio verhalen over Sint Nicolazen die te diep in het glaasje keken. Daar heb ik altijd wat een hekel aan gehad, want Sint Nicolaas hoort zijn waardigheid te behouden.

Maar woensdagavond zat ik te lang bij Geert in het cafe. Dat komt van die verrotte sluitingstijden op Ameland, daar gaan de cafes nooit meer dicht lijkt het wel. Bij Geert was het erg levendig, er was zelfs even een kloppartij waarbij, net als in een western, een complete balustrade tegen de vlakte ging. Daarna legden beide vechters het bijna schreiend weer bij.

Donderdagochtend half negen bonsde mijn moeder op de slaapkamerdeur.

,,De auto staat al voor!'', riep ze.

Dat was zo. Ingrid en Jacoba, mijn vaste zwarte pieten, stonden in een ronkend peugeotje voor het huis. We moesten naar Ballum, om daar de kinderen van de lagere school te bezoeken. Ik voelde me of iemand de hele nacht zijn truck op me geparkeerd had.

,,Heste dij verslapen?'', gilden de dames onderweg naar Ballum. Dat kon ik niet ontkennen. Ik hoopte maar dat ik niet te erg naar bier rook, dronk in Ballum bij het opschminken zoveel mogelijk koffie en bracht het er, al zeg ik het zelf, nog erg goed van af. Ik stonk niet, ik had mijn woordje klaar en ik braakte ook niet over kindertjes heen.

Maar op de terugweg nam ik me voor, dit nooit weer zo te laten gebeuren. De volgende dag in Hollum was ik zo helder als glas, en ik reed paard of ik nooit anders had gedaan.

woensdag 3 december 2003

Diplomacy



Over geheimzinnigheid gesproken. Ik moest naar de Nederlandse ambassadeur in Roemenie een mailtje sturen, met een uitnodiging voor een Sint Nicolaasfeest komende zondag. Maar het moest lijken of dat van de Sint zelf komt, dat is het leukste.

Dus dat deed ik, de tekst kreeg ik kant en klaar aangeleverd en die stuurde ik door van een speciaal hotmail-adres.

Maar de ambassadeur kan zondag helemaal niet. Er is die dag een bazaar waar hij en zijn vrouw de handen aan vol hebben, en bovendien, een dag eerder is er ook al Sint Nicolaas, voor de Belgische en Nederlandse kinderen in Boekarest. Zo ver weg van Nederland, en dan nog breek je je nek over de Sinterklazen.

Fijntjes schreef de ambassadeur of ik dat soms vergeten was, dat we elkaar een dag eerder al zouden zien. En of ik soms ook niet meer wist, dat ik dat met zijn vrouw besproken had? Zo gaat het in de diplomatie, denk ik. Je moet de ander op subtiele wijze het gevoel geven dat hij het fout heeft gedaan en iets heeft goed te maken.

De Sint, ook heel diplomatiek, reageerde met een verzoenend gedicht:

Beste ambassadeur Pieter Jan!

Hard werken is een schone zaak
en schenkt het mensdom veel vermaak
(een wijze regel, en inderdaad,
't Is Multatuliplagiaat).

Het citaat geldt voor ons beiden,
omdat wij ons beiden wijden
aan anderen, zo zou ik denken,
en hen vermaak en welstand schenken.
Aan het werk in vreemde staten
zijn wij beiden diplomaten.

Maar toch, zo'n hele drukke baan
daar zit ook een keerzij aan
Immers, soms raakt de geest verhit
in Boekarest of in Madrid.

Een excuus mag dat nooit zijn,
dat ligt ook niet in mijn lijn.
Maar dat 'k op 6 december al
voor de kleintjes komen zal
- besproken met uw echtgenote?
't Was me helemaal ontschoten!

Natuurlijk kom ik, wellicht met Piet
zo druk is 't nu ook weer niet!

En wat die zevende aangaat
die ook in mijn agenda staat -
Sinterklaas zal niemand dwingen
om er te komen en te zingen,
daar ben ik echt de man niet naar.
Steek al je puf in de Bazaar!

Dus laten we 't niet overdrijven
het moet een aardigheidje blijven.
Want werken is een schone zaak
en schenkt het mensdom veel vermaak,
maar soms is rust het allerbest
in Madrid of Boekarest.

Sint Nicolaas

Sinterklaas 007



Sinterklaas is een tijd van geheimen en dingen die je alleen bij nacht doet, zeker op Ameland. Gisteren zat ik in de bus naar Holwerd. Op het Zaailand stond J. (ik zal zijn naam maar niet noemen), die de bus in snelde en me een klein pakje gaf.

,,Dat moet even mee naar Hollum'', zei hij. ,,Ben je bij je ouders?''

,,Ja'', kon ik alleen maar stamelen.

,,Leg het maar op de stoep, dan wordt het daar wel weer weggehaald.''

,,Hoe wist je dat ik in deze bus zou zitten?'', vroeg ik hem toen. Ik wist zelf 's morgens nog niet eens dat ik hem zou nemen.

,,Mijn vriendin zag dat je erin zat'', verklaarde hij.

Trouw als ik ben, legde ik het pakje 's avonds buiten op de vensterbank naast de voordeur. Hoewel ik brandde van nieuwsgierigheid, heb ik er niet in gekeken. Er zat iets hards in. Vanmorgen lag het er nog steeds.

Dan belde Sjoerd vanmorgen, uit Boekarest. Daar ben ik dit weekeinde Sint Nicolaas, ik vlieg er zaterdag naartoe.

,,Ik heb je een mailtje gestuurd'', zei Sjoerd. ,,Er staat in, dat je om half tien op het meeting point van Schiphol moet zijn.''

,,Half tien op het meeting point'', herhaalde ik, want het klonk belangrijk.

,,Ja. En daar komt iemand die geeft je een tas vol Hema-worsten. Die moeten mee, als handbagage.''

,,Kan dat zomaar? Krijg ik daar geen moeilijkheden mee?''

,,Welnee, doe dat maar gewoon.''

Mijn vader staat op dit moment vlees te braden, het hele huis ruikt ernaar.

,,Ik denk, ik maak maar wat meer, want je moet goed eten'', zegt hij erbij. ,,Als je straks in een Roemeense cel zit vanwege die Hema-worsten krijg je alleen water en brood.''

,,Misschien mag ik dan die Hema-worsten opeten'', probeer ik nog.

,,Reken daar maar niet op'', waarschuwt mijn vader. ,,Ze zijn er tuk op om die in beslag te nemen en zelf op te eten.''

maandag 1 december 2003

Sint Nicolaas



Geert heeft een soort podium gebouwd in zijn cafe, en waar ik voorheen als Sint Nicolaas op een gewone plaat hout op kratjes zat, nam ik nu achter zo'n hekje plaats waar in Amerikaanse rechtbankfilms de jury achter zit. Maar ja, de Sint is ook een soort jury, hij velt oordelen en spreekt ze uit.

Sint Nicolaas bij Geert is altijd een beetje warmdraaien voor het echte werk, en het ging lekker. Ik maakte heel veel opmerkingen over voornamen, want in Hollum heeft iedereen zowat wel een kind gekregen, het afgelopen jaar, en er zijn nieuwe bewoners met namen als Sven, Nickie en Jeremy Dion. ,,Jeremy de Jong?'', herhaalde de Sint verbaasd, want de vader heet De Vries.

De beste opmerking, al zeg ik het zelf, was tegen Abe.

,,Eigenlijk heet je Adriaan he?'' vroeg de Sint.

,,Nou'', zei Abe, ,,Eigenlijk heet ik Adrianus.''

,,Aha'', zei de Sint. ,,Dus je hebt twee voornamen.'' En om het nog wat aan te dikken, voegde hij toe, ,,Je had zeker een opa die Adri heette en die andere heette ... anders.''

Het is melig, maar de Sint mag dat, en als erom gelachen wordt doet hij dat ook zeker.