dinsdag 27 mei 2003
Nice boys & Dinosaurs
Het kleinste dorp waar ik tot nu toe logeerde heet Patricia, het ligt midden in de weilanden van zuidelijk Alberta, en niet zo heel ver van Dinosaur Provincial Park, waar ze zo'n beetje alle dino-skeletten uit de grond hebben gehaald die overal ter wereld in musea staan. Patricia bestaat uit een stuk of veertig van die houten huizen die je per vrachtwagen kunt vervoeren, en een hotel. Dat heet ook Patricia, en de steaks zijn wijd en zijd befaamd.
Hotel Patricia ziet eruit als het soort plaats waar de voortvluchtige in films zijn toevlucht heeft genomen, niet wetend dat in de kamer naast hem al zwaarbewapende FBI'ers zitten. Een smalle L-vormige gang, die aan beide kanten leidt naar een deur naar het dak, en een reeks kamers. Beneden is het restaurant, met cowboyplaatjes aan de muur, en teksten als 'Parking For Rednecks Only'. In het midden is een dansvloer, afgezet met karrewielen. De muren zijn met hout bekleed, en met opgezette bison- en hertekoppen.
Verderop aan een lange tafel zitten de bestuursleden, spelers en ouders van spelers van ijshockeyteam Hurricanes uit het naburige Duchess. De Hurricanes sluiten het jaar af met een positief saldo van vierhonderd Canadese dollars, hoor ik, en drie spelers worden gehuldigd, een omdat hij de grootste inzet toont, een omdat hij het afgelopen jaar het meest is verbeterd en een omdat het team zonder hem een stuk minder zou zijn. Alledrie zijn het jongens met petjes, die verlegen naar voren komen onder applaus van de ouders, een hand en een diploma krijgen van de coach en dan snel weer gaan zitten. ,,They're nice boys'', vertelt Marnie, die hier het eten opdient.
Het eten is hier steak, en dat er vorige week een gekke koe is gevonden en er een paar kuddes geslacht zijn, dat doet er hier niet toe. Ik bestel de kleinste, wijs geworden door eerdere ervaringen, en krijg ongeveer een achtste koe, al na een minuut. Want het vlees is rauw. Je moet het hier zelf braden, helemaal achterin het cafe. Dat had ik nog niet gezien, maar daar staat een groot rooster onder een afzuigkap, met ernaast nog meer cowboyfotos en de tekst 'Keep your city out of my country'.
Ik ben geen goede barbecuer, maar maak er het beste van: laten we zeggen dat ik een tijdje later een medium rare steak zit te eten. Marnie rijdt me de volgende ochtend naar het Dinosaurus Park, want dat is nog 16 kilometer verderop, en ze moet toch vroeg op vanwege haar tweejarige dochtertje. Het dochtertje zit achterin, in een zitje, en ze kent al een woord Engels, 'cow', dat ze steeds gebruikt als ze er eentje ziet. Leve Hotel Patricia.