vrijdag 19 juli 2024

Eet smakelijk! Tot ziens!


Sybrand Buma kreeg als kind, vertelde hij gisteravond tijdens Beeldspraak in Slieker, een 'negentiende-eeuwse' opvoeding.  

Beeldspraak is een experimentje van de Leeuwarder Courant en het filmhuis: gesprekken met mensen aan de hand van film- en tv-fragmenten, en tenslotte een complete film die ze de moeite waard vinden. 

Het ging over godsdienst, politiek, bureaucratie, de inhuldiging van zijn vader (in 1970) als burgemeester van Sneek, met een filmpje waar hijzelf als jongetje op te zien is. En over Trump; een mooi fragment uit 2016, waarin Michael Moore uitlegt waarom Trump de verkiezingen gaat winnen leidde tot een gesprek over onvrede, politiek en het 'verdrietige' nieuwe Nederlandse kabinet.

En dus ook over die negentiende-eeuwse opvoeding. Die hield ondermeer in dat je nooit eet smakelijk zegt aan het begin van een maaltijd. En ook nooit tot ziens bij een afscheid of een vertrek. 

Dat boeide me, want wat is er mis met 'eet smakelijk'? Toen ik maaltijden serveerde in De Zwaan moet ik het honderden keren gezegd hebben.  

Uitleggen waarom het was kon hij niet. Hij gokte dat het ermee te maken had dat iemand zelf wel uitmaakt of iets smaakt of niet, maar dat geldt eigenlijk ook voor 'goedemorgen', en dat zeiden ze bij de Buma's thuis wel weer. Nee, dat soort taal was meer een code, legde hij uit, waaraan mensen uit een bepaalde laag elkaar konden herkennen. 

Het eerste fragment kwam uit Lucky TV, waar hij zelf in geparodieerd werd. ,,Daar keken we in Den Haag elke ochtend voor de vergadering naar'', vertelde hij. ,,Kijken wie er nu weer in zijn hemd werd gezet.'' 

Het was een onderhoudend uurtje (van de beppe van Buma mocht je het woord 'leuk' ook niet gebruiken, en daar had ze groot gelijk in, want het betekent even weinig als 'interessant'), vonden ook de bezoekers die me daarna een appje stuurden. Er komen er nog twee van zulke avonden, met Eva van Netten en Wouter van Geffen.

Na afloop zei ik 'Tot ziens' tegen Buma. Hij is eraan gewend, hij knipperde niet eens met de ogen. Het is tenslotte alweer de eenentwintigste eeuw. 

(De foto is van Jan-Theo IJnsen)