woensdag 18 februari 2004
Gurbe
De dierentuin van Buenos Aires is erg de moeite waard, al zijn sommige kooien nogal aan de nauwe kant. Maar beesten in een dierentuin hebben het beter voor elkaar dan beesten in het wild, ze hoeven niet de hele tijd te rennen voor hun voedsel en ze lopen zelf geen kans om te worden opgegeten. Ze kunnen de hele dag ongestoord slapen of heen en weer lopen langs de tralies. Bovendien kun je hier zakjes voer kopen, wat iedereen doet. Vooral de apen, die heel handig kunnen vangen, profiteren daarvan.
Het prachtigste van de dierentuin is de albino Siberische tijger, spierwit, met zwarte streepjes, die elegant op een rotsblok ligt te slapen en af en toe om zich heen kijkt met een blik van 'Ik weet best dat ik het mooiste dier hier ben maar doe of dat me niks kan schelen'.
Anderhalve maand geleden kreeg de tijger zes jongen en die zijn ook allemaal wit. Als groot formaat poezen rollen die over elkaar heen, steeds als eentje ligt te slapen komt er een ander om hem in de nek te bijten. Ze hebben mooie witte kopjes en lekkere mollige pootjes, ze zien er heel aaibaar uit kortom. Iedereen zet ze op de foto en staat verrukt te gillen.
Bij het toegangskaartje krijg je ook een formuliertje, waarop je een naam kunt opgeven voor deze bebes de zoo. Vooral kinderen, en vooral meisjes, vullen dat in: ik loer op het papiertje dat een meisje ingespannen, het puntje van haar tong tussen de lippen, invult, haar lijkt dizzy een mooie naam toe.
Ik vul mijn papiertje ook in, met adres en al. Dus als een witte tijger in Buenos Aires straks Gurbe heet, een uitstekende dierennaam, weet je wie je moet bedanken.