donderdag 11 juli 2024

Hobbels met Herman


De man achter het loket gaf ons kaartje terug.

,,Kijk maar eens even goed naar de datum'', zei hij belerend.

We stonden met een huurbusje op de pier van Holwert. Achter het stuur Jan Dijkstra, wethouder van de gemeente Waadhoeke. Hij reed, want hij is in het verleden wel een jaar of twintig vrachtwagenchauffeur geweest.

In de laadruimte lagen 11 schilderijen van Herman Buijtenhuijs, die voor hij naar zijn droomland Ierland verhuisde in aan de Westerlaan in Hollum heeft gewoond. En daarvoor in Minnertsga, maar toen kwam hij ook al veel op Ameland. 

Uit die tijd komen deze elf schilderijen ook, die in de gekoelde kelder lagen van de gemeente Waadhoeke, tussen dik 200 andere schilderijen die de gemeente heeft geërfd van de gemeenten waaruit Waadhoeke is samengesteld. 

Omdat de gemeente wil opruimen ('ontzamelen' heet dat in cultuurkringen) en Margaret, die zich daarmee bezig houdt, zich herinnerde dat ik Herman heb gekend, en omdat elk landschappen op Ameland zijn gemaakt, vroeg ze of ik er niet een goede bestemming voor wist. 


Zodoende hebben we een tijdje geleden in de gekoelde kelder van het gemeentehuis in Franeker alle schilderijen van Waadhoeke door de vingers gehad, er stickers opgeplakt en ze een beetje systematischer teruggezet in de kasten. De Amelander landschappen van Herman visten we eruit voor de Stichting Amelander Musea; grote doeken zijn het, maar zwaar zijn ze niet. 

Nu stonden we in dit busje op de pier, klaar voor de plechtige overdracht. Maar: ons kaartje bleek voor 3 juli geboekt te zijn. En vandaag was het 10 juli. Vandaag stonden bij Museum Swartwoude in Buren stonden intussen de directeur en personeelsleden van de Stichting Amelander Musea en Amelander wethouder Piet IJnsen op ons en deze kunstschatten te wachten

,,Klopt niet he?'', zei de man achter het loket. 

,,Jo kinne dat wis wol regele'', zei Dijkstra (hij is van de FNP en spreekt bij voorkeur Fries), met al het gezag dat een wethouder van nature heeft. De man keek hem eens aan, begon op zijn toetsenbord te tikken terwijl hij fronsend zijn beeldscherm in de gaten hield.

Het was niet de eerste hobbel vandaag. Niemand op het gemeentehuis wist vanmorgen iets van een gehuurd busje, dat er om 10 uur zou zijn. Nergens waren sleutels, er stond geen busje op het parkeerterrein en degene die het geregeld had was vrij. De verhuurder gebeld: die was het ontschoten. Hij kwam het busje dadelijk brengen.

Herman moest eens weten hoe we met zijn werk in de weer zijn geweest - had hij zeker vermakelijk gevonden. 

,,U hebt geluk'', zei de man achter het loket. ,,U kunt zometeen met de boot mee. En vanavond weer mee terug. En het kost u niks extra allemaal. Dat heb je bij andere bedrijven niet, bij de KLM hoef je op zoiets niet te rekenen. Wij doen dat wel. Maar dat duurt niet lang meer.''

Dat laatste klonk waarschuwend, zo van: volgende keer beter opletten, want dan ben ik niet meer zo genadig. We knikten, bedankten de man en reden de boot op.

,,Wat hy sei klopte net'', zei wethouder Dijkstra toen we op de boot zaten. Hij had het zelf bij de KLM wel eens meegemaakt, dat hij kosteloos werd overgeboekt op een andere vlucht naar de Verenigde Staten.

Ik was blij dat hij er niet over in discussie was gegaan met de man achter het loket. Zoiets win je nooit.

(De staatsiefoto, die ik heb nabewerkt want eigenlijk zijn het er twee aan elkaar geplakt, is van Margaret Beckers. Beide wethouders staan erop, tussen hen in William Beijaard van de Amelander Musea. Mathilda loopt net weg met twee mandjes Amelander producten. Op de achtergrond hou ik een van Hermans schilderijen omhoog, die benen zijn dus van mij)