maandag 16 februari 2004

Sietzen



Duitsers die je niet kent hoor je te sietzen, je spreekt ze aan met Sie. Dat deed ik ook met kapitein Mark Altmann, een aardige man die lange tijd niet wist wat hij wilde, vijf jaar geleden nog televisies en koelkasten verkocht en nu master is.

Hoewel hij heel vriendelijk en informeel is, is het respect voor de kapitein groot. ,,Na God is hij hier de baas'', zei Harold, de Filippijnse third mate. Zelf hoopt Harold ook kapitein te worden, maar dat zal niet in Europa zijn, want Europese reders nemen geen Filippijnen aan in zulke functies. De verzekering gaat dan dwarsliggen, heeft de rederij hem verteld.

Ik had voor alle zekerheid zelfs een stropdas in mijn tas gegooid, want je weet het maar nooit met Duitse kapiteins, maar die is in de tas gebleven. Altmann liep zelf in Adidasshorts en T-shirt. ,,Ik heb wel een uniform'', vertelde hij, ,,maar dat draag ik alleen in Afrikaanse havens, in Zuid-Amerika is het niet notwendig.''

Aan het eind van de reis sietzen we elkaar nog steeds. Na hoeveel tijd houdt men daar in Duitsland mee op, vroeg ik hem vlak voor we Buenos Aires binnenvoeren. Want de Chief Engineer, ook Duits, spreekt hem al lang met de voornaam en jij en jou aan.

Meestal stopt het al na korte tijd, vertelt Altmann. Maar als kapitein houdt hij het in zakelijke betrekkingen liever wat formeel. ,,Zoals men in Duitsland zegt, je kunt makkelijker zeggen Sie Arschloch dan Du Arschloch'', verklaart hij.