Hola!
We remden bij een dorpje, omdat een veldje met bomen vol opgewonden mannen stond.
Troffen we dat even: er waren hanengevechten in een blauwgeverfde arena. Over een minuut of twintig kwam de laatste match. Bij een tafel in de hoek werden de hanen voorbereid, een zwarte en een witte, de witte was het populairst bij de gokkers.
Die voorbereiding is een plechtig ritueel, waarbij een man de haan (kaalgeplukt, op vleugels, kop en borst na) vasthoudt, terwijl de ander van alles doet. Haakjes vastplakken aan hun achterste teen, de poten inzwachtelen met plastic-achtig tape, smaller dan die waarmee ze buizen van gaskachels omwinden. Een veertje en een rode draad eromheen als versiering. Tenslotte natsponzen en net als een bokser een slokje water geven, van dezelfde spons.
Blijven die hanen er rustig onder (behalve als een veertje uit hun vleugel wordt getrokken om aan de poot te plakken), de omstanders zijn juist heel druk. Iedereen legt geld in zonder dat iemand iets opschrijft, maar het leek toch allemaal goed te komen. Sommigen geven hun geld (soms wel 50 Bolivar, ongeveer 15 euro) aan jongetjes, die zich door de massa dringen om in te leggen.
Sjoerd was aan de praat geraakt met een arts uit Cuba, die hier werkt, met een Argentijn en nog een Cubaan. Daar heeft Chavez voor gezorgd, betere gezondheidszorg op het platteland met geïmporteerde artsen. De Cubaan, die nog in Angola heeft gevochten, is een geliefde dokter die bier van iedereen krijgt. Wij kregen weer bier van hem.
Toen het begon, duwde hij me de arena in, terwijl hij tegen anderen schreeuwde. Zo kwam ik op een eersteklas plek om foto’s te maken. Dat deed ik, als een razende, het zweet stond me in de ogen. Het uitzinnige publiek riep Hola! riep als de zwarte haan (duidelijk zwakker) in zijn wanhoop toch in de aanval ging. De witte, wiens kop al snel niet meer smetteloos was, was sterker en agressiever.
De acties gaan heel snel, ze fladderen en springen en ze houden uit zichzelf kennelijk niet op met vechten. Steeds als de witte de zwarte weer tegen de grond had gewerkt dacht ik dat het uit zou zijn. Juist toen ik veronderstelde dat er eerst een dode moest vallen hield het op. De scheidsrechter hield de witte haan als winnaar omhoog.
Het was prachtig, zeiden we tegen de Cubaanse arts, die voor Sjoerd een bierkrat had gehaald, zodat ook die goed zicht op de zaak had. We dronken nog een biertje met hem, terwijl hij ons aan minstens vijf slanke vrouwen voorstelde die allemaal bij hem, of bij zijn collega’s leken te horen. Het is vast wreed en slecht allemaal, maar Hola! wat een opwinding.