,,Toen om ongeveer vier uur de maanwandeling begon, brandde er nog licht in 9 van de 72 flats waar ik tegenover woon'', schreef Nico Scheepmaker 40 jaar geleden, naar aanleiding van de uitzending van de maanlanding op zondagnacht 19 juli 1969.
Ook in De Zwaan heeft licht gebrand. Had ik uit mezelf niet door dat dit een historisch moment was, mijn ouders beseften dat terdege. We mochten uit bed voor beelden van sierlijk stuiterende lichtvlekken, die astronauten voorstelden. In een oceaan van piep en kraak hoorde je mensen uit plekken met fascinerende namen als Mission Control, Nasa en Houston. Niemand merkte hoe kleuterschoolachtig het decor achter Henk Terlingen en Chriet Titulaer er eigenlijk uitzag.
In 1971 nam opa me mee naar de Frieslandhal waar Een Heuse Maansteen te zien was. Vermoedelijk leek die op een gewone kei, maar er komt mij zo'n antracietsteen met glitters voor de geest.
Hij heette Moonrock Number One, lees ik in de Leeuwarder Courant van toen, en hij was voor miljoenen verzekerd. Er stonden permanent twee bewakers naast. Tegen dieven, maar ook tegen ,,de mensen die denken dat zo'n steen een mystieke geneeskundige kracht bezit. Dat merken we wel eens en dat zijn de naarste, de zielige gevallen. Want die steen heeft dat niet'', aldus bewakingshoofd P. van Breukelen.
Terug naar de maanlanding waar de Leeuwarder Courant maandag 20 juli 1969 pagina's lang op doorging met prachtige reacties op het nieuws.
- Het Nederlandse kabinet wilde aanvankelijk wachten met het sturen van een felicitatie tot de astronauten weer terug op aarde waren. Minister-president Piet de Jong stuurde uiteindelijk toch maar een telegram, omdat alle staatshoofden en zelfs de paus dat al hadden gedaan.
- Hoofdredacteur Jacob Noordmans noemde dit de eerste echte maan-dag voor de mensheid. Die zou nu spoedig verlost zijn van heidendom, bijgeloof en hoogmoed, schreef Noordmans. ,,Wie weet zal hij (de mens) ondanks de valse tonen van de aarde in de kosmos het lied der sterren leren horen, dat is aangevangen toen 'in den beginne' het 'Daar zij licht' weerklonk.''
- Boekhandelaar S van der Vegt uit Heerenveen: ,,Ik vind dit nog mooier dan skûtsjesilen, dat mij ook altijd erg pakt.''
- G. Kooistra uit Tzum: ,,Ek it feit dat wy op sa'n greate ôfstân mei de astronauten prate kinne. Foar de kristenen, dy't al túzenen jierren kommunisearje mei de Himelske Heit dy't miljarden kilometers fier fuort is, is it ek in great wûnder.''
- Dominee J. J. Kalma: ,,Ik ben niet onder de indruk van de technische veroveringen, want wat doe je met de techniek? (...) Het zal ons misschien rijker, machtiger maken, maar ook gelukkiger?''
- Wethouder Jan Tiekstra van Leeuwarden: ,,Ik verwacht dat binnen twintig jaar een vrij geregeld verkeer naar de maan mogelijk zal zijn.''
- CPN-raadslid C, Oppers, Haulerwijk: ,,Ik had een kleine hoop gehad, dat de Russen eerst zouden zijn, maar dat is niet gebeurd.''
- Harke 'planeet' Terpstra, conservator van het planetarium te Franeker, had de landing niet op televisie kunnen volgen, ,,omdat hij geen toestel heeft''.
- Mevrouw Tolsma te Goutum, mede-eigenaar van draaiorgel de Grouwe, had de tv niet aangehad vanwege de visite. ,,We merke 't fanself as se weer beneden binne'', zei ze. ,,Ik fien 't sô'n onsin allemaal. Vroeger as der een kapot ging seiden se oek, die is naar de maan.''
- Puck van Ulzen, het latere Leeuwarder VVD-raadslid, was ,,een beetje nijdig'' vanwege de kosten. ,,Maar toen ik hoorde dat er net zoveel geld aan cosmetica wordt besteed, was ik weer een beetje gerustgesteld.''
- Leeuwarder gemeentearchivaris J. van Lennep had niet gekeken. ,,Men zegt, dat het veel geld kost, maar als men nu bijvoorbeeld rekent dat het totale financiele pakket dat aan Monumentenzorg besteed wordt even groot is als wat aan buitenlandse werknemers wordt uitgekeerd aan kinderbijslag... Het is maar hoe men het bekijkt.''
- Veehouder D. Hepkema uit Dijken had het zelfs helemaal gemist. ,,Hwat, binne se der al? Dat is us - wy sitte yn in noflik sneintojounsgearwêzen by elkoar - dan ûntkommen. Ik ha mei nocht sjoen nei de útliz (...) mar doe bigoun it us hwat te forfelen en ha wy him útset om in selskipsspultsje to dwaen.''