zondag 21 december 2008

Records in de Andes



Als er een eretitel Drukste Toeristenstadje Ter Wereld bestond, was Mérida, de stad in de Andes waar ik de afgelopen dagen was, een kanshebber. Het centrum is een toeristische koortsdroom, hoge, smalle stoepen met overal straatverkopers (oorbellen, wollen wanten en sjaals, poppen, marionetten, polsbandjes met Mérida erop, dingen met ledjes, van ijzerdraad gebogen mannetjes, beeldjes voor in de kerststal, handdoeken, sapjes, hapjes).

Achter hen, bij de gewone winkels, staat meestal iemand bij de ingang te schreeuwen om de mooie plasmaschermen of schoenen aan te bevelen.

Daartussendoor zijn straatartiesten die met kegels jongleren, of met brandende fakkels, en er zijn meisjes die je kind vrolijk opschminken. Zodra iemand ergens blijft staan, staat de hele stoep stil.

En als het nou nog een voetgangerszone was, maar dat concept is in Venezuela niet doorgedrongen. Dus er rijdt een constante stroom auto’s, taxi’s, brommers, motoren en bussen. Daarom zijn de stoepen denk ik zo hoog, anders gingen ze daar ook op rijden. Toeteren is erg populair, het klinkt of iedereen zich constant ergert aan de andere verkeersdeelnemers.

Drukste Toeristenstadje Ter Wereld, daar zou Mérida trots op zijn. Want ze hebben hier al een paar records. Zo staat er het eerste monument voor Bolívar van Venezuela (een te kleine buste op een te hoge pilaar), er is een cafe dat claimt het goedkoopste bier van het land te verkopen (niet geweest, je kon tegen de herrie leunen die eruit kwam) en je kunt normaal gesproken de bergen in met de langste kabelbaan ter wereld. Die is helaas voor onbepaalde tijd buiten gebruik, waarom vertellen ze niet, maar er is wel eens een ongeluk mee gebeurd.

En er is Heladeria Coromoto, de ijswinkel die in het Guinness Book of World Records staat. Ze hebben er meer dan achthonderd smaken, althans op een bord op de wand, met als laatste toevoeging ijs met Viagra. In de bakken waar je uit kunt kiezen liggen een stuk of zestig smaken klaar, wat ook niet gek is. Hoewel ze ook tomaat, roos, knoflook en peper bieden, kies ik veilig voor fresas en coco.



Als ik het grote wandbord met smaken probeer te kieken, komt de meester van een schoolklas naar me toe.

,,Wilt u van ons een foto maken?’’, vraagt de leraar. Dat wil ik best, maar ik vertel erbij dat ik weinig Spaans spreek.

Omdat ik door mijn Spaans steeds Italiaanse woorden gooi, vraagt de meester of ik dat dan soms spreek. ,,Beter dan Spaans’’, zeg ik. Zodat hij in het Italiaans verder gaat.

,,El professor is zo knap’’, hoor ik twee van zijn leerlingen tegen elkaar zetten. ,,Hij kan Spaans, Portugees, Braziliaans (!), Italiaans en Engels!’’

De knapste meester van het land, die hadden we ook nog niet. (Hij staat, met bril en kaal hoofd, achter de jongen met het groene shirt).