vrijdag 20 februari 2004
The smell of napalm in the morning
Het is heel interessant, had Marco me verteld, om dezer dagen met de taxi te gaan in Buenos Aires. Want iedereen, leraren, ambtenaren, wat al niet, heeft in deze dagen van crisis (waar je overigens weinig van ziet, Buenos Aires houdt de stand goed op)wel een bijbaantje als taxichauffeur.
De chauffeur die me naar het vliegveld reed, was geen ambtenaar of leraar, maar hij had jarenlang een restaurant op Capri gehad, in Italie dus. Eerst informeerde hij of ik Spaans sprak, maar toen bleek dat ik een mondje Italiaans kende, was het hek van de dam. Dat Nederland zo'n mooi land is, hij was een weekeinde in Amsterdam met vrienden. Hoe fantastisch de Italiaanse keuken is, en trouwens, die van Zuid-Spanje ook. Hoe vervelend Franse klanten in je restaurant zijn, die geen enkele andere taal spreken dan hun eigen en hoe hij ze soms terechtwees.
En waar ik heen zou vliegen? Ushuaia, zei ik. Nou, daar was het helemaal geweldig, Tierra del Fuego, allemaal kleine eilandjes. ,,Kent U Apocalypse Now?'', zei hij er meteen achteraan. Ja natuurlijk, die film ken ik wel. ,,Het is daar net Apocalypse Now!'', zei hij enthousiast.
Ik ben er nu en heb de hele dag gehiked door de mooie woestenij langs de grens met Chili. Er zijn kiezelstranden, heel erg groene klaverweiden, beverdammen, het water van het Beagle Canal (Darwin voer er op de Beagle door, vandaar) ruikt enorm naar zee, soms verras je al wandelend konijnen of dikke grijze ganzen, rondom zijn er van die scherpgetande nieuwe bergen, het is hier en daar heel drassig, veen-achtig, af en toe zijn er velden dode, witte bomen tussen de levende.
Tierra del Fuego doet aan van alles denken, kortom, behalve aan Apocalypse Now.