zaterdag 10 mei 2003

O Canada, My Home And Native Land



Een bezoekje aan de parlementsgebouwen van Ottawa is heel leerzaam. Niet alleen omdat je er hoort dat het parlement elke keer meer leden krijgt als de bevolking is gegroeid - ze hebben er nu 301 maar bij de volgende verkiezingen komen er zeven zetels bij - waar ik in Nederland nog nooit iemand over heb gehoord.
Of omdat de Hall of Honor, midden in het hoofdgebouw, van die nissen heeft om schilderijen of beelden van Grote Canadezen in te zetten. die allemaal leeg zijn. Want kort na het bouwen realiseerden ze zich dat het anders maar volgezet zou worden met allemaal troep die in de weg zou staan en nu is het een Hall of Honor voor alles, in principe. Zoiets als een onbekende soldaat, maar dan nog breder van opzet, zeg maar.
Of omdat in het parlement - gisteren althans, tijdens het wekelijkse vraag- en antwoorduurtje - net zo'n raar ruziesfeertje hangt als in Duitsland of Engeland: ze roepen van alles tegen elkaar, vangen elkaar voortdurend vliegen af en applaudisseren of roepen boze dingen, al naar gelang, als er iemand aan het woord is. Ze noemen het debating, ben ik bang, maar het is eigenlijk niks: het ene moment zingt een MP de lof van alle moeders ter wereld omdat het zondag moederdag is (dag Mem!), drie minuten later valt de oppositie de regering aan, omdat ze het visserijbeleid zo hebben laten sloeren.

Nee, een bezoekje aan het parlement is zo leerzaam omdat de gidsen, studenten allemaal, zowel Frans als Engels spreken. Ik vroeg de jongen in de lift van de toren van het parlementsgebouw hoe ze dat dan doen met het volkslied. ,,De tekst is er in twee talen'', zegt hij. Maar als je het nu maar een keer kunt zingen, bij een sportwedstrijd of zoiets, wil ik weten. ,,Dan gaat het half en half'', zegt hij. Ik keek kennelijk zo ongelovig, dat hij eraan toevoegde ,,I'm not joking.'' Toen was de lift er, dus hoe dat werkt, halfom Frans en Engels zingen, dat weet ik niet.